2025 Weinheim

 

Dag1 vrijdag

 

De vakantie begint met één groot drama, we doen er drie uur en drie kwartier over om te parkeren naast hotel de “Bovenste Molen” van het Bilderberg keten in Venlo voor een overnachting en diner. Dat het druk zou worden vanwege goede vrijdag en dus de start van het paasweekend en daarbij ook nog het begin van diverse schoolvakanties hadden we wel begrepen, maar dat je om één uur ´s middags vanuit Utrecht vijf kwartier bezig bent om de A15 te bereiken waarbij ik dan zelfs nog wat tijd win door binnendoor via Geldermalsen te rijden is toch te belachelijk voor woorden. De A15 zelf en vervolgens binnendoor via Beneden Leeuwen naar Nijmegen gaat prima maar vervolgens zijn we een uur bezig om de eerste vijftien kilometer van de A73 af te leggen waarna het weer begint te rijden. We houden onze eerste stop bij Hondsiep waar het stervensdruk is en urinewalmen langsdrijven zodat we vlot weer vertrekken. Gezien alle drukte verwachten we op de snelwegen rond Venlo ook nog wel wat files en besluiten bij Venray de Maas over te steken en via Arcen te rijden.

 

Tot aan Venlo blijkt dat een prima keuze die weliswaar om is, maar vlot doorrijdt door een prachtig Maasdal waar het voorjaar al uitbundig begonnen is met gezellige groene kleuren. In Venlo zelf worden we lichtelijk gestoord van alle stoplichten die op rood staan en een spoorwegovergang die uren dicht is omdat er een goederentrein met drie en zestig wagons, geteld door reisgezel, met een slakkengang voorbij komt rijden. Het vinden van het hotel valt ook nog niet mee door allerlei wegwerkzaamheden, het her en der eens plaatsen van een bord richting hotel is kennelijk te veel moeite. Het inchecken gaat ook behoorlijk traag, maar uiteindelijk mogen we € 243,75 betalen en onze kamer nummer 105 betrekken. Die is ruim en netjes met een een ongezellig uitzicht op een of ander binnenplaatsje achter de keuken.

 

 

Ondanks dat we laat zijn besluit ik toch nog een stuk in het natuurgebied Jammerdal achter het hotel te gaan wandelen want de benen kunnen wel even wat beweging gebruiken inmiddels en het is ook nog steeds prachtig weer. Het jammerdal, of eigenlijk Jammerdalse Heide, is een gebiedje wat al vanaf de Romeinse tijd gebruikt is voor kleinschalige klei-, grind- en zandwinning waardoor de nodige plassen zijn ontstaan en door het hoogteverschil in landschap zich droge en natte gebieden hebben ontwikkeld met hun eigen specifieke begroeiing. Het wandelt er lekker en het is er zelfs rustig ondanks het feit dat de snelwegen hier toch vlakbij moeten liggen.

 

 

Als ik tegen zes uur weer terug op de kamer ben, lezen we eerst maar eens de berichten die ons vandaag opeens via Booking.com hebben bereikt van onze verhuurders. Het komt er op neer dat ze het komend weekend onverwacht zelf een aantal dagen op vakantie gaan en we krijgen een uitgebreide instructie hoe het huis binnen te komen en hoe we de garage kunnen gebruiken. Ondanks dat het in het Duits is denken we het allemaal wel te begrijpen en heeft het in ieder geval als voordeel dat we ons niet bepaald aan de gewenste aankomsttijd van drie uur hoeven te houden. Hierna nog begonnen aan het boek “de Gouden Rots” van Willem de Bruin wat over St Eustatius gaat.

 

Om zeven uur schuiven we aan voor het diner en is het al volle bak in het restaurant. Mensen die niet gereserveerd hebben kunnen uiteindelijk niet meer dineren, dat geldt ook voor hotelgasten wat bij één stel niet in goede aarde valt. We hebben een tafel voor twee met uitzicht op de grote vijver voor het hotel en houden rekening met een lange zit ook al omdat we niet bepaald snel een wijnkaart krijgen als we die vragen. Uiteindelijk valt het allemaal nog wel mee en verlaten we de tafel om kwart over negen. De bediening is in handen van een maitre en een paar jongedames die alleen maar uitserveren en afruimen. De wijn, een Picpoul de Pinet, en een fles water arriveren een half uur na het bestellen maar gaat wel gepaard met de goedkeuring van de maitre waar we het verbaal de rest van de avond, ondanks de wat arrogante uitstraling van de man, prima mee kunnen vinden.

 

We hebben een arrangement met diner waarbij we drie gangen van de kaart kunnen kiezen. Madame gaat vooraf voor Coquilles en ik voor zalm met een bietensalade en wat groene afwerking die beiden prima smaken. Als hoofdgerecht nemen we allebei zeebaars, die prima gebakken is maar vergezeld wordt door een garnituur die rijkelijk voorzien is van kerrie en ons iets minder bevalt. Het flesje wijn is precies op als we aan het dessert toen zijn wat voor ons allebei een Pavlova wordt die bestaat uit heel veel merengue, weinig ijs en een bijzonder smakelijke bramencoulis. Het diner valt ons gezien de grote hoeveelheid positieve recensies over dit fenomeen wat tegen. De eerlijkheid gebied te zeggen dat dit hotel vierde keus was maar dat andere hotels die onze belangstelling hadden, kennelijk door het paasweekend, of al vol zaten of de keuken niet beschikbaar was op de manier die wij graag wilden.

 

 

We hebben een jaar of twintig geleden ook eens een aantal nachten in dit hotel doorgebracht, maar afgezien van de vijver voor de deur met terras waar we toen een middag met veel bier door hebben gebracht, kan ik mij niets meer van het hotel zelf herinneren. Noch de eetzaal, noch de kamers, noch het feit dat er steeds treinen achter de vijver langs rijden doen een lichtje branden. Eega kan zich nog wel herinneren dat we twee keer naar het centrum van Venlo zijn gewandeld, wat een rot eind lopen was volgens haar. Ook daar kan ik me niets meer van herinneren, je zou je haast zorgen gaan maken.

 

Dag 2 zaterdag

 

De avond gaat verder op aan lezen tot half elf waarna we een hele aardig nachtrust genieten die tot half acht duurt. Dat valt niet tegen want we vinden de matras allebei niet erg lekker liggen omdat die erg zacht is. Iets na achten zitten we aan een prima ontbijt met prima koffie, warme hard gekookte eitjes, lekker brood en voor een zoutarm patient zelfs veel beleg. We houden het dan ook een uur vol, waarbij we wel tamelijk irritant in de zon zitten te kijken en het opvalt dat er heel veel mensen met kinderen in het hotel zitten. Na het eten duik ik nog een half uurtje het Jammerdal in waarna we de auto weer opzoeken voor het vervolg van onze rit naar Weinheim.

 

Die gaat vandaag buitengewoon voorspoedig, alleen bij de afslag Bruhl/Keulen wat gedoe door drukte maar verder rijdt het als een zonnetje met wel vrij veel stukken waar wegwerkzaamheden plaats vinden en je maar tachtig km/h mag. Vlak voor Weinheim nog bij een Shell de boel af getankt. Het vinden van het huis is even wat gedoe en parkeren lukt ook niet omdat alle parkeerplaatsen bezet zijn zodat we eerst maar eens een rondje rijden en ik dan de auto maar met knipperlichten aan voor de garage zet die ik denk te moeten hebben. Om half twee vinden we inderdaad een sleutel in het sleutelkastje en weten het pand te betreden. Dat ziet er bij een eerste blik bijzonder uit, groot, ruim, veel bijzondere details maar met slechts één slaapkamer waar wij er twee verwachten. We worden ontvangen door twee katten die ons eens even komen bekijken, een zwart witte die van de eigenaren blijkt te zijn horen we later en een rode die ze niet kennen.

 

 

We besluiten toch eerst de auto uit te laden en die in de garage te zetten. In de garage zetten lukt wel, maar het is krap en vooral veel gedoe om er weer uit te komen. Daarna de eigenaresse gebeld en die legt uit dat er wel degelijk een tweede slaapkamer is maar dat we dan de bedbank uit moeten klappen. Ook vraag ik of er op straat geparkeerd mag worden omdat ik de garage wel erg veel gedoe vind, dat is inderdaad geen probleem daar krijgen we dan parkeervergunningen voor als ze terug zijn. Het tweede bed nog opgemaakt en wat zaken uitgepakt waarna we tegen drie uur Weinheim maar eens inlopen.

 

Dat wekt een prima indruk, niet al te veel hoogteverschil, veel horeca, veel winkels en aardig wat Duits ogende huizen zullen we het maar omschrijven. Op de Marktplatz waar de horeca zich concentreert is het gezellig druk en vinden we een tafeltje bij “La Cantina” waar de donkere ober een voor ons moeilijk te verstaan Duits praat. Later komt echtgenote er achter als ze afrekent dat de man oorspronkelijk uit Midden Amerika komt en prima Engels spreekt. We krijgen in ieder geval de bestelde glazen tonic en sinaasappelsap waar we in het zonnetje op ons gemak van genieten. Wel proberen beide glazen steeds van de tafel te glijden omdat de straat stijl afloopt en de tafel dan ook maar gewoon scheef staat. Als we vertrekken weten we bij de man ook nog een tafel voor vanavond om zeven uur binnen te reserveren.

 

 

Om half vijf terug in ons huis wat bestaat uit de benedenverdieping van een enorm huis met twee eigen ingangen en toegang tot de tuin. Op de tweede verdieping wonen de eigenaren die ook nog een exchange-student uit Amerika in huis hebben en op de bovenste verdieping woont nog een onderhuurster die uiteindelijk de boodschappen heeft geregeld die we doorgegeven hadden aan de eigenaresse omdat de zaterdag voor Pasen naar haar zeggen de winkels in Duitsland uitpuilen en ze zelf aanbood om die voor ons te halen. We zetten her en der wat thermostaatkranen open en ik probeer de douche die helemaal prima is.

 

Iets voor zeven uur lopen we weer bij “La Cantina” naar binnen, waar het niet druk is en ook niet veel drukker wordt met uiteindelijk zeven bezette tafels. Dezelfde ober als vanmiddag bediend onze tafel waar we beginnen met een fles wijn Gavi di Gavi waar we wel vrij lang op moeten wachten. We gaan alleen voor hoofdgerechten wat voor madame zalm met groenten van de gril en salade wordt en voor mij diverse vissoorten van de grill met dezelfde garnituur. Prima hap wel behoorlijk wat olijfolie op de vis maar nauwelijks zout en het smaakt prima. Na neemt de dame creme brulee en ik een Panacotta die me ook al prima smaakt. Tijdens de cappuccino komt een oudere ober een enorme zeebaars die in zout gegrild is fileren voor een tafel vlakbij ons. We raken later nog met hem aan de praat in gebrekkig Engels en hij blijkt één van de eigenaren te zijn. hij is op zijn vijftiende met zijn oudere broers mee gegaan naar Weinheim waar ze inmiddels vijftig jaar een zaak hebben. Ze blijken uit Toscane te zijn vertrokken omdat het na de oorlog in Italie kennelijk nog slechter leven was als in Duitsland. Hij is inmiddels getrouwd met een Duitse, heeft kinderen hier en is niet van plan om nog terug te gaan. Op de vraag of hij niet eens met pensioen moet gaan wordt geen antwoord gegeven.

 

 

Om kwart voor negen zijn we weer terug bij de woning waar het nog niet mee valt om binnen te komen omdat we geen buitenverlichting hebben. De avond nog de wandelkaart voor morgen bekeken, wat gelezen en vroeg naar bed.

 

dag 3 zondag

 

Een onrustige nacht, kennelijk wenen aan bed en huis. Om acht uur aan de koffie en om half tien aan de gebakken eitjes met tomaat op brood. Na het ontbijt een ochtendwandeling door het centrum gemaakt. Om half twaalf loop ik de deur uit voor een wandeling die wat mij betreft door de Hermannshof, Schlosspark en Exotenwald gaat en daarna via de Burgruine Windeck weer terug.

 

De Hermannshof is een prachtige tuin die nu al heel druk bezocht is met ook verrassend veel Japanners. De tuin en het bijbehorend landhuis zijn tweehonderd jaar geleden door de familie Freudenberg gekocht en opgezet als proeftuin. Inmiddels is het alleen nog maar een landschapstuin voor bezoekers waar nog steeds zeventig procent van de kosten door de Firma Freudenberg wordt betaald en de rest door de stad Weinheim en de tuin zelf, die kennelijk qua verkoop aan planten ook nog wat in het laatje brengt. De familie Freudenberg is één van de grootste investeerders en eigenaren van bedrijven in Duitsland komen we later via onze verhuurders achter, de vrouw des huizes is in haar jeugd bevriend geweest met één van de dames Freudenberg. Het stuk tuin waar nu de tulpen, blauwe regens en de Indische sering in bloei staan is in dit jaargetijde schitterend om te bekijken.

 

 

Tegenover deze tuin licht dan het Schlosspark met slot wat aangelegd is als Engelse tuin en waar het ook al lekker wandelen is tussen een grote verscheidenheid aan bomen en een enorm groen gazon. Vandaag is de vrijwillige jeugdbrandweer druk bezig met zieltjes winnen. Het slot zelf bestaat uit verschillende gebouwen waarvan de oorsprong ligt bij de keurvorsten van de Pfalz die hier ooit gewoond hebben. Vanaf het tweede deel van de 19e eeuw is het bezit van de familie von Berckheim geweest en sinds eind 20e eeuw is het van de gemeente en herbergt het onder andere het raadhuis. In het park vind je nog wel de nodige sporen van de familie von Berckheim door vooral een Mausoleum, waar nog steeds de von Berckheims die overlijden worden bijgezet. En door een betonnen tafel in het park waaraan de beroemde Franse schrijver Balzac tijdens een lang bezoek aan de familie een van zijn boeken afgerond zou hebben. Wat minder fijn zijn de volieres met de nodige parkieten, kaketoes en fazanten, opgesloten beesten zijn wij nooit fans van.

 

 

Vanuit het park gaat het opeens extreem stijl omhoog het Exotenwald in. Ook dit is weer een overblijfsel van de von Berckheims die hier tussen al heel veel verschillende inheemse bomen een groot aantal uitheems bomen hebben laten planten, die met uitlegborden aangegeven worden. Je kan diverse wandelpaden en lussen lopen die gebaseerd zijn op bomen uit bepaalde werelddelen. Ik kies een eigen route wat helaas een paar keer verkeerd gaat waardoor ik zelfs één keer weer helemaal terug moet lopen. Het wordt hier al wandelend ook wel duidelijk dat door al het klimmen, dalen, draaien en keren de wandeling die ik in gedachten had veel te lang gaat worden. Bij de Weihertalbrunnen volgt een wat langere pauze met een broodje en water en valt het besluit om een ander pad te nemen terug richting Weinheim om vanaf daar naar “Windeck” te wandelen. Vanaf dat moment begint de lucht ook dicht te trekken waar het tot op heden warm en zonnig was.

 

 

Door de aanpassing in de route gaat deze door een heel oud stukje Weinheim en begint vanaf daar een klim per trap naar de ruine die behoorlijk killing is, ik moet drie keer stoppen en merk dat ik het dan nog heel aardig doe gezien andere mensen die ik passeer of waar ik flink op uitloop. Het laatste stuk gaat over een steile weg wat dan wel weer goed te doen is uiteindelijk kom je bij de ruine uit waar het verrassend rustig is, gezien de hoeveelheid mensen en families die ik onderweg tegen ben gekomen. Er is gelukkig ook een biergarten aanwezig zodat met een Colaatje de suikers weer even aangevuld kunnen worden. Het uitzicht is vanaf het terras ook nog eens genieten en je kan de Pfalz zien liggen, wel is het hierboven een stuk frisser als onderweg.

 

 

De terugweg gaat langs de gewone weg die verboden is voor autoverkeer wat redelijk vlot gaat. Om half drie weer terug waar moeders nog wat in de tuin gezeten en gerust heeft. Zelf ook maar even gerust waarna een douche weer helpt om fris en fruitig aan de rest van de middag te beginnen. In de middag nog een rondje Weschnitz noem ik het maar gedaan, wat een riviertje is dat vanuit het Odenwald door Weinheim loopt. De wandeling wordt eigenlijk net wat te lang en is niet heel interessant. Onderweg valt het me op dat ik nergens pinautomaten zie en later kom ik er achter dat je hier de banken in moet lopen om te pinnen. Zal wel een Duits gebruik zijn, in  geen enkel ander land waar we tot nu toe geweest zijn, zijn we dit zo tegen ben gekomen.

 

De rest van de middag gelezen totdat we om half zeven bij “Brasserie Montmartre” verwacht worden. Onderweg die kant op is het koud en dreigend en als we later terug lopen is het wel duidelijk dat het geregend heeft en zijn de winterjassen die we aangetrokken hebben geen overbodige luxe. De brasserie is een leuke tent, als je het bargedeelte door bent kom je in een soort huiskameridee terecht die men inderdaad in wat Franse sferen heeft weten te creeren en decoreren. We beginnen allebei maar eens met een cola waarna we de kaart bestuderen wat enige tijd vergt. Uiteindelijk bestellen we een flammkuchen met asperges, ham en hollandaisesaus voor de dame en voor mij lamsfilet in tijmsaus met een salade en brood. De wijn is een gok, een blanc de noirs uit de Pfalz, die niet helemaal goed uitpakt omdat de zuurgraad hoger is als verwacht en deze mogelijk nog net wat te jong is. Ook een tegenvaller is dat het eten zo ongeveer tegelijk met de bestelde fles wijn komt. Het eten smaakt verder prima en de hollandaisesaus van partner is nou eens een keer niet zo overdreven zuur zoals we meestal mee maken. Onder het eten krijgen we van een klein meisje een paar tafels verderop nog een tweetal menukaarten aangeboden waar we haar hartelijk voor bedanken. Na deze hap lassen we even een pauze in om de fles wijn in een redelijk normaal tempo soldaat te kunnen maken waarna we nog twee desserts bestellen die bestaan uit chocoladetaart met vruchten en een Cappuccino. Het personeel bestaat uit vier jonge gasten die de tent zakelijk maar wel vriendelijk runnen.

 

 

Terug in ons huis nog een glas Riesling van Deidesheim uit de Pfalz ingeschonken die de huurster voor ons heeft geregeld en prima smaakt. De rest van de avond gelezen, ook nog een tijdje in bed het boek uit gelezen. Dat begint tamelijk saai maar wordt wel beter naarmate het vordert. Het gaat over de rol van St Eustatius als vrijhaven in een ver verleden wat op zich geen probleem was totdat de Amerikaanse vrijheidsoorlog uitbarstte en de Nederlandse kooplieden ondanks een verbod wapens aan Amerika bleven leveren via St Eustatius. Uiteindelijk leidde dat tot een oorlog tussen Engeland en Nederland. De conclusie is dat we toen politiek ook al heel goed in pappen en nathouden waren en het lijkt er enigszins op dat de schrijver zich bezondigd aan misplaatst nationalisme door lang en diep in te gaan op de misschien wat onredelijk rol die de Engelse opperbevelhebber gespeeld zou hebben tijdens de bezetting van het eiland toen men de Nederlanden uiteindelijk, naar mijn mening terecht, de oorlog verklaarde.

 

dag 4  maandag

 

Slaap in één ruk ruim zeven uur maar ben wel vroeg wakker. Al vroeg aan de koffie en ik begin nog kort aan een nieuw boek De Radetzky mars van Joseph Roth voor we om negen uur aan het ontbijt zitten. De ochtendwandeling is weer traditioneel een rondje centrum waarna we nog wat lezen. Om kwart over elf vertrekken we naar Darmstadt. We rijden binnendoor omdat we de omgeving wel een beetje willen leren kennen maar dat is niet echt een goed idee. Over ruim veertig kilometer doen we vijf kwartier wat vooral komt door heel veel stoplichten waar je vaak belachelijk lang voor staat te wachten. Daarnaast gelden in vrijwel alle dorpen een snelheidsbeperking van dertig km/h in verband met “Larmschutz”.

 

In Darmstadt parkeren we vlakbij de “Mathildenhohe” en is het niet helemaal duidelijk of we nou wel of niet voor parkeren moeten betalen. We gokken dat het niet hoeft en hebben uiteindelijk ook geen prent. De “Mathildenhohe” blijkt iets heel bijzonders te zijn, eigenlijk een soort heel klein wijkje met woningen, een werkplaats en een tentoonstellingsgebouw uit het begin van de 20e eeuw wat neergezet is in Jugendstil stijl door een aantal kunstenaars uit die tijd zijnde Olbrich, Christiansen, Behrens, Moeller en Huber. Een en ander werd mogelijk gemaakt door de groothertog van Hessen in die tijd, onder het het motto dat hij graag de toen geldende kunsten wilde promoten en vooral de symbiose van handwerk en kunst wilde laten zien. Het complex is genoemd naar zijn vrouw.

 

Het blijkt dat we daarnaast ook nog twee musea kunnen bekijken voor een bedrag van € 12,= per persoon wat we uiteraard doen. We beginnen met het museum “Kunstlerkolonie” waar van voornoemde heren prachtige ontwerpen in Jugendstil staan van meubels, gebruiksvoorwerpen, affiches en boekomslagen die door vaklui hier ter plaatse in het verleden vervaardigd zijn. Het doet denken aan het musee d’Art Deco in Nancy maar hier is het net iets uitgebreider en we vinden het bijzonder fraai allemaal.

 

 

Helaas is er geen toilet in het pand te vinden zodat we vrij vlot doorlopen en het museumcafé in het “Ausstellungsgebouw” binnen lopen voor een toiletbezoek, kop koffie en glas Cola. Als we dat achter de kiezen hebben besluiten we maar meteen dit museum ook te bekijken wat groter is als verwacht en vooral kunst bevat die over de Stad Darmstadt gaat of door plaatselijke kunstenaars gemaakt is. Als enige bekende namen komen we een Frans Marc en Beuys tegen en tussen al het overige onbekende werk zit best behoorlijk wat leuk spul, met name wat leden van de familie Beyer kunnen er wel wat van.

 

 

Als laatste volgt een wandeling over het terrein waar schitterende huizen in Jugendstil stijl van de genoemde kunstenaars staan met schitterende entree’s. Nogal uit de toon valt de Russische moskee die zowel in stijl als qua kleuren eigenlijk niet past tussen al deze prachtige panden. Ook de Hochtzeitsturm past niet helemaal in het concept, zei het dat het minder storend overkomt en die is speciaal neer gezet als cadeau aan de genoemde Groothertog omdat die in 1905 voor de tweede keer in het huwelijk trad.

 

 

Na twee uur verlaten we dit ontzettend leuke terrein weer wat op deze tweede Paasdag ondanks het grijze weer behoorlijk druk bezocht wordt. De terugreis doen we via de snelweg maar ook dat schiet niet heel erg op door grote drukte en files zodat we uiteindelijk het laatste deel maar weer binnendoor doen. Om drie uur zijn we weer terug in de hut waar we een verlate lunch gebruiken terwijl het inmiddels ook is gaan regenen. Later komt de zon weer terug en valt er aan het eind van de middag nog een prima wandeling te maken.

 

Hierna nog even plat en douchen. We eten bij kaarslicht in de eetkamer een bonenschotel en na perzik met Maracuja yoghurt. Na het eten de afwas en keuken gedaan en ons eens in het vuilnisgebeuren verdiept want dat is hier nog weer uitgebreider als in Frankrijk. We blijken organisch en anorganisch te moeten scheiden en wat er dan nog overblijft, wat wij niet helemaal begrijpen, moet nog weer in een andere zak. Glasbakken hebben ze hier niet dat moeten we dan weer buiten in kratten leggen. De avond gaat op aan lezen, puzzelen en babbelen waarna eega om tien uur in bed kruipt en ik om elf uur.

 

dag 5 dinsdag

 

Wederom is de nachtrust niet geweldig maar we worden wel een stuk later wakker. Om tien uur aan het ontbijt en daarna een ochtendwandeling en samen door naar de Aldi. Dat is een grote winkel met maar weinig aanbod en behoorlijk zoeken naar wat we willen. Sommige dingen zijn er gewoon niet en we beslissen al snel dat het niet nog een keer de Aldi wordt.

 

Na de lunch rijden we om half één naar de “Vinothek” in Heppenheim om de nodige wijnen hier van de Bergstrasse te proeven en wellicht ook aan te schaffen. Parkeren is even zoeken maar blijkt aan de achterkant op een verhoging te kunnen. In de winkel begin je zo ongeveer te kwijlen van de hoeveelheid flessen en we kunnen uiteindelijk ook heel veel proeven bij een vriendelijke dame. We gaan vooral voor de Rieslings waarbij we hier verrast worden met ook de roter riesling die wel witte wijn geeft maar dus een rood jasje heeft. De roter is wat minder spannend als de gewone en smaakt vooral naar appel en we houden het bij de trocken variant. Van de gewone riesling nemen we trocken en feinherb mee. Ook proberen we voor het eerst een sekt van Riesling die we allebei niet top vinden, de dame laat ons een rosé sekt van Lemberger druiven proeven die we wel heel fijn vinden en dus ook maar mee nemen. De dame wordt steeds enthousiaster en laat ons ook nog Riesling lieblich proeven die lager in suikers zitten als Edelsuss maar we allebei niet echt prettig vinden en voor de Grauburgunder feinherb geldt hetzelfde. Uiteindelijk nemen we ook nog een fles Moskateller mee en betalen we € 98,= voor twaalf flessen wijn uit dit ons onbekende gebied. Als we tijdens het proeven om een spuugbakje vraag blijken ze dat hier een “spuki” te noemen.

 

 

Later in de middag wandelen we nog samen naar de Hermannshof waar we een tijdje op een bankje van alle kleuren genieten. Daar in alle rust van genieten is helaas onmogelijk gezien de drukte. Hierna loop ik nog door voor een rondje Schlossgarten. Weer terug in de hut een tijd in de tuin zitten lezen waarbij ik gezelschap krijg van één van de katten. Later de ogen even gesloten en gedoucht.

 

Vanavond eten bij “Lotus” wat meer richting het industriegebeuren buiten de stad ligt maar nog steeds goed te belopen is. Een restaurant waar je en Vietnamees en Japans kan bestellen en wat voor een dergelijke keuken niet onaardig is ingericht. Weinig Oosterse ornamenten wel veel zwart en planten. We zitten enigszins apart om ons niet duidelijk redenen waardoor de dichtstbijzijnde tafel op een behoorlijke afstand staat waar vier meiden zitten te eten met dikkere bovenarmen als mijn bovenbenen. We zien eigenlijk niemand Japans bestellen en wij hebben daar ook geen zin in. We beginnen met echte Vietnamese drankjes, tafeldame iets met mango, yoghurt en melk wat heel lekker is en iets weg heeft van een milkshake maar dan wat zachter. Voor mij iets fris zuurs met limoen, maracuja, bruine suiker en munt. Gezien de gerechten die we tegen komen lijkt een wijntje hier niet echt zinvol.

 

We gaan voor een voorgerecht wat voor reisgezel uit wantansoep bestaat en voor mij uit losse wantans. Deze laatste smaken als Vietnamese loempia’s. De wantans in de soep smaken wel zoals we ze kennen, maar de soep is hier wel veel rijker gevuld met allerlei groenten. De namen van de hoofdgerechten kunnen we niet meer reproduceren maar voor mij zijn het gebakken noedels met groente en kip in een wat ketjapachtige saus en voor de dame is het rijst met een teppan van groente en kip die wat meer sezuanachtig en dus peperig smaakt. Het smaakt allemaal niet verkeerd, al vind ik dit achteraf de minste maaltijd die we in dit land buiten de deur tot ons nemen. De porties zijn behoorlijk groot zodat we desserts overslaan en eindigen met twee Cappuccino. Het blijkt ook nog eens zeer betaalbaar allemaal en na anderhalf uur staan we weer buiten.

 

 

dag 6 woensdag 

 

Gisteravond vroeg naar bed en eindelijk eens een keer prima slapen tot acht uur. Op tijd aan het ontbijt en de ochtendwandeling. Volgens de weerberichten zitten we vanaf vanmiddag om een uur of drie met regen en blijft het weer tot en met vrijdag niet al te best maar zou het de rest van de vakantie prachtig moeten gaan worden.

 

Vandaag naar Mannheim waar we in ieder geval museum "Kunsthalle" willen bezoeken. Het centrum van Mannheim in is eenvoudig maar het vinden van de ingangen van de parkeergarages is knudde zodat we eigenlijk geheel toevallig de auto in een parkeerhaventje net naast het museum weten te zetten. Daar mogen we maximaal drie uur staan voor € 10,= en uiteindelijk vul ik later nog een keer bij voordat we het museum in gaan om er langer te kunnen staan. We staan ook nog eens naast de Mannheimer Wasserturm die we maar als het centrum beschouwen. Allereerst is het idee wat te gaan winkelen alleen lopen we de verkeerde kant uit en komen we eigenlijk niet zo veel winkels tegen en is partner van mening dat we langzaam de achterbuurten in lopen. Er wordt nog wel wat aangeschaft in een NKD winkel die het niveau van de Zeeman heeft. Echtgenote blijkt later gelijk te hebben we hadden de andere kant op moeten lopen. Als we besluiten terug te lopen komen we onderweg café “Kult” tegen waar we een mango sapje en een cappuccino op het terras nemen.

 

 

Terug bij de watertoren bekijken we het bijbehorende park en de omliggende gebouwen al kuierend eens op ons gemak en vinden het een fraai stukje Mannheim. We besluiten er onder een arcade in de buitenlucht ook de lunch te gebruiken bij een tentje wat “Friedrich” heet. Mijn salade van Burrata met witte en groene asperges en brood smaakt heerlijk. Moeders heeft pech die neemt een soort tosti met kaas die ze niet echt lekker vindt. Gelukkig wordt een en ander vergezeld van chips die wel met smaak opgegeten worden.

 

 

Hierna is de "Kunsthalle" aan de buurt, een enorm wit gebouw van binnen waarbij men een stuk of negen zalen in de vorm en met de naam “Kubus” heeft gemaakt om zaken tentoon te stellen. Later blijkt er ook nog een stukje van het oude originele museum in art deco stijl verbonden te zijn met het nieuwe deel. De toegang bedraagt € 14,= per persoon maar de vrouw krijgt gezien leeftijd twee euro korting. Het museum is ruim opgezet en kent in het nieuwe deel vooral moderne kunst in algemene zin met ook een paar intrigerende werken van Anselm Kiefer.

 

 

In dit deel bevindt zich ook een “kubus” met Franse werken tegen waar een heel bekend werk van manet hangt en verder mooi spul van mannen als Manet, Sisley, Courbet, Monet, Daumier. Corot en Renoir. Vooral het doek van deze laatste, waar ik toch meestal geen groot fan van ben, is fraai.

 

 

In het oudere deel komen we een mooie collectie expressionisme tegen met veel schilderijen van Slevogt, Corinth, Nolde, Marc, Klee, Kirchner en een Chagall. Daarnaast heeft men ook veel beeldhouwwerken uit die periode van Lehmbruch en Barlach.

 

 

Naast de vaste collectie draaien er nog een paar tentoonstellingen waarvan twee indruk maken. De eerste gaat over ene Karl Bertsch die prachtige reclametekeningen heeft gemaakt in het verleden. Maar hij heeft ook behoorlijk wat aquarellen en maatschappijkritische karikaturen vervaardigd en de nodige werken komen niet heel gezellig over. De man blijkt gevochten te hebben in WWI en daarnaast leefde hij ook nog eens in de periode Weimar en WWII dus niet echt tijden waarvan je waarschijnlijk erg vrolijk werd in Duitsland en mogelijk de oorzaak.

 

 

De tweede tentoonstelling gaat over Tavares Strachan, dat blijken hele bijzondere multi media installaties te zijn die over wetenschap, geschiedenis, volkeren en dergelijk gaan waar heel veel verschillende technieken in zitten die mij wel aanstaan. De man blijkt als ik het later eens op zoek uit de Bahama’s te komen en pas vijfenveertig te zijn.

 

 

Na bijna twee uur staan we weer buiten na de museumwinkel nog te hebben bekeken die tegenvalt. Verder een mooi museum prettig ruim opgezet en veel mooi of toch minimaal interessant spul. De terugreis gaat vlot en als ik in de tuin zit als we terug zijn maak ik kennis met de eigenaresse van het huis genaamd Mary die met een Amerikaan getrouwd is en zowel Duits als Engels spreekt. We bespreken kort nog wat zaken betreffende parkeren en de afvalvoorziening en ik kom er op dat moment achter dat de onderhuurster uiteindelijk de boodschappen voor ons gedaan heeft. Die bedragen € 27,= en we bedanken haar met een kort briefje en een doosje merci en een pak stroopwafels.

 

Ze blijken ook nog een exchange student uit Amerika over de vloer te hebben die ik ook nog spreek omdat ze later in de middag thuis komt van school. Ze zit op de middelbare school om een jaar goed Duits te leren en wil in de toekomst ook graag Psychologie in Europa gaan studeren bij voorkeur in Heidelberg. Als ik vraag waarom blijkt ze haar toekomst te zien in Europa gezien de situatie in de VS met een man met wit haar en het is in Europa vele malen goedkoper om als in de VS te studeren daar betaal je 56K per jaar.

 

Tegen half vijf wordt het buiten echt kouder en begint het ook te regenen zodat ik naar binnen ga. Wederom eten we bij kaarslicht, vandaag aardappels met asperges en gekookte eitjes. De afwasmachine na het eten aan de praat gekregen en de keuken gedaan en tegen acht uur lukt het om nog even een rondje in droog weer te wandelen waarbij het dit keer richting het station en weer terug wordt. De rest van de avond lezen en kort puzzelen.

 

dag 7 donderdag 

 

Vrij vroeg wakker ook al omdat er een of andere klusjesman in de tuin bezig is met een cirkelzaag. Al vroeg aan het ontbijt en de afwasmachine uitgeruimd. Ook vroeg een rondje centrum gedaan waarbij brood en wat croissants en vanilleschnecken worden aangeschaft die we bij de koffie opeten. Ik lees het boek van Joseph Roth uit. Voor een boek uit 1932 leest het prettig en het geeft een beschrijving van het verval van het Oostenrijks-Hongaars keizerrijk wat uiteindelijk in WWI dan ook uit elkaar viel. Beetje lastig te bepalen of de schrijver het einde nou wel of niet op prijs stelde. Aan de ene kant schildert hij de belachelijkheid van bepaalde zaken en gewoonten binnen de geprivilegeerde standen met duidelijk plezier en steekt er de draak mee. Maar aan de andere kant krijgt het interne nationalisme in het keizerrijk wat ook een reden was voor de val er stevig van langs. Hierna begin ik aan het boek Verraad op huize Zwaluwenburg van Richard de Nooy. Later puzzel ik nog wat en loop naar het gemeentemuseum van Weinheim wat vandaag als enige uitje op het programma staat maar dat blijkt pas om twee uur open te gaan, zodat ik maar een wandeling door het schlosspark maak en bij de St Laurentius kerk naar binnen loop en een kaarsje brand. De laatste tweehonderd meter terug naar huis begint het helaas te regenen.

 

Bij een nieuwe poging richting het museum is het droog en stap ik om kwart over twee binnen en moet twee euro entree betalen. Het museum zit in het oude pand van de Duitse orde wat sinds 1741 in gebruik is. Ik hou het er veertig minuten vol in een wat teleurstellende rommelige poging om de geschiedenis van Weinheim tot leven te laten komen. Die geschiedenis gaat terug tot de prehistorie middels een gevonden mammoetschedel die men heeft gevonden toen men de Waidsee af ging graven voor zand en kiezels en hobbelt door tot wat spullen die men kennelijk uit de jaren 70 heeft bewaard. Uit de bodem is eigenlijk uit alle tijden wel wat aan sieraden en wapens gekomen, zowel bronstijd, ijzertijd als de middeleeuwen. De spullen van de Middeleeuwen komen bij de burgruine vandaan. Uit de Romeinse tijd zijn er nog wat dakpannen opgescharreld. Verder zijn er nog wat ruimtes ingericht met meubels en schilderijen uit de 18e en 19e eeuw waarvan er eentje gaat over de plaatselijke burgemeester Albert Ludwig Grimm en zijn familie in de periode 1829-1838. Ook is er een ruimte met wat zaken betreffende de familie Berckheim, de bewoners van het slot maar wel erg summier.

 

Het lijkt er op dat Weinheim zo rond het jaar 1000 is ontstaan doordat de Abtvorst van de abdij in Lorch hier in de buurt stadsrechten verleende. De kerk St Peter die er nu staat is in 1910 gebouwd ter vervanging van het originele kerkje wat ook rond de 1000 jaar oud was en erg klein volgens de foto´s die er nog van te zien zijn. Tijdens de sloop van die kerk heeft men diverse fresco’s uit de 14e eeuw gevonden wat toch redelijk uniek is maar die hangen hier in een apart zaaltje op een zodanige manier dat ze nauwelijks goed te bekijken zijn. Ook leer je dat sinds de middeleeuwen deze regio de naam “Kurpfalz” heeft gehad maar in de huidige moderne tijden is gewijzigd in “Neckar-Rhein”. Het meest interessante is een piepklein hoekje wat gaat over de periode WWI – WWII in Weinheim waarbij in WWI schoenen werden gefabriceerd uit plantaardig materiaal wegens nood aan grondstoffen. In WWII is hier nauwelijks een dode gevallen maar zijn na de oorlog wel vijfduizend Amerikaanse militairen in het stadje gestationeerd. In die tijd werd voor nood ook een Freudenberg als burgemeester aangewezen maar ik begrijp later van de eigenaren dat de man uiteindelijk ook zijn straf niet is ontlopen. Volgens hen was er geen industrieel die in die periode zijn handen schoon had kunnen houden.

 

 

Het eten wordt vandaag speciaal, we hebben gereserveerd bij “Esszimmer” waar het vol hangt met Michelin stickers maar men geen ster heeft. Wel dien je om half zeven aanwezig te zijn zodat om zeven uur op alle tafels begonnen kan worden met het serveren van een zes gangen diner. Kom je niet opdagen of annuleer je te laat dan kost je dat € 75,=. Het wordt wel een lange zit want we zijn pas om kwart voor elf terug maar het is een groot succes, heerlijk eten met meestal echt goed bijpassende wijnen. Daarbij is het een leuke eetruimte met plek voor zo’n vijfentwinig personen, alleen zitten de stoelen wat minder prettig. Er zijn uiteindelijk maar vier tafels bezet en er wordt pas weer een nieuwe gang opgestart als alle tafels klaar zijn wat soms wel eens wat langer duurt. De bediening is in handen van een kleine dame met een indrukwekkende voorgevel die ook nog wel het een en ander van wijn weet. Als ik bij een gerecht vraag waarom ze die wijn daar nou bij schenkt blijkt echter dat de chef de wijnen heeft gekozen, wat hij volgens haar op basis van de sauzen die erbij geserveerd worden doet.

 

Als we om half zeven aanschuiven beginnen we met een glas Rosé sekt uit Bebenheim die fijn is. Als iedereen om zeven uur eindelijk binnen is, het is wachten op de man die aanschuift bij een modern gekapte en geklede dame, nemen we nog maar een rosé cremant voor bij de amuses en het brood, die geserveerd gaan worden want de sekt is inmiddels wel op. Beiden zijn top. De amuses bestaan uit aspergesoep uit een reageerbuisje, gerookte vis met jalapenos en otoro in een taartvormpje en een hele bijzondere macaron van biet met tartaar van rund met heel veel smaak. Bij het brood worden een viertal schaaltjes geserveerd waarbij vooral de kaasyoghurt met lente-ui en de creme van tuinkers het bijzonder fijn op het zuurdesembrood doen, de geconfijte tomaatjes nemen we er als snack bij. De creme van tuinkers smaakt gek genoeg iets visachtigs. De eerste gang is tonijn met een oester vergezeld van Burrata. Ik ben geen fan en zal nooit een fan van oesters worden en ook met deze doen ze me niet echt een plezier maar de tonijn is geweldig. We worden verblijdt met een prima bijpassende wijn uit Steiermark in Oostenrijk die bestaat uit een verrassende blend van riesling met furmint.

 

De tweede gang is gegrilde asperge met een gepaneerd en gekookt ei overgoten met wat truffelolie en aspergecreme. Voor mij de minste gang van de avond die dan wel in de verhouding gezien moet worden van een acht in plaats van een negen. De Riesling uit de Pfalz erbij is ook weer helemaal goed. Door naar nummer drie wat een stuk kabeljauw vergezeld van spinazie op drie manieren is met een beurre noisette van tomaten. De tomaat vinden we niet terug maar het gerecht is geweldig. De wijn erbij een Chardonnay, wederom uit de Pfalz die we totaal niet als Chardonnay herkennen en ons haast een natuurwijn lijkt. Op zich geen onaardige wijn maar voor het eerst deze avond begrijpen wij de combinatie met het eten niet. Als we dit gerecht tot ons nemen worden vast de glazen rode wijn voor de volgende gang in geschonken omdat deze een tijdje moeten ademen volgens de bediening. Dit is een Cabernet Franc van de Loire maar de exacte plaats kunnen we niet achterhalen. Deze wordt geschonken bij een fantastisch stukje gegrild kalfsvlees met een heerlijke kalfsjus en kalfsragout. Die laatste is mij iets te zout en laat ik staan. Bij deze gang vraag ik aan de dame waarom deze wijn gekozen is. Zelf vind ik de combinatie niet geweldig, een iets te zware tamelijk vegetale wijn bij een licht stukje vlees, voor mij was een wat lichter rood of mogelijk zelfs stevige glas wit een betere combinatie geweest.

 

De laatste gang is uiteraard het dessert en is een potpourri van eigenlijk vreemde smaken die het samen wel heel goed doen. Erbij komt een Spatlese riesling uit de Moezel op tafel die zowel hoog in zuren als suikers zit en weer prettig passend is. Als allerlaatste gang volgen er nog twee Canelé’s de Bordeaux waarbij het waarschijnlijk de bedoeling is dat we koffie bestellen, maar we zijn wel klaar met zitten en willen inmiddels afrekenen wat neer komt op een bedrag van € 430,=. Dit is uiteraard aan de prijs is maar het doet toch een stuk minder pijn als je dan ook gewoon kan zeggen dat je heerlijk gegeten en gedronken hebt. Als we naar buiten lopen zijn we blij dat we eindelijk weer frisse lucht om ons heen hebben en blijkt reisgezel, voor de tweede keer dat ik dat in bijna vijfendertig jaar mee maak, net een slokje te veel op te hebben. Dat leidt tot een wat moeizame wandeling naar huis en als we terug zijn verdwijnt ze meteen in bed.

 

 

dag 8 vrijdag 

 

Vandaag matig weer tijdens de ochtendwandeling en tijdens dat rondje loop ik een boekenzaak in waar men een tweetal wandelkaarten heeft, die beter bevallen als die we in Nederland besteld hebben en dus worden aangeschaft. We zetten de verschillende vuilniszakken maar eens bij de voordeur en vertrekken naar Speyer met regen, maar in het plaatsje zelf houden we het vrijwel droog.

 

Helaas staat de kathedraal in de steigers en die is heel erg sober uitgevoerd met voor een Katholieke kerk zeer weinig decoraties en glas in lood. De bouw is gestart in 1030, dus een Romaans exemplaar maar dan wel één die heel hoog is uitgevoerd. De kolommen waarop een en ander rust zijn dan ook gigantisch als je het vergelijkt met de wat hogere Gotische kerken. De weinige decoratie elementen bestaan uit een in beeldhouwwerk uitgevoerde kruisweg en hoog in het schip zijn zeer kleurrijke fresco´s met Bijbelse vertellingen aangebracht, die niet echt makkelijk te bekijken zijn vanaf de grond. Tijdens het rondje door de kerk wat niet erg lang duurt blijken er nog een doopkapel aanwezig en hangt in het koor een grote Duitse keizerskroon wat wel te maken zal hebben met de diverse Duitse keizers uit de 11e en 12e eeuw die hier in de crypte liggen. Om die te bekijken moet betaald worden en daar hebben we geen zin in, wel betalen we voor een kaars die we samen branden.

 

 

Na dit bezoek wandelen we de Maximiliaangasse af tot de “Altportel”. Volgens wat toeristische geschriften de straat to be met veel winkels en horeca. Partner kan hier het winkelen wat inhalen en we lopen inderdaad ook her en der naar binnen maar we vinden vooral de kledingwinkels opmerkelijk duur. In de buurt van de poort stappen we bij “Amalie” naar binnen, een mooie frisse tent waar ontbeten en geluncht kan worden. We bestellen allebei twee spiegeleieren met brood en verse jus d’orange en een cola. Het is vrij lang wachten maar het smaakt en zit er verder prima.

 

 

We brengen een deel van de middag door in het Purrmann haus waar de schilder Hans Purrmann geboren is en een hoop werken van hem en zijn vrouw Mathilde Vollmoeller-Purrmann hangen. Purrmann is voor ons geen bekende naam maar blijkt via Max Liebermann wel binnen de groep Duitse expressionisten van de Berliner Sezession terecht te zijn gekomen en schijnt vooral beinvloed te zijn door Lovis Corinth. Ook heeft hij bij Matisse in Parijs geschilderd en heeft daar ook zijn vrouw leren kennen die daar hetzelfde deed. In sommige schilderijen kun je de invloed van Matisse wel heel goed zien, de met zwart aangezette landschappen en ook hij verwerkte veel dessins in zijn doeken die steeds kleurrijker werden. Waar Matisse uiteindelijk de zaken steeds eenvoudiger wilde schilderen en laten zien, bleef Purrmann zijn hele leven trouw aan het expressionisme en Fauvisme blijkt wel uit de collectie. Zijn vrouw heeft wat minder werken nagelaten, is zeker ook expressionistisch te noemen maar de doeken zijn gewoon van mindere kwaliteit constateren we.

 

Het stel kreeg drie kinderen, woonde vooral in Berlijn, had een zomerhuis aan het Bodenmeer en hij werd directeur van de Villa Romana in Florence in  waar hij in 1935 ging wonen omdat de kunst die hij en zijn vrouw maakten door de nazi´s als entartete kunst werd gezien. Zij overlijd in 1943 in Florence. Als de Duitsers uiteindelijk ook Italie bezetten vlucht hij naar Zwitserland waar hij de rest van zijn leven aan het meer van Lugano heeft gesleten tot hij in 1966 overlijd. Naast de schilderijen hangen er ook nog heel veel foto´s van het stel met familie en de kunstenaars en schrijvers waar ze veel contact mee hadden. De foto´s wekken wel de indruk dat ze zich in wat betere kringen bevonden en we vragen ons af of ze die levensstijl door hun schilderwerk of andere zaken konden bekostigen maar komen daar niet achter, ook niet via internet. Plezierig uurtje doorgebracht in een klein, overzichtelijk en goed gedocumenteerd museum, wat toch eigenlijk prettiger is als zo´n enorme collectie in de Kunsthalle.

 

 

Onderweg naar de auto nog een wc bezocht en tegen half drie het stadje weer verlaten waarbij we ook nog langs het Technikmuseum rijden wat er indrukwekkend uitziet met allerlei vliegtuigen en locomotieven die in de buitenlucht te bezoeken zijn. Op de terugweg doen we boodschappen bij een mega ReWe en dat is toch wel even wat anders als een Aldi. Hier kun je prima een wijntje kopen en hebben ze gewoon alles. Metgezel schaft nog twee flessen Ballantines aan voor de helft van de prijs in ons eigen land. Halverwege de middag terug in ons huis en het is nog steeds grijs en af en toe valt er wat regen. De dame houdt rust en ik wandel nog een rondje station en zit daarna even op gemak met het laatste glas riesling uit de fles tot ik hetzelfde doe. Om zeven uur aan de maaltijd die bestaat uit gebakken kip met een gebakken prutje van gekookte aardappelen en groentes. Na is er nog vruchtenyoghurt met verse bramen, frambozen en zwarte bessen.

 

dag 9 zaterdag 

 

Een fijne nacht en vroeg op en aan het ontbijt. De weerberichten zijn voor vandaag opeens iets minder positief en geven wat kans op regen om een uur of twee. Als oplossing besluit ik dan maar vroeg te gaan wandelen zodat ik naar verwachting voor die tijd wel weer terug ben. Voor alle zekerheid maar een paraplu mee en tijdens het ochtendrondje haal ik een paar lekkere broodjes voor onderweg. Eega gaat vandaag eens op haar gemak in Weinheim shoppen.

 

Ik sta om kwart voor tien wederom naast de “Vinothek” in Heppenheim om de hier uitgezette wandeling “Wein und Stein” door de wijngaarden te maken. Dit is een wandeling van zeven kilometer die zeer bevalt door de grote hoeveelheid panelen met uitleg over echt alle facetten van de wijnbouw en dan op een niveau waaraan mijn niveau op SDEN3 toch niet kan tippen. Ik krijg het gevoel dat ik nog geen vijf procent weet van wat er werkelijk in deze wereld gebeurd. De wandeling tussen de druivenstokken en het uitzicht is op zich al leuk maar al die uitleg geeft het nog net even wat extra’s. De start van de wandeling is nog fris zonder zon en soms wat veel wind zodat rusten niet echt lekker is, maar later breekt de zon door en kan ik toch prima twee keer lekker in het zonnetje zittend een broodje eten en het vochtgehalte op peil brengen. Dat is wel nodig want de wandeling barst van de steile klimmetjes die de nodige inspanning vergen. Onderweg kom ik nog wel wat andere wandelaars tegen en zelfs vier herten die eerst tussen de druiven door springen en later het pad voor mij oversteken. Als ik op de plek kom waar ze over zijn gestoken worden ze net weg gejaagd door de wijnboer die daar bezig is en zie ik ze niet meer, mogelijk eten ze het jonge loof op? Wel kan ik voor het eerst van mijn leven vast stellen dat ze inderdaad een soort blaffend geluid maken. Redelijk aan het eind van de wandeling is er nog een afslag naar een wijnboer die reclame maakt voor zijn terras met proefmogelijkheden in het weekend, het is verleidelijk maar ik sla het toch maar over wegens te steil naar beneden en weer terug en ik moet ook nog rijden. Na ruim twee en een half uur zit de wandeling er weer op.

 

 

Terug in Weinheim is het lekker weer en kom ik Bill, de eigenaar, als ik thuis kom in de tuin tegen en raak een tijdje aan de praat met hem. Hij is afkomstig uit Texas, inmiddels 58 en met pensioen uit het Amerikaanse leger. Hij heeft een eigen zaak opgezet die lijkt te bemiddelen tussen industrie en militaire wensen betreffende veiligheid. Later krijg ik na een ander gesprek zelfs de indruk dat hij mogelijk zelfs bedrijven aan militaire contracten helpt. Hij Is in het leger tankcommandant geweest en heeft in Europa bij de NAVO opleidingen verzorgd. Samen met Mary heeft hij twee zonen, de een studeert architectuur in Basel en de andere wil filmproducer worden en zit in Potzdam. Hij blijkt ook nog een ranch in Texas te gaan erven waar hij soms druk mee is en wil zijn zonen beide zaken na kunnen laten. Een terugkeer naar de VS is geen optie. Politiek gezien begrijpt hij wel een aantal zaken die Trump wil bereiken maar is hij het niet met de uitvoering eens en vindt het duidelijk een hork. Om half drie loop ik dan eindelijk ons onderkomen in en kom vakantiegezel weer tegen die een uurtje heeft gewinkeld zonder iets aan te schaffen.

 

Het diner gebruiken we vanavond bij restaurant “SO”. De entree is niet bepaald een hoogtepunt, eerst een hoop gedoe of we wel gereserveerd hebben en daarna worden we niet al te vriendelijk door de man achter de bar, waarin we de eigenaar vermoeden, bejegend als we vragen of het mogelijk is om een andere tafel te krijgen als de voorgestelde die wel erg in het wandelpad staat. Dat zou allemaal niet kunnen omdat de tafel die we voorstellen om half acht gereserveerd is, als we om kwart over acht vertrekken zit er nog steeds niemand. De overige bediening is in handen van allemaal personeel met een zeer donker uiterlijk die op zich prima hun best doen en vriendelijk zijn. Heel bijzonder is dat er opeens een citroen op onze tafel wordt gelegd als we gaan zitten, die ligt ook op andere bezette tafels. Als we later eens vragen wat daar de bedoeling van is, is het antwoord ter decoratie...tja.

 

Wel eens zin in iets anders als een riesling kiezen we een viognier van Olivier Zeeter uit de Pfalz die toch wel heel anders is als uit Frankrijk. Het kruidige komt er nog wel enigszins uit maar de in Frankrijk vaak aanwezige mandarijn en tropische aroma’s totaal niet en er zit een hint van hout in waar we ook niet erg blij van worden. We bestellen later nog een fles water. Het eten voor reisgenote bestaat uit twee zogenaamde tapas, waar wij eigenlijk geen tapas in zien, want kipsaté met Thaise komkommersalade en een tartaar van tonijn met guacamole, mango, wasabi en tuinbonen. Voor mij komt een bord loup de mer oftewel zeebaars op tafel met aan aardappel-daslook puree, gebakken groene, sherry tomaatjes en gekookte witte asperges en men slaagt er in alles tegelijk af te leveren. En eerlijk is eerlijk het eten is lekker. We krijgen ruim de tijd om de wijn soldaat te maken voordat we desserts bestellen. Die bestaat voor de dame uit mango- en passievruchtijs met fruit. Ik ga voor een bramenparfait met chocolademousse, yoghurt en pistache. Bij het dessert ook een een glas beerenauslese van rosenmoskateller uit Burgenland die wel erg aan de prijs is maar ook wel heel lekker met aroma’s van mango, krenten en gekonfijt fruit. Na allebei nog een Cappuccino met slagroom die wat minder bevalt omdat de koffie lauw is. Eega betaald de rekening van € 139,=. Een avond die verder op gaat aan nog wat lezen en vroeg naar bed.

 

 

dag 10 zondag

 

Om kwart over negen aan de gebakken eitjes en daarna een ochtendrondje in het zonnetje. We zitten een tijdje te dubben wat we vandaag gaan doen. Gezien het mooie weer willen liever iets in de buitenlucht als binnen doen en uiteindelijk besluiten we naar Schloss Schwetzingen te gaan wat prettig dichtbij ligt en een mooie tuin zou moeten hebben. Het slot bezichtigen kan ook maar dan wel met een rondleiding waar we geen zin in hebben en dan ook niet doen. Precies om twaalf uur lopen we de tuin in voor een bedrag van € 9,= per persoon en het is redelijk druk. Het kasteel heeft twee enorme vleugels en kent haar huidige vorm sinds het begin van de 18e eeuw. De tuin is in de tweede helft van de 18e door weer eens een keurvorst van de Pfalz aan laten leggen, door de architect Nicolas de la Pigage en het is na diens dood afgemaakt door een andere tuinarchitect Ludwig von Sckell.

 

We lopen een eind de tuin in, die groot te noemen is, en partner besluit zich een tijd op een bankje terug te trekken en mensen te kijken terwijl ik verder dwaal waarbij ik wel de Engelse tuin over moet slaan omdat die gesloten is wegens het gevaar van vallende takken tot onze verbazing. Aan het het eind van de tuin bevindt zich een grote vijver en de “Merkurtempel”. Hier kom ik een klein stalletje tegen waar ik twee flesjes Cola aanschaf waarna ik weer terug wandel naar eega en we samen een tijdje op het bankje wat babbelen en een en ander op drinken. Daarna duik ik nog een keer een ander deel van de tuin in en kom de “Apollotempel” tegen en daarachter de “Turkische garten” waar een in barokstijl uitgevoerde moskee staat met twee minaretten. Bijzonder dat dit rond 1750 neer is gezet voor de Islamitische medemens en het valt ook op dat er verhoudingsgewijs aardig wat moslims de tuin bezoeken. Als zondagsdecoratie lopen er ook nog wat dames rond in kleding uit de tijd dat de tuin werd aangelegd en gek genoeg zijn er behoorlijk wat mensen die zich samen met die dames laten fotograferen.

 

Weer terug bij reisgezel wandelen we daarna samen naar de paleisvleugel waar we in de verte een terras denken te zien. Dat klopt ook, maar zit vrijwel vol en geeft het gevoel dat het aan het ene tafeltje wat nou net niet gereserveerd is en waar geen kaart op ligt heel lang gaat duren voor we geholpen gaan worden, zodat we doorlopen naar de zijuitgang waar de auto staat en we nog een klein museum tegenkomen met allerlei tuingereedschap uit vervlogen tijden. Er staan ook een paar oude bluskarren en oude tonnen met netten die men gebruikte om vissen uit de vijver te halen. Hier staat ook een uitlegbord wat aangeeft dat er rond 1800 een werkelijk indrukwekkende hoeveelheid verschillende varieteiten aan fruit geoogst werd. Na twee uur staan we weer bij de auto waar we € 3,80 parkeergeld moeten betalen. Als we terug zijn in Weinheim besluiten we naar de bakker in het centrum te lopen om een poging te doen om een kop koffie met iets te eten te bestellen. Men is inderdaad open en ondanks dat het druk is vinden we inderdaad nog een tafeltje in de buitenlucht. We gaan voor een kop koffie en een kop thee met appeltaart, deze laatste ziet er anders uit en smaakt ook anders als wat we in ons eigen land gewend zijn.

 

 

De rest van de middag met boeken, wandelkaarten, pen en papier in korte broek de tuin gezeten, waar reisgezel me later gezelschap komt houden. Om half zes schuift Bill met een biertje aan en zitten we onverwacht en ongepland tot bijna zeven met hem te praten over Blues en dan vooral zijn idool Stevie Ray Vaughn, Collegegeld, Buitensporige kosten in de VS die je krijgt als je nauwelijks belasting betaald met zijn allen, NAVO, importheffingen van Trump en hij blijkt een één sterrenkolonel te zijn geweest toen hij met pensioen ging. Tijdens het gesprek valt weer eens op dat ook deze mens nauwelijks vragen aan ons stelt en vooral over zichzelf praat. De keus is daarna snel gemaakt dat we uit eten gaan en er morgen voor twee dagen Linguini gekookt gaat worden.

 

Om zeven uur lopen we de deur uit naar het restaurant “Peppino” hier op de hoek, wat een beetje verstopt zit in een soort nieuwbouw appartementencomplexje. We kunnen er nog meer dan makkelijk bij en een plek uitzoeken waar we willen en besluiten binnen te gaan zitten. De bediening is in handen van een jonge gast die slist, wat voor de Duitse taal nog wat lastiger is krijg ik de indruk en een oude baas die tonnetje rond is. Beide lijken wel Italiaanse roots te hebben. We gaan vandaag allebei voor een voorgerecht, hoofdgerecht en Cappuccino. Bij mij bestaat dat uit tomaat met mozzarella en basilicum die prima is en daarna gebakken tong van de gril met gegrilde groenten en een salade die nog beter is. De dame gaat voor Carpaccio gevolgd door Lasagne en is ook helemaal tevreden. Voor haar een colaatje erbij en voor mij twee keer een zeer fors glas rosé wat een lekkere wegdrinker is maar geen topper. De rekening is € 91,= en als we daar € 100,= van maken krijgen we opeens een glaasje grappa of Limoncello aangeboden die we toch maar afslaan.

 

 

Als we weer terug op het honk zijn eerst maar eens gedoucht wat er vanmiddag bij ingeschoten is en daarna wat zaken op internet afgehandeld en en tot half elf in een boek gedoken.

 

dag 11 maandag

 

Vrij vroeg aan het ontbijt met wel erg oud brood zodat er bij het ochtendrondje, wat fris is, vers brood en wat lekkere zaken voor de wandeling van vandaag worden mee genomen. We rijden daarna samen naar de ReWe die vlakbij zit en voorzien is van een gratis parkeergarage waar het wel naar urine stinkt. Deze winkel is weliswaar een stuk kleiner als die van vorige week maar ook hier hebben ze wat we nodig hebben en is het ook nog eens lekker rustig.

 

Om elf uur rij ik naar “Furstenlager” om te wandelen wat nog weer twee stadjes verder ligt als Heppenheim bij Auersbach en ik via de snelweg doe. Dat gaat niet zo heel veel sneller omdat de oprit van de snelweg richting die kant afgesloten is en er dus een snelweg verderop genomen moet worden en ik pas om tien over half twaalf parkeer. Dat “Furstenlager” is eigenlijk een klein zij dalletje het Odenwald in, waar wederom één van de Keurvorsten van de Pfalz een optrekje heeft neer gezet als zomerverblijf. Het bestaat uit bos, grasvelden, een aangelegde tuin en druivenstokken en bij het overigens wel bescheiden optrekje is een soort miniatuurdorpje gebouwd wat kennelijk het vakantiegevoel moest versterken. Er zijn diverse wandelpaden en ik combineer wat rondjes waarbij ik inderdaad door bos, veld en wijngaarden loop en eindig in het dorpje. Ook hier zitten steile stukken tussen maar het loopt allemaal net wat makkelijker als de wijnwandeling en er hoeven ook geen borden bestudeerd te worden zodat ik na een kleine twee en een half uur weer bij de auto sta. Voor een maandag kom ik nog aardig wat wandelaars tegen wat vrijwel allemaal vrouwelijke en mannelijke koppels zijn. Niet verrassend is alle horeca gesloten en ben ik aangewezen op een paar stops met wat smakelijke mee gebrachte broodjes en water. De wandeling is niet heel spectaculair maar wel behoorlijk afwisselend en er is aardig wat te zien.

 

 

Metgezel heeft een deel van de ochtend weer lekker op een bankje zittend in de Hermannshof doorgebracht. Ik ga een uurtje liggen waarna ik een tijd de tuin in duik met een boek. We zitten vroeg binnen aan het diner wat dus linguini met uien, knoflook en tonijn wordt. Onder het eten besluiten we dat we vrijdag wel weg willen vanwege het gedoe met parkeren hier voor de deur omdat er zelden plek is, maar vooral ook omdat we last van lawaai van de eigenaren hebben op de momenten dat wij willen gaan slapen of nog slapen. Later in de week maken we ook nog mee dat de eigenaren zelf aan het zitje in de tuin het diner gebruiken terwijl wij toch de indruk hadden dat dit zitje voor ons bedoeld was. Dit sterkt ons uiteindelijk alleen maar meer in onze beslissing om eerder te vertrekken.

 

De avond gaat op aan het uitlezen van het boek “verraad op huize Zwaluwenburg”. Een chaotisch boek qua opzet en tekstueel zitten er ook onduidelijkheden en onjuistheden in. Er lijken een oorlogsgeschiedenis en een familiegeschiedenis door elkaar heen te lopen die het allemaal niet duidelijker en logischer maakt, daarnaast heeft de schrijver veel eigen onderzoek gedaan om zaken boven tafel te krijgen maar zit er ook een hoop giswerk tussen wat niet keihard onderbouwd wordt en de titel lijkt wat zwaar aangezet als het in feite gaat om een razzia die plaats heeft gevonden door verraad waarbij niemand opgepakt is. Vreemd boek en ik verdwijn als het uit is om half elf naar bed.

 

dag 12 dinsdag

 

In bed begin ik nog kort aan een boek van Guzel Jachina wat “Wolgakinderen” heet. Wederom een wat vreemd boek wat het leven en lot van de Wolgaduitsers in Rusland beschrijft tijdens de eerste dertig jaar van het communisme. Wat dan gebeurd aan de hand van een haast sprookjesachtig verhaal van een man en zijn dochter. Ook dit vind ik een vreemd boek, historisch echt wel interessant, bijzonder taalgebruik wat me wel bevalt maar op sommige punten ook wel heel langdradig en traag.

 

De nacht gaat lekker. Na de ochtendwandeling vertrekken we naar Heidelberg waar het plan is om het schloss te bezoeken en mocht er nog tijd over zijn dan kijken we ter plaatse wel of we nog meer willen doen. Dat tijd overhouden lukt niet erg omdat we binnendoor rijden wat totaal niet opschiet en ook nog eens een stuk langer duurt door een omleiding en het feit dat we een stuk over een trambaan moeten rijden waarbij trams niet te passeren zijn als ze bij een halte stoppen. In Heidelberg is het druk, komen we niet bij de gewenste garage uit en staan we ook nog een tijd stil omdat een vrachtwagen gelost wordt in een nauw straatje. Uiteindelijk weten we met meer geluk dan wijsheid wel een garage te vinden vlakbij de plek waar we wilden zijn alleen is die stampvol en staan de auto’s zo dicht op elkaar dat je als je in parkeert, wat nog wel lukt, je vervolgens je deur nooit meer open krijgt zodat ik maar weer verder zoek. Uiteindelijk hebben we hier ook nog geluk dat er opeens een haven waar drie auto’s strak naast elkaar vrij komt en ik een plekje aan de zijkant vindt waarbij je in ieder geval via de bijrijdersstoel in en uit kan stappen omdat daar ruimte is.

 

We staan dan ook pas na anderhalf uur op een plein naast het universiteitsgebouw waar vandaan het nog een driehonderdvijftig meter lopen naar de bergbahn is, waarmee je voor € 9,= per persoon omhoog kan en het slot bezoeken. Die bergbahn blijkt al sinds 1890 te bestaan. Ook dat schiet niet op omdat er twee dames voor ons een lange discussie met de man achter de balie voeren over kortings- of vrijkaarten die ze zouden hebben gehad bij een of andere reis die ze aan het maken zijn maar niet bij zich hebben. Uiteindelijk moeten ze het volle pond betalen en ontstaat er alleen maar een lange rij met mensen die zich beginnen te ergeren. Bij het slot zelf is het dan eigenlijk net te druk, wel is het er heerlijk weer. Delen van het slot zijn in verschillende tijdperken en dus stijlen opgetrokken en daarnaast zijn delen nog in tact of inmiddels een ruine. Het is niet oninteressant maar ook niet heel speciaal.

 

 

In het slot zelf bevindt zich nog een mega groot wijnvat wat ons niet erg kan boeien en het Duitse Apotheker museum. Dat blijkt dus vele malen interessanter als verwacht omdat het heel goed uitlegt hoe de rol van medicijnen in het dagelijks leven al sinds de tijden van de Perzen op een verrassend hoog niveau lag met een forse dip in de Middeleeuwen. Daarnaast leer je nog eens wat interessants over homeopathie en andere “heilstherapieen” waar Duitsland altijd wel voorop in heeft gelopen. Het grote probleem is dat het allemaal te druk is om het gewoon op je gemak op een goede en leuke manier te bekijken.

 

 

We besluiten na de binnenkant van het slot bekeken te hebben, in de slottuin maar eens een drankje op het terras te nemen wat met € 4,75 per stuk, de eerste keer dat hier in de horeca iets overdreven duur is, maar het zit er wel lekker na alle vermoeienissen. Uiteindelijk blijft partner lekker zitten terwijl ik de slottuin, die behoorlijk groot is en een paar mooie uitzichtpunten heeft doorkruis. Na een half uurtje ben ik weer terug en houden we nog even kort pauze op het terras, waarna we weer naar beneden gaan waarbij we tien minuten op het treintje moeten wachten. Uiteindelijk staan we om half twee weer in de Altstadt op een leuk plein voor het oude stadhuis waar vandaag flink getrouwd wordt komen we achter.

 

 

We overleggen kort en willen ruim voor de spits de stad uit want dan verwachten we helemaal chaos zodat we besluiten op dit plein wat te eten en daarna te vertrekken. Dat gebeurd bij “café Cenmoro” onder een parasol die eigenlijk niet een echt kleine kaart blijken te hebben. Moeders gaat voor een aardappelsoep met gebakken spekjes en ik voor een salade van de dag met gebakken kip, deze laatste smaakt prima de soep lijkt wat op onze erwtensoep en is veel te veel. Ondertussen kunnen we genieten van een pas getrouwd stel die vlak voor het stadhuis bij een fonteintje hun huwelijksfeestje met wat vrienden en familie in de buitenlucht aan het vieren zijn met zelf meegebrachte drankjes.

 

 

Tegen half drie lopen we de garage in waar een man voor ons vreselijk staat te hannesen bij de betaalautomaat en in conclaaf is met de opgeroepen parkeercentrale. Uiteindelijk help ik de man dan maar zodat wij ook weg kunnen. De garage uit gaat vlot, de stad uit niet. De doorgaande routes zijn haast onnavolgbaar in chaotisch onlogisch gedoe en Miep stuurt ons ook nog ergens verkeerd. Onderweg blijkt ook de airco het niet te doen en wordt het warm in de auto doordat het buiten 27grC is. De afslag naar Weinheim is ook nog eens afgesloten zodat we een behoorlijk stuk door moeten rijden voor de volgende afslag en we uiteindelijk pas om half vier weer thuis zijn. Ter compensatie kan ik wel voor het eerst vrijwel voor de deur parkeren.

 

De conclusie betreffende Heidelberg is “eens maar nooit meer”. Op zich een bijzonder charmante Altstadt maar ook een tourist trap en verkeerstechnisch een chaos. Een tijd in de tuin gelezen en wat zitten mijmeren waarna ik een uurtje plat ga en nog wat bankzaken regel. Na de douche eten we buiten wederom linguini waarbij de katten opeens bijzonder geinteresseerd zijn in ons. Yoghurt en fruit uit de koelkast op gemaakt en na de afwas en het opruimen van de keuken een rondje station gewandeld. Bij terugkomst vast wat spullen in de auto gegooid die we niet meer gebruiken of nodig hebben de rest van de vakantie, want het is maar afwachten waar we die vrijdagmorgen als we weg willen hebben staan of kwijt kunnen. Nog een uurtje in de tuin gelezen maar dat wordt na negen uur te koud zodat we naar binnen verhuizen.

 

dag 13 woensdag

 

Tegen acht uur wakker en om negen uur aan het ontbijt. Vandaag toch nog weer een dagje wandelen en ik vertrek vroeg wegens de aangekondigde warmte naar de “Wachenburg” die hier boven het stadje uitsteekt. De route gaat langs de St Peterkirche die gesloten is en vervolgens over een hele oude steile begraafplaats die al duizend jaar in gebruik is en waar vooral graven met opschriften van eind 19e eeuw te vinden zijn.

 

 

Het pad naar de “Wachenburg” is mega steil en als ik ergens verkeerd loop kom ik op de gewone weg uit die dan, heel fijn, niet zo steil is en waardoor je ook min of meer in de steengroeve kan kijken die je vanaf de snelweg goed kan zien liggen achter Weinheim. Die blijkt nog in gebruik want er gaan af en toe sirenes gevolgd door een doffe klap omdat men rotsen aan het op blazen is. De “Wachenburg” zelf is een soort nep kasteeltje wat honderd jaar geleden neer gezet is om jaarlijks alle voorzitters van de Duitse studentenverenigingen te kunnen ontvangen, iets wat Bill van de week ook al vertelde en het volk wat daarop af komt willen zij niet in hun verhuurdeel hebben.

 

 

Hierna is het de bedoeling om een lus maken en dan weer terug naar huis te lopen langs burgruine “Windeck”, waar ik aan begin als ik uitgebreid heb gegeten en gedronken. Na een tijd kom ik een paar helden tegen die in een enorm hoge elektriciteitsmast aan het werk zijn en kort daarachter staat opeens een hek over het pad waar je echt niet doorheen kan. Om verder te gaan moet er langs een heel smal en belachelijk steil geitenpaadje langs het hek naar beneden gewandeld worden wat me te link is zodat ik terug wandel naar de “Wachenburg”. Vanaf daar blijken paden naar “Windeck” afgesloten wegens instortingsgevaar. Met een hoop zoeken weet ik wel op het pad te komen via een andere route maar later gaat het nog een keer mis zodat het behoorlijk lang duurt om er te komen. Verrassend genoeg is de horeca open zodat er wederom een colaatje besteld wordt en er komt zo het en der toch nog wel wat volk de ruine binnen lopen. Omdat het rustig is besluit ik nu ook de toren van de ruine nog te beklimmen voor het uitzicht wat dan vijftig cent moet kosten. Na drie uur en een kwartier weer thuis. Eega is op zoek geweest naar een korte broek gezien het weer maar heeft niets van haar gading kunnen vinden.

 

 

De rest van de middag in lekker weer in de relaxmodus. Eerst even gestrekt op bed en daarna lang buiten gezeten met een boek en later nog een wandeling slotpark gemaakt en een tijdje samen met echtgenote buiten zitten babbelen. Vanavond eten we bij “Maharadja”. Als we er aankomen blijkt in de straat ervoor een soort buurtfeestje gaande te zijn met heel veel kabaal. Gelukkig heeft men een flinke serre aan de achterkant van het restaurant zodat we hier onder het eten geen last van hebben. Tijdens onze hap, die prima is, zijn er zes tafels bezet. Naast ons zit een stel waarvan ik me afvraag of het nou zoon en moeder of een stel is, levensgezel is van mening dat het een stel is waarvan de vrouw wel een stukje ouder is. Als we ze later op straat samen nogal innig met een ijsje zien lopen lijkt me dat ze gelijk heeft. We zien niet zo gauw een prettig voorgerecht zodat we allebei een hoofdgerecht chicken tikka massala bestellen die prima is. Voor de verandering nemen we een rosé uit de Sancerre van het bekende huis Joseph Mellot. Als ik die proef bekruipt me kort het idee dat deze misschien kurk heeft maar toch ook weer niet, mogelijk een kwestie van te oud want de fles blijkt uit 2016 te zijn. Op zich wel drinkbaar maar ik kan er in de aroma´s weinig van maken en al helemaal geen pinot noir in herkennen. Als dessert voor mij nog “gemischtes eis” die niet bijzonder is en etenspartner neem een “mango dream” wat ijs met mango saus is en als lekker wordt bestempeld. Als afsluiter allebei nog een cappuccino en de rekening bedraagt nog geen € 100,=.

 

 

De wandeling naar huis gaat door een gezellige drukke stad en als we thuis komen is ons terras dus opeens bezet. Gezien het weer schuif ik toch nog een uurtje aan bij de familie maar het bevalt me eigenlijk niet, het is niet spontaan en voelt haast wat verplicht. Onder het eten hadden we het er al over dat Duitsland prima bevalt, lekker eten, in de regel vriendelijke mensen, veel te zien en te doen. Maar dit soort zaken is nou precies wat ons niet bevalt dus een wijze les voor eventuele komende vakanties in Duitsland, we willen geen gemeenschappelijke voordeuren en tuinen meer. Wel is het handig dat ik te horen krijg dat morgen op 1 mei in Duitsland alles dicht is, dat wisten we dus niet. We doen later een check of ons geplande uitje van morgen naar het Wilhelm Hack museum in Ludwigshafen open is en dat blijkt dus inderdaad ook dicht te zijn.

 

dag 14 donderdag

 

Onder het ontbijt beslissen we dat we als alternatief naar het “Hessische Staatsmuseum” in Darmstadt gaan. Bij het ochtendrondje gekeken of “Peppino” deze dag open is om vanavond te eten, maar die lijkt nou net als enige gelegenheid iets met 1 mei te hebben. We besluiten “La Cantina” te bellen en een tafel te reserveren zodat dat ook geregeld is.

 

We waren even vergeten dat er nogal wat ellende met omleidingen van doorgaande wegen in Darmstadt gaande was toen we daar op tweede Paasdag waren, zodat we pas om twaalf uur in de garage onder het museum parkeren die bijna leeg is. Als we boven de grond komen is het nog een meter of tweehonderdvijftig wandelen naar het museum over een plein waar in een uithoek iets van een 1 mei manifestatie gaande lijkt te zijn.

 

Het museum is redelijk uitgestorven heeft tot onze verrassing een giga collectie en kost slechts € 8,= per persoon. Inmiddels redelijk bij de hand bekijken we eerst maar eens de plattegronden waar wat zit en we besluiten te beginnen met de afdeling schilderijen en daarna dan wel te zien en te beslissen wat we nog meer zouden willen bekijken. Als we richting schilderijen gaan komen we langs een afdeling Jugendstil waar we naar binnen lopen en die is indrukwekkend groot en mooi met veel sieraden, bestek, servies, vazen en meubels. Heel bijzonder is dat men stukken heeft uit die periode uit vrijwel alle landen waar Jugendstil, of Art Deco zo je wil, een belangrijke stroming waren. Heel veel uit Duitsland en dan vooral weer van de namen van de Mathildehohe, maar ook uit Frankrijk met Gallé, Daum en Lalique. Kleinere collecties uit de USA van onder ander Tiffany. Belgie met v.d. velde, Nederland met Roozenburg en ook uit Oostenrijk en zweden. Uiteraard ook veel onbekende namen maar de grootste collectie die wij ooit gezien hebben met indrukwekkende stukken en de collectie van het art deco museum in Nancy toch serieus overstijgt voor ons gevoel.

 

 

We lopen door naar de afdeling schilderkunst vanaf 1700 en wederom komt er een enorme hoeveelheid kunst over ons heen. Veel Vlaams/Nederland geweld met fraaie stukken van van Dijck, Govert Vink, Rubens, De Lairesse enzovoorts. Daarna redelijk wat spul uit Italie en Frankrijk en een forse collectie met schilders uit Darmstadt. Als laatste krijgen we nog veel grote namen uit het Duitse expressionisme met vooral veel Bocklin, Macke, Slevogt en Corinth. Ook hangt er nog een interessante Dix. Misschien net iets minder indrukwekkend als de collectie Jugendstil maar wederom een onverwacht grote hoeveelheid.

 

 

We vinden het hierna wel tijd voor een slok in het museumcafé alleen blijkt dat gesloten. Volgens een epistel op de deur komt dat omdat de pachter zich niet aan de hygiene regels heeft gehouden en daarom een en ander niet mag uitbaten. Allereerst tamelijk bizar dat je dat zo aangeeft en daarnaast zou je eens kunnen denken aan het neer zetten van een koffie- of drankenautomaat. We bekijken de shop even die niet on-interressant is maar we vinden niet wat we zoeken zodat we maar besluiten om eens even buiten op een binnenplaatsje op een muurtje uit te rusten en te verzinnen wat we verder nog willen bekijken. Na wat zoeken op de plattegronden wil ik nog wel even naar het prentenkabinet terwijl reisgezel op het muurtje blijft rusten.

 

Dat prentenkabinet zit op de tweede verdieping waarbij ik eerst nog door wat zalen moderne kunst kom, waarbij me op een niet erg plezierige manier wordt toegevoegd dat er niet gefotografeerd mag worden als ik dat denk te gaan doen wat verder overal in het museum geen enkel probleem is. Het kabinet zelf blijkt gesloten zodat ik nog even snel op de 1e verdieping een hoop fossielen en mineralen bekijk en op de begane grond de afdeling zoologie met veel opgezet dierenspul. Hier is het ook wat drukker omdat dit kennelijk voor kinderen toch wel de meest interessante afdelingen zijn. De wapenzaal, prehistorie, Egypte en de Antieken sla ik over en ik vis reisgezel weer op waarna we na anderhalf uur weer buiten staan. Dit is duidelijk een museum wat je niet in één keer moet willen bekijken.

 

 

De terugreis gaat vlot, heel anders als op 2e Paasdag en we vinden wederom een parkeerplek voor onze woning wat het inpakken morgen toch een stuk makkelijker maakt. In de auto is het wederom onplezierig warm doordat de airco het niet doet en we besluiten morgen dan ook maar vroeger als gewoonlijk te vertrekken om het zo lang mogelijk koel te houden onderweg, want ook morgen worden tamelijk bizarre temperaturen voorspeld voor de tijd van het jaar. Ik doe nog een rondje Schlosspark waar het door het prachtige weer serieus druk is en we zitten de rest van de middag in de tuin met een puzzel. Om half vijf weer naar binnen en wat zaken opgeruimd en ook nog wat zaken in de auto gezet waarna een laatste douche volgt en we de afwasmachine vullen en aan zetten.

 

Bij “la Cantina” is het niet superdruk, het terras zit goed vol maar wij willen toch graag binnen zitten waar de schuifdeuren open staan en maar één tafel bezet is. We worden neer gezet in de buurt van de buitenlucht en het zit daar prima. De bediening is weer niet al te snel en de fles witte wijn duurt lang en is de duurste van de kaart, een RoeroArneis uit Piemonte maar die is ook wel heel fijn. Helaas wordt het eten ook al heel snel opgediend wat we liever iets anders hadden gezien. De dame gaat voor een pizza funghi waar ze niet helemaal tevreden over is, als ik een stuk proef kan ik alleen maar concluderen dat dat aan haar ligt, wat mij betreft een prima pizza. Zelf ga ik voor iets van het schoolbord in plaats van de kaart, zeebaars in een witte wijnsaus met aardappelen en asperges en daarbij nog een schaal met salade en brood. Dat is een buitengewoon lekker gerecht en de wijn past er ook geweldig bij. Omdat het erg lang wachten is als we klaar zijn met eten besluiten we maar af te rekenen en als dessert een ijsje aan de overkant te halen bij een Gelateria waar we op uit zitten te kijken en het niet erg druk is. De rekening bedraagt € 130,= en de ijsjes die we op ons gemak op het terras van de gelateria opeten zijn ook prima.

 

 

Als we om half negen terug komen zitten de eigenaren wederom pontificaal in de tuin te eten en dit keer groeten we alleen kort en verdwijnen naar binnen waar we de rest van de avond blijven en tot een uur of tien lezen. Waarna een prima nachtrust volgt.

 

dag 15 vrijdag

 

Om half zeven wakker en om tien over half acht rijden we weg in prachtig weer wat in Duitsland ook zo blijft. In Duitsland rijdt het ook lekker door ondanks dat we veel vier baans wegen hebben en we houden twee keer een vrij korte stop. Gek genoeg merken we dat de airco het nu opeens wel weer begint te doen tot onze vreugde. We rijden rond elf uur Nederland in en denken rond half één thuis te zijn, maar dat is even gerekend buiten een forse file op de A73 die al een kilometer of twintig voor Nijmegen begint. We besluiten dan maar binnendoor via Grave richting Oss te rijden en daar de snelweg te pakken. Dat gaat helaas wat moeizaam omdat er nogal wat wegen zijn afgezet zonder dat een omleiding is aangegeven. In ieder geval hebben we verder geen files meer, alleen wat langzaam rijden om de A12 richting Utrecht op te komen. Nog een laatste korte stop langs de A12, waar het net behoorlijk geregend heeft, en om kwart over één zijn we thuis.