2024 Brussel
Dag 1 dinsdag Brussel
Zelden slechter weer mee gemaakt als deze korte trip heel vroeg in het jaar naar Brussel. In Nederland gaat het allemaal nog goed, wel veel regen maar het rijdt door. Na een korte stop bij Hazeldonk waar we snel twee flesjes drinken aanschaffen begint de ellende echter met files tot aan Antwerpen. We kunnen geen andere reden verzinnen als het weer. Op de ring gaat het niet heel snel maar rijdt het wel redelijk door en als we afslaan naar Brussel wordt het om half vier donker en begint het echt te gieten waardoor het een bijzonder inspannende rit wordt tot aan Brussel. Rond rijden in Brussel zelf blijkt ook geen pretje, Miep is moeilijk te volgen in haar aanwijzingen waar ik van de doorgaande wegen die ondergronds lopen omhoog moet om af te slaan, zodat ik op een gegeven moment in de buurt van het hotel zelf maar een zijstraat inschiet en we verzanden in een potpourri van één-richting straten. We komen er uiteindelijk wel en hebben ook nog een gelukje er rijdt net iemand weg voor het hotel zodat we kunnen parkeren en inchecken. Waar ik op twee uur reistijd had gerekend doen we er uiteindelijk ruim drie uur over en mij zal je niet vrijwillig nog een keer met de auto Brussel in zien gaan.
We hebben hotel Hygge geboekt wat van een ons onbekend Deens keten is. Het hotel ligt op een kilometer of twee van het centrum in de wijk Elsene, wat voor Franstaligen dan Ixelles heet, wat mij in ieder geval spannender in de oren klinkt. De boeking is inclusief een parkeerplaats in de garage onder het hotel, niet geheel onverwachts blijkt deze klein te zijn en ook nog eens voorzien van een lastige smalle entree. Het hotel zelf heeft wel een leuke frisse lichte entree met aparte zitjes en stoeltjes die uit de Ikea catalogus lijken te komen. Het meisje achter de balie spreekt geen Nederlands maar wel prima Engels wat we hier eigenlijk de hele vakantie mee maken. Daarnaast maken we eigenlijk ook de hele vakantie mee dat mensen vriendelijk en behulpzaam zijn. We krijgen kamer 311 op de derde verdieping. De kamer is niet eens erg klein maar er staat bijzonder weinig in. Een dubbel bed, een ontzettend klein bureautje met een stoel en een rek voor wat opbergruimte, allemaal erg basic. Het sanitair ziet er netjes uit met vrij hangend toilet en een grote wastafel, we mogen douchen in het bad wat we niet heel prettig vinden maar het blijkt aardig te doen en de kraan is goed in te stellen. Wel maken we ons meteen al wat zorgen over de matrassen die erg zacht zijn en we zullen inderdaad tamelijk beroerd slapen deze vakantie. Ook is het warm op de kamer, maar gelukkig kunnen de nodige ramen open.
We pakken kort wat zaken uit en hobbelen ondanks het slechte weer toch nog even naar buiten om de benen wat te strekken en wat rond te kijken bij het place Stephanie omdat daar de nodige restaurants voor de komende dagen zitten. Die restaurants zien er prima uit en met een gerust hard laten we de regen maar even voor wat die is en lopen café “Le Stéphany” binnen. De oude baas die hier de scepter zwaait meldt ons bij binnenkomst wel meteen dat er alleen cash betaald kan worden. We gaan voor een witte wijn en een cola en zakken neer in een café wat haast een mix van een Frans café met blerende tv en een Nederlandse bruine kroeg is. We zitten er niet lang wegens de tv en lopen in echt baggerweer terug naar het hotel. Het valt op dat het ondanks alles toch behoorlijk druk op straat is, misschien dat dit iets te maken heeft met de start van de Solden?
Terug in het hotel gelijk maar wat restaurants gereserveerd voor de komende dagen en na een snelle douche vrij vroeg naar restaurant “Arion” gewandeld omdat het net even droog is. Het restaurant zit naast het kroegje van vanmiddag, is mooi ingericht en we krijgen een ruime plek aan een ronde tafel. Het zal de hele avond niet druk worden en het personeel, wat nogal formeel acteert en ook hier weer prima Engels spreekt, verveelt zich bij tijd en wijle stierlijk voor ons gevoel. De kaart is bizar uitgebreid en er staan opvallend veel Griekse wijnen op, daarnaast worden er nogal wat bekende deuntjes voorzien van een Grieks muzieksausje gedraaid zodat je haast zou denken dan met mogelijk Griekse roots heeft. We houden het simpel en gaan allebei voor moules a la creme en ik neem vooraf nog avocado met garnalen. De donkere dame die ons bediend stelt voor dat we het voorgerecht delen wat eigenlijk wel een goed plan is en eetgezel prikt inderdaad ook een paar garnaaltjes mee. De mosselen zijn bijzonder lekker, alleen vinden we de frites wat tegen vallen in het land der frieten. Als wijn kiezen we voor een Chenin Blanc uit Vouvray omdat die voor maar € 35,= op de kaart staat terwijl een Sancerre € 68,= moet kosten. Ik twijfel toch kort of dit wel helemaal te vertrouwen is, maar het is een zeer plezierige lichte frisse wijn en we zijn er blij mee als metgezel voor de mosselen. Na besluiten we allebei een tarte tatin met vanille-ijs te nemen en vragen we of we er een dubbele espresso en cappuccino bij kunnen krijgen. Dat is dan helaas een probleem, beide koffies staan al een tijd op tafel af te koelen voordat de desserts, die prima smaken, uiteindelijk arriveren. Ook op de terugweg naar het hotel om een uur of negen houden we het net weer even droog en lijkt de wind iets te zijn gaan liggen. Inmiddels is het op straat uitgestorven met hooguit nog wat verdwaalde toeristen.
Dag 2 woensdag Brussel
Een uur of twee gelezen in het boek “Een strijdbaar bestaan” van Ernestine Hoegen en om 23:15 het licht uit gedaan. Het wordt een moeizame nacht, lang wakker gelegen, alleen de laatste paar uur tot 08:45 gaan goed. We zitten om negen aan het ontbijt en dat blijkt precies het tijdstip te zijn dat de eetzaal ook vol loopt met naar we inschatten vooral toeristen die bestaan uit veel stellen maar ook hele gezinnen. Het ontbijt is wel compleet maar toch net niet helemaal af. De gekookte eitjes lijken of vanochtend heel vroeg of zelfs gisteravond al bereid te zijn, de scrambled eggs zijn meer melk als ei, het fruit is zeer beperkt in keuze en men heeft tamelijk smakeloze vleestomaten in de aanbieding. Toch allemaal details die vrij makkelijk op te lossen zijn om tot een prima ontbijt te komen. De koffie is ook niet geweldig maar de machine heeft ook espresso en cappuccino die prima zijn. Suiker lijkt dan weer op de bon.
Eén meisje draait het ontbijt en rent zich de poten onder het lijf vandaan omdat ze de voorraden aan moet vullen maar ook continu tafels op moet ruimen en schoonmaken voor nieuwe gasten die aan komen zetten. Je zou denken dat het meiske al geholpen zou zijn met afvalbakjes op de tafel waar de gasten hun rommel in kwijt kunnen wat haar een hoop opruimwerk bespaard. De dame heeft overigens een interessante conversatie met een man die vraagt of er geen décafe is. Ze wijst op het logo op het apparaat van de ons wel bekende firma DE en geeft aan de automaat inderdaad van DE cafe is en loopt door. De man blijft wat verdwaasd achter, kijkt nog eens goed op het apparaat en vertrekt vervolgens maar naar zijn tafel zonder koffie.
We vertrekken om 10:00 naar Musee Magritte met droog weer maar dat blijft helaas niet zo. Om het museum te bereiken moeten we kaarten van € 10,= per persoon bij het museum voor schone kunsten aanschaffen en komen vervolgens via een wandeling door de kelder en met een lift op de derde verdieping uit van het bouwdeel waar we moeten zijn. Het blijkt dat men de verzameling verdeeld heeft in drie tijdvakken over drie verdiepingen. We kennen Magritte eigenlijk alleen maar van zijn topstukken die we wel eens in kunstboeken gezien hebben. Als we starten op de eerste verdieping schrikken we nogal van de drukte maar die wordt als we verder het museum in dwalen gelukkig steeds minder. De derde verdieping waar we starten gaat over zijn eerste negenentwintig levensjaren. Kennelijk een periode waarin hij veel publiceerde over surrealisme maar ook nog veel als reclametekenaar werkte. De schilderijen zijn voor het overgrote deel al surrealistisch maar er zitten ook nog wat kubistische exemplaren tussen uit zijn beginperiode. De tweede verdieping beslaat de periode 1930-1950 en is verrassend afwisselend. Prachtige portretten, werken waar heel veel kleur in zit die haast op een impressionistische manier geschilderd zijn en een aantal werken die je karikaturaal zou kunnen noemen en wij wel wat minder vinden. De eerste verdieping betreft zijn laatste levensjaren toen hij al een gevestigde naam had. Hier hangen relatief weinig stukken. We gokken er op dit te maken zal hebben met het feit dat dit zijn periode is geweest waarin hij zijn bekendste stukken heeft gemaakt die overal over de wereld hangen maar nou net niet hier. Ik ben zeer onder de indruk van zijn werk. Ondanks dat ik de titels vaak niet begrijp, zitten er wat mij betreft heel veel prachtige stukken tussen. De man moet een ongelofelijke fantasie hebben gehad en is wat mij betreft niet alleen technisch heel prettig om naar te kijken maar ook de humor die ik soms wel denk te begrijpen of te kunnen plaatsen bevalt me.
We verlaten het museum via een enorme museum- en boekwinkel waar we toch eigenlijk niets vinden om aan te schaffen. Als we naar buiten lopen komen we nog wat mooie art-déco details in het pand tegen. Het stukje Brussel waar het museum staat heet de “Kunstberg” en bestaat uit meerdere oude paleizen en andere fraaie panden die we op ons gemak wandelend bekijken en uiteindelijk hebben we ook een mooi uitzicht over het lager gelegen stuk centrum van Brussel waar de Grote Markt ligt. We nemen een frisje in een hippe tent die “Chateau Moderne” heet waar we ook nog eens van dat uitzicht kunnen genieten. Waarschijnlijk ook heel hip dat je alleen cola light verkoopt en een gewone cola niet te krijgen is, zodat ik maar in een flesje tonic vlucht.
Vanaf hier mogen we een fors aantal trappen afdalen om bij de Grote Markt uit te komen. Onderweg lopen we tegen de Magdalenakapel aan die bijna ondersneeuwt in al het grote gebouwen geweld om haar heen maar we lopen er toch even naar binnen. Het is er rustig en stil en haast een soort oase van rust in een wel erg druk centrum. Het blijkt ook deels nog te zijn voorzien van mooi modern glas in lood. We houden er een kort moment van bezinning.
Als we dan eindelijk de Grote Markt oplopen begint het helaas net weer fors te regenen en te waaien. We schuilen maar wat onder een arcade en ik schiet met moeite onder een paraplu wat plaatjes van een plein wat toeristisch is maar ook gewoon heel fraai. We hebben in ieder geval voldoende tijd om een en ander te bekijken vanaf ons plekje want we wachten een minuut of twintig voordat het weer droog wordt waarna we het plein weer aflopen om ergens wat te eten te zoeken, waarbij we meteen een iets andere route terug naar het hotel nemen om te voorkomen dat we de grote hoeveelheden trappen weer op moeten klauteren.
Uiteindelijk lukt het laatste prima maar het eerste niet. We belanden op het Place de la Chapelle bij “café Leffe” waar we er nog wel bij kunnen maar aan een onhandig tafeltje in het looppad terecht komen en na tien minuten nog niemand gezien hebben voor een bestelling. De irritatie stijgt snel en we staan dan ook vlot weer buiten waarna we uiteindelijk na veel stijgen en langs veel kunstwinkels wandelend op het Poelaert plein uitkomen waar een enorm reuzenrad naast een gigantisch paleis van justitie staat, deze laatste staat geheel in de steigers. Je hebt hier een prachtig uitzicht over de stad maar het weer wordt ook weer steeds dreigender. Gelukkig zijn we nu wel redelijk in de buurt van het hotel en uiteindelijk komen we via de ons inmiddels wel vertrouwde Louizalaan terecht in het warenhuis “Inno” waar we even kunnen rusten. Iets waar we inmiddels wel aan toe zijn en wat we doen dat met een frisje, quiche en een taartje. We maken de domme fout om ons dienblad met restanten weg te willen brengen naar een inzamelplaats maar dat is hier dus niet de bedoeling want die is er niet.
De rest van de middag in het hotel door gebracht waarbij we er achter komen dat reisgezel met een lekke schoen op stap is waardoor ze een wondje en blaar aan de voet heeft gekregen. De huishoudelijke dienst heeft de kamer weer netjes aan kant gemaakt maar om ons volkomen onduidelijke redenen de ramen weer dicht gedaan die we met gezwinde spoed weer open zetten. Laat in de middag, voor we gaan douchen in verband met restaurantbezoek, nog een flinke wandeling door Elsene gemaakt. Wat ik er van zie vooral een wijk waar men woont in zowel oudere als moderne panden van minimaal drie verdiepingen hoog. Daarnaast opvallend weinig groen en tuinen zullen ook wel een illusie zijn. Langs de hoofdaders in en rond de wijk staan vooral veel winkels en kantoren en ook vandaag is het daar weer behoorlijk druk.
Vanavond eten we bij estaminet “Les Brassins”. Een vrij klein eenvoudig eethuisje met veel bier reclame aan de muur. Er is wat verwarring over onze reservering omdat de gerant de naam waaronder we hebben gereserveerd verward met “huit” en denkt dat we voor 8 personen gereserveerd hebben en hij die niet terug kan vinden. Uiteindelijk komt het goed en krijgen we een tafeltje vlak bij de keuken. Wat mij betreft een veel gezelliger en ontspannener etablissement als gisteren. Levendig en druk op een leuke manier met pretentieloze mensen in de bediening, waarvan het me niet zou verbazen als het deels studenten zijn. De entree’s op de kaart worden we niet erg enthousiast van zodat madame weer voor de moules frites a la creme gaat die ze weg spoelt met een paar biertjes. Helaas worden de moules wat minder beoordeeld als die van gisteren maar de frites in ieder geval als beter. Zelf ga ik voor een faux filet met pepersaus en frites en neem er twee prima glazen rode cotes du Rhone bij. Ik eet prima en na twee dagen concluderen we dat het eten in Brussel prijzig is, men vrij kleine porties serveert maar het eten wel af en smakelijk is. Na neemt Madame een moelleux chocolat en ik een dame blanche. Terwijl tafeldame afrekent raak ik nog even aan de praat met een Brusselaar naast me die goed Nederlands spreekt. Hij vindt Nederland als noorderburen prima maar begrijpt alleen niet waarom we al om 18:00 eten, hij denkt om dan om 19:00 uur zeker tv te kunnen kijken. Als ik hem vraag wanneer het tussen Vlamingen en Walen ooit goed gaat komen ziet hij dat niet zo somber in. In zijn optiek allemaal tegenstellingen die economisch bepaald worden net zoals Noord Italie contra Sicilie, Schotland contra Londen en Barcelona contra Spanje. Ik kan hem in die redenatie geen ongelijk even.
Na een genoeglijk diner tot een uur of elf het eerder genoemde boek uitgelezen. Wederom een boek met een stukje geschiedenis uit Indonesie wat mij totaal onbekend is. Het betreft een tweetal show processen tegen zogenaamde Nederlandse nigo-leden die de Indonesische regering omver zouden willen werpen. Het gaat daarbij met name over de juridische verdediging door de Nederlandse advocaat Herman Bouwman die daar uiteindelijk om diverse redenen mee stopt waarna zijn vrouw Mieke Bouwman de verdediging nog anderhalf jaar voortzet terwijl ze helemaal geen jurist was. Op zich al bijzonder maar daarnaast vertelt het boek ook het levensverhaal van het echtpaar die beiden een Jappenkamp hebben overleefd en beiden wel als gewone mensen met hun zwakheden en onhebbelijkheden geportretteerd worden, waarbij de schrijfster de scherpste randjes er wel af lijkt te hebben gehaald. Hun jaren na de processen en Indonesie worden gekenmerkt door depressie, conflicten en minder levensvreugde waarbij het mij wel enigszins verbaasd dat daar wel de nodige verklaringen voor lijken te worden gegeven maar de mogelijkheid dat dit ook te maken zou kunnen hebben met het verblijf in de Jappen kampen is daar geen onderdeel van. Enigszins lastig vind ik dat het boek voor een groot deel vanuit de visie van de man is geschreven omdat die grote hoeveelheden brieven en een dagboek heeft na gelaten waar zijn vrouw kennelijk een stuk beperkter was in haar schrijfsels. Voor mijn gevoel bepaald dit toch enigszins de toonzetting en het schetsen van de eigenschappen van beide echtelieden. Ik begin nog kort aan het boek “Schoffer en Co” van Gerben Post.
Dag 3 Donderdag Brussel
Na een wat betere nachtrust ook iets eerder aan het ontbijt wat serieus qua drukte scheelt en in ieder geval het uitzoeken van een prettig tafeltje mogelijk maakt. Ik ruil de scrambled eggs in voor gebakken eitjes en dat bevalt stukken beter. Opvallend veel nieuwe gezichten aan het ontbijt en er rent ook een ander meisje rond om de boel te regelen.
Rond tien uur in stukken beter weer als de afgelopen dagen de deur uit wederom richting het museum voor schone kunsten. Dit bestaat uit twee delen, “oude meesters” en “fin de sciecle”. Beiden te bezoeken voor de wederom zeer beperkte som van € 10.= per persoon. We maken alleen wel de fout om met “oude meesters” te beginnen terwijl onze interesse vooral uit gaat naar “fin de sciecle”. “Oude meesters” start met de zogenaamde Hollandse zaal waar inderdaad een collectie Hollandse meesters hangt die nog overzichtelijk en niet al te massaal is. We mogen onder andere genieten van twee werken van Rembrand en een Frans Hals. Dat laatste schilderij laat drie kinderen met een bokkenwagen zien waarbij wij Hals eigenlijk alleen van portretten en schuttersstukken kennen, dus dat is al opmerkelijk. Maar helemaal bijzonder is dat men er achter is gekomen dat dit Schilderij onderdeel moet zijn geweest van een veel groter schilderij dat in ieder geval ooit door iemand in drie stukken is verdeeld. De andere twee stukken hangen in een museum in Ohio en bij een particulier thuis. Kennelijk is de verzameling de enige suppoost in dit deel van het museum wat te veel geworden want die zit heerlijk in zijn stoel te slapen.
Hierna lopen we het echte museum in wat groot en onoverzichtelijk is. Blikvangers zijn Rubens en Breughel waar duidelijk de meeste toeristen op afkomen. Het grote probleem is dat je je door een enorme hoeveelheid andere Vlaamse schilders moet worstelen waarbij het dan toch wel erg veel van hetzelfde wordt. Voor mij wordt maar weer eens bevestigd dat ik geen fan van Rubens ben, alleen een schilderij met vier hoofden van negers vind ik echt fraai. Wel blijft Breughel bijzonder en leuk om te bekijken en om eerlijk te zijn vind ik sommige werken van Teniers, De Vos en Metsijs zelfs nog wel beter. Naast dit Vlaamse geweld is er nog een behoorlijke afdeling met Franse meesters, wat grote Italiaanse stukken en een tentoonstelling over Oekraiense kunst te zien. Onopvallend geplaats tussen al deze werken kom ik nog een paar voor de kunsthistorici belangwekkende werken tegen van Cranach, Memmling en Jeroen Bosch. Op zich een bijzonder verzameling maar te veel stukken en te algemeen tentoon gesteld in mijn optiek.
Hierna mogen we wel enigszins murw geslagen naar de aller diepste krochten van het museum om de “fin de sciecle” afdeling te bekijken. Kennelijk is het allemaal zo goed verstopt dat het aantal bezoekers van dit deel bijzonder beperkt is terwijl het echt een prachtig overzicht is van kunst van ongeveer 1880 tot 1930 met vooral heel veel Belgische Meesters, maar ook mooie stukken van Van Gogh. Sisley, Courbet met een fleurig schilderij van een lelijke Spaanse danseres waar we hem allen van landschappen kennen, Gauguen, Denoyer, Signac, Seurat en Sisley. Bij de Belgische Meesters zie je bijzondere maatschappijkritische werken over het leven van de arme arbeiders van vooral ene Meunier en verder prachtige werken van Claus, Rops, Khnopff, van Rijsselberghe, van Velde, Spillaert en Ensor. Deze laatste is bij ons vooral bekend van felle kleuren en maskerachtige tronies van mensen maar blijkt ook nog hele andere schilderijen te hebben gemaakt.
Op verdieping -8, oftewel dieper zinken kunnen we niet mogen we ook nog genieten van een verzameling Art-Déco wat niet zo vreemd lijkt in de stad waar Horta heeft gewoond. Er staan veel meubels en de nodige prachtige vazen van Daum en Gallé maar ook hele mooie vazen van de ons totaal onbekende Tsjech Loetz Witwe. Kennelijk was Mucha, waarvan ook een stuk te bewonderen is, niet de enige Tsjech die met Art-Deco bezig was. Gelukkig mogen we de kelder uit met een lift waarin zelfs banken geplaatst zijn.
Naast onze lichte kritiek op de afdeling “Oude Meesters” hebben we nog wel een kritiekpunt, we vinden het onbegrijpelijk dat er niet ergens een kop koffie te krijgen is. Als je ziet hoe groot de collectie is lijkt ons dat een beetje weldenkende museumbeheerder toch ook wel kan verzinnen dat het tussendoor even bijkomen met een kop koffie de bezoeker zeer aan zal spreken, ons in ieder geval wel. Nu komen we redelijk suf na 2,5 uur het museum uit en weten we met moeite in de buurt van het museum een plekje in een zelf service broodjeszaak te vinden waar we als haringen in een ton zitten. We komen er in ieder geval allebei even bij met een cola en een croissant.
De voet van reisgezel gaat niet helemaal lekker omdat we te oude pleisters bij ons hebben die nauwelijks nog plakken zodat we onderweg terug naar het hotel nieuwe pleisters aanschaffen. We rusten een tijdje in het hotel waarna ik bij de receptie een tweede sleutel haal zodat we allebei in de namiddag nog even ons gang kunnen gaan. Eega wil graag nog wat winkelen rond de Louizalaan en ik wil nog een wandeling naar het Horta museum maken. Het lukt me niet meer om via internet vandaag nog een tijdslot voor toegang te krijgen maar ik wil het wel even bekijken. Het wordt een wandeling van een ruime drie kwartier en ik weet het vlot te vinden. Het pand valt me van buiten wat tegen. Voor de deur en binnen staan horden mensen valt op en ik vraag me af of het reserveringssysteem wel goed werkt. Net om de hoek vind ik nog een ander aardig pand en als ik een andere route terug neem naar het hotel kom ik nog langs een kerk. Vlak voor ik bij het hotel ben kom ik eega zelfs nog tegen die op een muurtje zit te rusten.
Als ik terug ben in het hotel hebben mijn voeten het nu wel gehad en is het verder nog een tijd lezen. Ik lees het boek “Schoffler en Co” uit. Dit gaat over onderduikers en over een familie die daarin voorzien heeft. Dit soort verhalen is an sich natuurlijk niet onbekend maar het is eigenlijk voor het eerst dat ik echt iets lees over de mensen die dat overkwam en hoe dat is. Op zich een mooi boek ondanks dat ik het af en toe ook wel zwaar vind met alle in detail genoemde moorden op mensen in één van de vele concentratiekampen, maar de opmerking dat het nu ook eindelijk de afhankelijke verhoudingen tussen onderduikers en helpers laat zien vind ik niet terug. Ook hier blijkt, en voor mijn gevoel kan dat haast ook niet anders, dat die verhouding op belangrijke punten uiteindelijk alleen maar bestaat uit de helper die bepaald en de onderduiker die afhankelijk is en volgt. De familiegeschiedenis rondom het onderduikgebeuren valt me wat tegen. Mogelijk dat de schrijver dat ook wat minder belangrijk vond maar bij mij ontstaat het gevoel dat het ook iets met afschermen van mensen te maken heeft en daarom niet te diep op die geschiedenis in wordt gegaan. Als ik nog ga douchen blijkt dat de opruimdienst vandaag kennelijk een off-day heeft gehad. Een schone badmat ontbreekt en er is maar voor één persoon een nieuwe badhanddoek opgehangen.
Vanavond diner bij Casa Louise. De inrichting is wat vreemd, hout met macramé achtige kunstwerken, eigenlijk geen idee wat men precies uit wil stralen maar het is niet ongezellig. De bediening is in handen van twee jonge meiden waarbij de één wat meer ervaren en losser in de omgang is als de ander. De wijn wordt een petit Chablis die weliswaar aan de prijs is maar wel van het huis Brocard waar we in het verleden zelf ook een paar prima wijnen hebben gescoord. De gok is goed, een mooie fijne wijn. We nemen allebei het hoofdgerecht “thon mid-cuit” wat prima smaakt en behalve uit een kort gebakken stuk tonijn voorzien van sesam op een bed van sla, bestaat uit gekookte pommes grenailles, kort gebakken groentes en een tomatensalade. Het smaakt allemaal prima. Als dessert neem ik cheesecake die goed bevalt en disgenote mousse au chocolat waar ze wat minder positief over is. Als afsluiter nog een espresso en een cappuccino. Naast ons hebben we aan de ene kant een ouder stel waarvan de vrouw zalm neemt die er ook lekker uit zit en de man een risotto die we er allebei niet heel prettig uit vinden zien. Aan de andere kant zit een Italiaans koppeltje wat we totaal niet bij elkaar vinden passen. De dame komt een stuk gedistingeerder over als haar partner die eerder lompheid uitstraalt. Misschien wordt dat ook wel bevestig door het feit dat zij een mooi stuk vlees besteld en hij niet verder komt als een Hamburger. Als we terug naar het hotel wandelen hebben we vandaag voor het eerst wat regen.
Ook deze laatste nachtrust valt weer tegen en we zijn zelfs erg vroeg wakker en op dit keer. Op zich niet zo erg want daardoor vroeg aan het ontbijt waar het rustig en prettig wakker worden is. Na het eten nog een wandelingetje door Elsene gemaakt waarbij het weer regent wat de hele dag ook zo blijft alleen gelukkig niet in de grote hoeveelheden van de heenreis. om 10:00 leveren we de sleutels in en komen we niet al te makkelijk uit de garage maar we houden de boel heel. Brussel uit is weer even zoeken maar lukt wel redelijk vlot. We nemen dezelfde route terug naar huis waarbij we al snel op parkeerplaats “Peutie” stoppen in verband met een noodzakelijk toiletbezoek. De afslag Breda is wat druk dus die rijden we maar voorbij tot we de A59 op kunnen waar niets aan de hand is. De terugreis in twee uur en twintig minuten gedaan.
Maak jouw eigen website met JouwWeb