2012 La Fleche/Le Crotoy

 

Dag 1 Vrijdag

 

 

Met de auto van een collega op vakantie omdat de mijne bijzonder merkwaardige geluiden maakt bij harde wind, alsof er iets los zit. De auto staat bij de garage maar men krijgt het niet op tijd opgelost, vandaar deze oplossing. De reis zelf gaat niet heel vlot door vooral files in Belgie en een extra stop die we in Nederland houden omdat de toiletten op de parkeerplaats waar we stoppen buiten gebruik zijn. We hebben een overnachting gereserveerd in het Mercure hotel in Le Touquet. Dit hotel zit in een fraai pand wat een beetje aan de rand van het plaatsje tegen de rivier de Canche aan. Bij aankomst bij het hotel worden we verwelkomt door moederpoes die net bezig is om kittens te verplaatsen naar een rustiger plek achter het hotel wat we eerst maar eens laten gebeuren voordat we naar binnen gaan. Laat in de middag lopen we nog via de Canche en de kust naar het centrum aan het strand wat een flinke tippel is. De terugweg doen we later binnendoor wat zeker drie kwartier scheelt. We kijken wat rond in het centrum en eten een lekker ijsje bij een ijskar. Op de terugweg bij een klein cafeetje in een achteraf straatje allebei een paar Pelforth van de tap gedronken waarbij we net onder een luifel zitten en als het begint te regenen houden we het daardoor gelukkig nog droog. Zodra het droog is toch maar door gelopen naar het hotel waar we droog aankomen.

 

 

In het hotel hebben we kamer 217 die modern is ingericht en voorzien van een fijn bed. De kamer ligt naast de lift dus we vragen ons wel af of we daar met slapen geen last van gaan krijgen maar dat blijkt allemaal geen probleem te zijn. We rusten een tijdje en lezen nog wat voor we douchen waarna we weer binnendoor teruglopen naar het centrum en uiteindelijk een plek vinden in restaurant “La Coupole”. Bij veel andere restaurants staan mensen te wachten en daar hebben we geen zin in zodat we hier maar gewoon naar binnen lopen. We nemen vissoep vooraf die lekker is. Het hoofdgerecht is coquilles st Jacques met groene asperges en morillessaus. De combinatie morilles met coquilles vind ik niet briljant. Na nog cafe gourmand wat prima koffie met zes zoetigheden is, die er prachtig uit zien maar mij net iets te zoet zijn. Alles weg gespoeld met een fles Chablis die iets tegen valt gezien de prijs. We vinden het een prettig etablissement om te eten, het is er rustig heeft goede banken en een professionele bediening. Ook zitten er niet al te veel toeristen om ons heen maar toevallig naast ons wel een Belgisch gezinnetje. Aan de andere kant een jong Frans stelletje waarvan zij een knopje onder haar oor heeft wat ontstoken is. Dat ziet er niet erg prettig uit als ik zo af en toe naar rechts kijk. Na het eten in heerlijk weer terug gewandeld en vrijwel meteen in coma als we in bed kruipen

 

 

Dag 2 Zaterdag

 

Als we redelijk op tijd op staan, regent en waait het hard en voelen we de kou door de ramen komen. Vooralsnog geen fijn zomerweer. Het ontbijt wordt geserveerd in de kelder en is weliswaar uitgebreid maar niet helemaal ons ding. Er is nauwelijks hartig beleg, wel verschrikkelijk slechte koffie en smakeloze scrambled eggs. Ook is de ruimte waarin we zitten nog eens buitengewoon ongezellig

 

Om 09:30 de reis weer vervolgd en die gaat verrassend vlot. Het passeren van Rouen gaat probleemloos en tot aan Le Mans is er nauwelijks verkeer op de weg. Het weer wordt gelukkig ook steeds beter en op een aire net voor Le Mans stoppen we maar eens wat langer en liggen we een tijdje in het zonnetje in het gras half te slapen. De snelweg richting Angers is wel behoorlijk druk maar het rijdt nog steeds door en als we de afslag naar La Fleche nemen wordt het weer een stuk rustiger. In La Fleche doen we eerst boodschappen maar zijn toch nog steeds veel vroeger op de camping als verwacht. We hoeven niet te wachten en kunnen meteen MH2 in. Alle MHs liggen op een kluitje bij elkaar vlakbij de Loir. Die van ons blijkt een enorme boom en grasveld voor de deur te hebben. Een nette plek die alleen wat te dicht bij de poubelles ligt naar mijn zin, maar eerlijk is eerlijk we hebben de hele vakantie geen last van lawaai en ook geen last van wespen en dergelijke gehad. De boel op ons gemak uitgepakt en later het stadje nog ingewandeld. Het stadje Is redelijk groot met een aardige winkelstraat en een leuk centraal pleintje met terrasjes waar we een Kronenbourg van de tap nemen.

 

 

Terug op de camping maken we een eenvoudige maaltijd met een glaasje wijn erbij en na het eten de camping eens goed verkend. Het is een groot schoon terrein direct aan de Loir. Bij de entree zijn er plaatsen tussen hegjes aan laantjes, de rest van het terrein bestaat uit grote velden. Op alle plaatsen gras en veel bomen voor schaduw. De plaatsen zijn ruim en er staan veel elektrapalen. Het aantal watertappunten is wat beperkter. Op het terrein zijn een zwembad, volleybalveld, bouleveld, tafeltennistafel, zandbak en speeltoestellen aanwezig, die wel allemaal kleinschalig zijn. Er is gratis wifi en die werkt goed en behoorlijk snel in de buurt van de receptie. Er staan vooral Franse en Engelse gasten en ook een redelijk contingent Nederlanders. De camping blijkt bijzonder rustig en ‘s avonds en ‘s nachts zelfs buitengewoon stil. De paden zijn deels geasfalteerd en deels verhard en ‘s nachts redelijk goed verlicht. De MH is schoon bij aankomst en compleet. Voor de verandering hebben we eens een betonnen plaat in plaats van een veranda voor de deur om te zitten. Prettig personeel, losjes en toch zakelijk. Rondom het terrein een vrij laag hek met diverse deurtjes waardoor je het terrein op en af kan. De deurtjes gaan ‘s nachts weliswaar op slot maar er overheen klimmen lijkt ons nou niet bepaald moeilijk

 

 

Dag 3 Zondag

 

We worden wakker met prima weer. De ochtend door gebracht met het stadje wat meer langs de Loir verkennen en gelijk kranten gehaald en gelezen. In de middag naar Fougeré vertrokken. Een dorp op zo’n 10 kilometer afstand met een kasteel waarvan de tuin te bezichtigen is. Het dorp is klein maar wel met een mooi kerkje wat een getordeerde kerktoren heeft en van binnen een mooi houten dak wat beschilderd is. Ook komen we nog een leuk lavoir tegen als we wat rondwandelen op zoek naar een bord wat ons de weg naar de tuin kan wijzen. 

 

 

Dat bord komen we echter niet tegen zodat ik maar informeer bij de Vival die bijna gaat sluiten. We moeten het dorp zo’n anderhalve kilometer uitrijden waarna we een bordje met Jardin de Gatine tegenkomen waar we moeten zijn. Het kasteeltje is mooi gerestaureerd en is een MdF huis waarvan de tuin in de zomer te bezoeken is voor € 5,= p.p. Als ik de oprit oprij heb ik wat moeite om een parkeerplaats te vinden tot ik in de verte een meisje uit de kasteelingang zie komen en zie wijzen waar we heen moeten. We krijgen een beschrijving in het Frans mee van de tuin en een stukje geschiedenis van het kasteel in het Engels. Het kasteel is uit de 15e eeuw en de tuinen zijn in 1990 aangelegd door de huidige bewoners in Franse, Italiaanse en Engelse stijl. Er zijn nauwelijks bloemen maar het is er mooi groen en rustig. We komen verder niemand tegen en zitten nog een tijdje rustig op een bankje naar wat bomen te kijken. Uiteindelijk hebben we het na een uur wel gezien.

 

 

We zijn vrij vroeg terug op de camping en gooien nog een petanque balletje. Daarna nog wat gelezen en gedoucht. We wandelen tegen acht uur restaurant "la Bisquine" binnen. Het zaaltje ziet er ongezellig uit maar mijn reisgezel besluit toch buiten te willen eten dus hebben we daar geen last van. Buiten blijkt een niet al te gezellige binnenplaats te zijn maar we zitten er wel goed, het is niet te warm en niet te koud. Wel hebben we wat last van de afwasmachine die in de keuken staat waarvan de ramen open staan. Als we er wat van zeggen sluit men het raam en horen we alleen af en toe in de verte een paar minuten gerommel als het apparaat weer aangezet wordt. We eten lekker, vooraf een salade Paysanne, daarna moules a la mariniere met frites. Een coupe exotique als dessert en om het af te ronden een Irish coffee. Erbij drinken we een fles vin Blanc vallee du Loir uit Jasnieres, oftewel een lokale wijn die lekker fruitig is maar mij net iets te zoet. Ruim anderhalf uur prettig zitten tafelen. Terug op de camping is het nog heerlijk buiten zitten in alle stilte met een paar biertjes.

 

Dag 4 Maandag

 

Volgens de krant wordt het vandaag achtentwintig graden zodat we besluiten om er nog maar eens een kalm dagje van te maken. We doen eerst boodschappen bij een mega grote Leclerc waar het verbazingwekkend druk is. Daarna rijden we nog even door naar Luché Pringé wat te boek staat als village de la caractere die wat ons betreft wel wat tegenvalt. Het is best een leuk dorpje maar niet heel erg speciaal. De kerk is bonkig en lomp aan de buitenkant en van binnen ook niet erg speciaal. Wel valt de zon prachtig door het glas in lood naar binnen, waarbij het mooie kleuren op het interieur achterlaat. Ook heeft het plaatsje verrassend genoegd een leuk plan d’eau maar dat is helaas gesloten

 

 

We brengen de boodschappen terug naar de camping en gaan daarna naar het lac de la Monnerie om de rest van de middag door te brengen. Dit plan d’eau ligt in la Fleche achter een soort bedrijventerrein en een school en het kost me even wat moeite om de juiste parkeerplaats te vinden. Het bestaat uit een aardig zandstrandje waar je bewaakt kan zwemmen aan een redelijk groot meer met een flinke ligweide en toiletgebouw. Wij duiken neer in een groenstrook onder een grote boom die aan een pad ligt wat rond het meer loopt. We zitten net achter de pedalo-verhuur waar we pas later achter komen. Het is allemaal niet erg speciaal maar wel goed toeven. We komen de tijd door met het lezen van kranten, mensen kijken en wat wandelen. Het is ook druk met schoolklassen van de naast het meer gelegen school die komen zwemmen en sporten. Om 16:15 gaan we weer terug naar de camping in een bloedhete auto.

 

 

De rest van de dag buiten bij de Mobil Home kunnen zitten. Een zelfgemaakte maaltijd weg gewerkt, wat lezen en her en der een biertje gedronken.

 

Dag 5 Dinsdag

 

Vandaag gaan we naar Le Mans, wat niet zo heel ver van La Fleche vandaan ligt. Ik weet wel verkeerd te rijden waardoor we opeens langs de pits straat van het beroemde circuit komen. Le Mans blijkt een aparte plaats. Het heeft een klein Middeleeuws centrum waar men een tunnel onderdoor heeft gemaakt voor het autoverkeer. Daarnaast nog een modern stadscentrum wat niet uitblinkt in architectuur wat mij betreft. De kathedraal valt aan de buitenkant ook wat tegen vooral doordat één van de torens plat is afgewerkt. Ook van binnen is er niet heel veel te zien behalve één mooi beschilderde straalkapel met engelen die allerlei instrumenten bespelen. We dwalen wat door het middeleeuwse stadsdeel wat veel vakwerkhuizen heeft met verrassend veel muziekwinkels, zowel met bladmuziek als muziekinstrumenten. We nemen een frisje op een terras voor het stadhuis en aansluitend winkelen we wat in het nieuwe centrum waar we bij een boekhandel IGN kaarten en stripboeken kopen. De lunch gebruiken we bij een Subway wat voor ons een nieuwe ervaring is en niet meteen voor herhaling vatbaar.

 

 

Na de hap naar het museum de Tessé gewandeld, dit gaat langs een enorme bouwput midden in het centrum en door een aardig park. We beginnen met een leuke tentoonstelling van de schilder Braun-Vega. Heel apart, de man maakt schilderijen met moderne taferelen met daarin verwerkt elementen uit beroemde schilderijen van meerdere grote meesters en dan vooral Velazquez, Picasso en Manet. De composities zijn vaak gesitueerd in de Verenigde staten met Zuid-Amerikaanse types in felle kleuren. Ik vind de schilderijen op zich niet zo bijzonder maar het is wel heel leuk om in ieder schilderij te proberen te ontdekken welk bekende schilderij gebruikt is om daar iets uit te verwerken wat ons aardig lukt. De vaste collectie bestaat voornamelijk uit schilderijen. Veel Italiaanse en Franse meesters uit de 13e tot en met 17e eeuw, weinig bekende namen maar wel een paar mooie stukken. Ook wat Hollands en Vlaams werk waaronder een Droogsloot uit Utrecht. Nooit van de goede man gehoord maar het is een mooi doek. Verder een zaal met portretten uit verschillende perioden, ook allemaal weer weinig bekende meesters behalve dan een Boilly. Ook nog wat plaatselijke meesters uit de periode 1885-1930. In de kelder vinden we nog een tentoonstelling over Egypte met vijf sarcofagen, een mummie en de nodige godsbeeldjes en dergelijken die uit graven afkomstig zijn. Op zich niet verkeerd alleen heeft men de grafkamers uit een piramide nagebouwd waarbij men de wanden vol heeft geplakt met foto’s van de plafonds en muren uit het graf om echtheid te suggereren. Schiet voor mij zijn doel een beetje voorbij en doet wat kitscherig aan. Ruim vijf kwartier in het museum doorgebracht en nog een aardige tippel terug naar de auto gemaakt.

 

 

Vrij laat terug op de camping en even uitgepuft met een biertje. Rond half zeven de stad ingelopen en eerst even naar binnen gewandeld bij restaurant "Moulin des 4 Saisons" op de brug om te reserveren voor aanstaande donderdag. Het reserveren gaat vlot. We hadden al besloten om vandaag maar eens een simpel pizzaatje te nemen en gaan binnen zitten bij “Le Gargantua”. Verder zit iedereen buiten wat wij niet zo zien zitten omdat het niet echt warm meer is en het eten waarschijnlijk snel afkoelt. Prettige bijkomstigheid is dat alle jengelende kinderen ook buiten zitten. Daarnaast is het leuk dat we binnen kunnen genieten van de puinhoop in de bediening die op onze lachspieren werkt. Bij de pizza die aardig is nemen we een fles rosé de Loire die helaas weinig voorstelt. Na nog een ijsje en Irish Coffee die wat weinig koffie heeft en iets te zoet is, maar best een leuke poging met in het achterhoofd dat het niet op de kaart staat en we er speciaal om vragen. Uiteindelijk is dit toch wel de minste maaltijd die we in La Fleche zullen nuttigen moeten w achteraf concluderen. Vroeg terug op de camping en ook vroeg naar bed.

 

 

Dag 6 Woensdag

 

De nachtrust gaat niet bepaald geweldig en we zijn vrij laat op. De voorspellingen qua weer zijn ook al niet geweldig maar blijken uiteindelijk enorm mee te vallen. We gaan eerst maar eens naar de markt, die is groot en heeft gek genoeg totaal geen levensmiddelen, zodat we ook nog maar even de Carrefour naast de markt in lopen om wat boodschappen te doen. Tussen de middag lunchen we uitgebreid bij de caravan en aan het begin van de middag rijden we naar Durtal, een plaatsje wat vlakbij ligt. Bij de vvv halen we een stadswandeling van drie kwartier en die blijkt heel erg leuk te zijn. De reis gaat deels langs de Loir en deels door het stadje met prachtige uitzichten op oude watermolens en het kasteel. Ook komen we langs een heel leuk fonteintje wat helemaal van mozaiek is voorzien. We willen het kasteel ook wel bekijken maar dat blijkt alleen op een paar vaste tijdstippen met een rondleiding te kunnen, daar hebben we beiden geen zin in zodat dit plan niet door gaat. 

 

 

Op de terugweg kijken we nog even in Bazouches sur Loir rond waar ook een kasteeltje aan het water ligt. Ook hier ziet het er allerfraaist uit maar blijkt het kasteel privé bezit te zijn waar je maar één middag per week rond kan kijken en dat is uiteraard niet vandaag. Als troost drinken we maar een frisje bij de PMU die wel open is.

 

 

Thuis wat gekokkereld en omdat het nog vroeg in de avond lekker weer is het stadje ingelopen voor een drankje. We belanden op het terras van café “Cheyenne” wat in de buurt van de schouwburg ligt. Ik neem eens een paar witbiertjes van de tap van Kronenbourg die ik nog nooit eerder heb gezien en eigenlijk ook niet erg lekker zijn. Terug op de camping is het onrustig door een grote groep spelende Engelse kinderen maar in bed hebben we er nauwelijks last van.

 

Dag 7 donderdag

 

Na een prima nachtrust vrij laat op en wederom veel kabaal van de Engelse groep kinderen, maar nu omdat ze aan het inpakken zijn en gaan vertrekken. In de loop van de ochtend rijden we naar Sablé sur Sarthe. Wederom een prachtig plaatsje aan het water. Bij de vvv blijkt men geen stadswandeling te hebben zodat we zelf maar wat rond wandelen langs kerken, stadhuis en een prachtig hoog gelegen oud pand waar je een schitterend uitzicht op de rivier hebt. In het centrum nog een frisje gedronken en vlakbij waar we de auto geparkeerd hebben een broodje gekocht en op een bankje bij de parkeerplaats weg gewerkt.

 

 

We rijden door naar Solesmes, hier ligt de Abbaye st Pierre langs de Sarthe. Een enorme kolos die weinig vriendelijkheid uitstraalt en wel iets doet denken aan de bouwstijl van de Mont st Michel. De abdij kent nog een behoorlijke mannelijke bezetting heb ik op internet gezien en zou bekend zijn om Gregoriaans gezang waar ook opnames van verkocht worden. Ook zou onze grote cabaretier Wim Sonneveld hier het geloof hebben gevonden heb ik me later eens laten vertellen. Het blijkt dat de abdijkerk en het winkeltje van de abdij tussen 12:00 en 16:00 gesloten is. Vreemd genoeg vind je helemaal niets over openingstijden in folders of op de site op internet. Kennelijk is dat geen belangrijke info voor de gewone sterveling. Om toch niet geheel voor niets te komen maken we maar eens een wandeling langs de rivier rondom het complex. De conclusie is dat het een enorm complex is maar erg moeilijk van buitenaf te bekijken. We rijden ook nog even naar de Abbaye St Elise waar de nonnen zich bevinden, maar ook dat valt eigenlijk niet te bekijken zonder heel erg pontificaal het terrein op te rijden waar ik niet zo’n zin in heb en ook niet doe.

 

 

We rijden min of meer onverrichter zake binnendoor naar Malicorne sur Sarthe. Bij binnenrijden van het plaatsje komen we langs een mooi kasteel en watermolen maar we rijden eerst door naar de Faiencerie. Dit is een porseleinfabriekje waar nog zeven personen op commerciële basis allerlei porselein bakken, beschilderen en verkopen. De specialiteit is opengewerkt porselein. Er zitten absoluut hele mooie stukken tussen maar het is ook wel ernstig aan de prijs. Ook staan er nog twee originele bakovens uit 1920. Allemaal leuk om te bekijken en we besluiten uiteindelijk niet naar het porseleinmuseum, wat ook in het dorp zit, te gaan omdat we eigenlijk alleen maar meer van hetzelfde verwachten. Nog wel even terug gereden naar het kasteel om wat foto’s te maken. Het kasteel is zoals wel vaker hier privé bezit. Op het dorpsplein nog een frisje genuttigd op het terras van een hotel voordat we weer terug naar de camping rijden.

 

 

Aan het eind van de middag uitgebreid boodschappen gedaan in de Carrefour in La Fleche waarbij we dan eindelijk een paar hele beste buien over krijgen. ’s Avonds brengen we een bezoek aan restaurant “au 4 saisons”. Uiteindelijk zijn hier vijf tafeltjes bezet. Helaas zit aan één tafel een Fransman die kennelijke een Engelse collega bij zich heeft continu erg hard frengels te praten. De eetzaal is stemmig aangekleed met wel erg klassieke muziek en de tafel zit prettig ruim. We nemen een menu van € 42,90 met een kaasplank als supplement voor € 6,=. De wijnkaart is wel een enorme ervaring. Deze is zo dik als een bijbel en ik kom werkelijk de meest fantastische wijnen tegen, die overigens ook in glazen vitrines rondom de entree en bar live te zien zijn. De prijzen zijn ook fantastisch en verrassend genoeg is de Sancerre dan nog één van de meer betaalbare flessen, zodat we uit zeven opties op gevoel maar iets kiezen. De keuze is uitstekend. De amuse is goed, een smakelijke gaspacho van tomaat met komkommer, een lekker stukje geitekaas in bladerdeeg met wat stroop en een gepocheerde oester met curry die dan weer wat tegenvalt en bij tafeldame nog een stukje schelp bevat. Vooraf een Coquillage, prachtig gepresenteerd, wat een mengsel van kool met diverse soorten schelpdieren is. Qua smaak is het niet erg verfijnd, tranerigheid overheerst, en we proeven her en der een lichte zweem van zand.  Het hoofdgerecht een prachtig mooi stuk Black Angus met helaas te weinig saus maar wel erg lekkere aardappels. De kaasplank is een selectie pittige en lekkere kazen; Roquefort, Livradois en Comté. Na een “fruits rouge avec sa glacé”. Die is prima met name door een bijzonder lekker soort vanille achtige koksroom die het fruit bij elkaar houdt. Voor mij een prima etentje waarbij het wel opvalt dat we de enige tafel zijn waar een compleet menu met fles wijn wordt besteld. Op de overige tafels maar twee gangen en losse glazen wijn.

 

 

Dag 8 vrijdag

 

We zijn vrij laat op en ontbijten buiten met een jasje aan. We vertrekken vroeg naar Parcay les Pins waar het musee Jules Desbois zich bevindt, een beeldhouwer die in dit dorpje geboren is. De man is medewerker van Rodin geweest en heeft ook als decorateur voor fabrikanten gewerkt. De collectie is nogal klein maar de man kan absoluut wat. Na veertig minuten staan we weer buiten in het onooglijke dorpje zodat we maar meteen doorrijden naar Bourgeuil.

 

 

In Bourgeuil eerst maar een lunch genomen bij de pmu waar we inmiddels weer prima in het zonnetje op het terras kunnen zitten. Voor mij een salade Savoyarde. Die bestaat uit gekookte aardappeltjes met daaroverheen raclette met rauwe ham en sla erbij. Reisgezel neemt een broodje tonijnsalade.

 

 

Na het eten op zoek naar de abdij die hier ergens moet staan en te bezichtigen is. Uiteindelijk vinden we die en blijkt alleen met een gids te bezichtigen, wat we toch maar doen samen met nog een vijftal andere mensen. We worden ingewijd in het verleden van de abdij waarvan inmiddels grote delen niet meer bestaan, vooral omdat tijdens de Franse revolutie veel schade aan is gericht. Alles wat van hout was is verbrand en op sommige fresco’s zie je dat men de tekenen van de revolutie her en der op de heiligen heeft geschilderd met zwarte verf. Onder andere de mutsen van de sans-culottes zie je als hoofdeksel verschijnen. De rondleiding duurt net iets te lang met anderhalf uur en is op zich voor mij wel goed te volgen. De abdij is duizend jaar geleden opgericht en is ook onderdeel van “La Providence” de orde die ook een groot complex in la Fleche heeft staan. Voor de abdij staat een pand waarin nog steeds tien nonnen aanwezig zijn die zich volgens de gids alleen bezig houden met bidden. De abdijkerk zelf is geheel verdwenen en inmiddels doet de oude opslagschuur dienst als abdijkerk Saint Paul. De oude refter is sinds 1946 in gebruik als dorpscinema maar was in 1900 al omgebouwd tot een theater. Het verblijf van de monniken wat zich op de tweede verdieping bevond is inmiddels een feestzaal en heeft in het verleden dienst gedaan als hospitaal gedurende de beide wereldoorlogen en later zelfs nog een tijdje als basketbalveld. Verder heeft men heel veel oude gereedschappen, kleding, speelgoed, foto’s etc van zeg 1880 tot 1950 op een rommelige manier tentoongesteld maar wel met hele aparte stukken. Vanuit de ramen op de tweede verdieping zien de tuinen er nog steeds mooi uit maar deze zijn helaas niet te bezichtigen.

 

 

Als we buiten komen is het inmiddels erg warm en rijden we snel naar de cave du pays de Bourgeuil. Hier moeten we € 4,50 betalen om wat wijnpersen en vaten in een grot te bekijken om daarna tot een proeverij over te gaan. Proeven zonder bezichtiging blijkt niet mogelijk, dus met frisse tegenzin samen snel wat rondgekeken naar oude oninteressante troep en snel weer terug voor een slok. Volgens de diverse wijngidsen is de Bourgeuil één van de betere en beroemde rode wijnen van het Loiregebied vandaar dat we hier wel eens wat wilden proeven. We krijgen vijf rode wijnen te proeven uit Bourgeuil en Saint Nicolas de Bourgeuil. De eerste is van de zandgronden grenzend aan de Loire, daarna uit beide gebieden eentje van de “Gravieres” wat ik als grind vertaal en als laatste uit beide gebieden eentje van de tufsteengronden. Ik vind ze alle vijf slap, weinig smaak en de laatste twee te veel tannine. De wijnen zijn nogal jong en als ik vraag of de wijnen op leeftijd beter worden wordt dat niet beaamd door de dame achter de bar, iets wat ik wel ergens gelezen meen te hebben. We vragen of we ook een rosé kunnen proeven die we zien staan, wat kan. Deze vinden we een stuk beter en uiteindelijk hiervan een paar flessen gekocht. We zijn laat terug op de camping waar we zelf koken en met een boek de avond verder doorbrengen.

 

 

Dag 9 zaterdag

 

Vandaag is er opeens geen brood meer op de camping te krijgen, kennelijk einde hoogseizoen. Maar het is niet ver lopen naar een bakker en de croissants smaken daar stukken beter. De ochtend vooral druk met wassen en wat huishoudelijke taken terwijl we om ons heen vooral heel veel Fransen zien vertrekken. We vertrekken vrij laat naar “La Frénousse” in Cossé le Vivien wat nog een aardig stukje sturen blijkt te zijn. La Frénousse is een soort landgoed waar de kunstenaar Robert Tatin heeft gewoond en een indrukwekkend oeuvre heeft na gelaten. Hij kwam veel in Zuid Amerika wat je ook wel herkent in zaken die we zien. Het huisje waar hij woonde bekijken we middels een korte rondleiding in het Frans. Het is een opvallend klein huisje en de man heeft het geheel zelf gedecoreerd en ook ingericht met zelf gemaakte meubels. Naast het huis staat een soort tempel van beton met cement die bestaat uit allemaal beelden en ruimtes waar zijn schilderijen hangen. Vanaf de entree naar het huis loop je dan nog door een soort beeldenlaan waarbij aan beide kanten van de weg grote beelden staan die veelal verwijzen naar bekende kunstenaars. Als we wat later teruglopen blijkt er kennelijk een historica te zijn die uitleg geeft bij de beelden aan een aantal bezoekers. Ik luister kort mee en begrijp dat er veel symboliek in de beelden zit die naar de betreffende kunstenaar verwijst. Zijn schilderijen doen aan art naif en art brut denken en zijn beelden hebben absoluut Zuid Amerikaanse invloeden. Ik vind het niet erg mooi maar wel zeer indrukwekkend en ook leuk om te bekijken. Als we zien wat de man allemaal in korte tijd gemaakt heeft lijkt ons dat hij last van ADHD gehad moet hebben.

 

 

Op de terugweg rijden we naar Chateau Gontier omdat we wel eens wat willen eten. We parkeren vlakbij het stadhuis en vinden een bakker waar we wat broodjes kopen die we buiten op een bankje opeten. We worden opeens verblijdt met honderden motorrijders die hier een rondje rijden en even stil gaan staan en dan weer vertrekken. We vermoeden dat het een of ander protest tegen iets is maar geen idee wat. We kijken nog kort wat rond in het centrum maar dat vinden we niet zo veel zodat we vrij vlot weer vertrekken naar de camping waar het er op lijkt dat de grijze golf uit Nederland aan het binnen lopen is.

 

 

Tegen zeven uur het dorp in gelopen voor de warme hap. We komen terecht bij "Au Saveurs du Midi", een Ietwat smoezelig mediterraans tentje. In eerste instantie worden we aan een wel heel klein twee persoons tafeltje naast een redelijk hard staande radio die oosterse herrie verspreid neergezet. Ik pas eigenlijk niet aan het tafeltje en erger me kapot aan de herrie zodat we vragen of we verderop in de zaak aan een vier persoons tafel plaats kunnen nemen onder het motto dat ik te lang voor het tafeltje ben. Dat is allemaal geen enkel probleem waarna er prima valt te zitten. We nemen een fles muscadet en allebei het Libanese menu. Dat bestaat uit een bord vooraf met sla, gevulde wijnbladeren, pasta van aubergines en pasta van kikkererwten met Tahine. Erbij uiteraard brood en het smaakt prima. Hoofdgerecht is een bord met smakelijke stukjes kip met kruiden en uien, 2 worstjes van lamsgehakt, komkommer met munt en ratatouille met vooral tomaat en gourgette. Allemaal erg lekker, fris, gezond en met veel smaak. Na nog een bordje met wat kleine stukjes zoet gebak maar dat is niet helemaal ons ding. We ronden af met een kop thee. De kok, die ons na het eerste bord even uit kwam leggen wat we te eten krijgen, nog even de hand geschud als afscheid. Hij is zelf geen Libanees als ik hem dat vraag maar blijkt uit Syrie te komen. De bediening was weer eens een heel avontuur. Een wat vadsige jongen die zich uit de naad loopt, maar zo ongeorganiseerd is dat het niets oplevert. Het eethuis loopt na 21:00 nog aardig vol en als wij vertrekken zitten er nog negen mensen die net begonnen zijn met eten. We lopen nog langs de Cheyenne waar we buiten nog een paar drankjes nemen. Het is nog net een uurtje te doen maar daarna wordt het toch te fris en gezien de muziekkeuze waar we niet heel enthousiast van worden maar naar de caravan vertrokken.

 

Dag 10 Zondag

 

Gisteren was het nogal grijs weer maar niet koud en vandaag als we opstaan en buiten het ontbijt naar binnen werken schijnt de zon weer uitbundig. Vandaag gaan we richting Saumur. We komen als eerste terecht in Rosiers sur Loire. We kijken hier even even rond en constateren dat het een aardig dorp is met de nodigde horeca en men een bijzonder soort fontein op het pleintje naast de kerk heeft. Deze heet “Zen” en bestaat uit een ton die vol loopt met water en als die vol is omkiept en leegloopt en weer terugzwaait waarna een en ander overnieuw begint. Samen ook nog even de espace d’art bekeken waar kunstenaars uit de regio kunst en ook gebruiksvoorwerpen te koop aanbieden waar we niet heel warm van worden. We rijden langs de Loire naar Cunault waar we de fresco’s in het kerkje willen bekijken. Daar moeten we even mee wachten want er is nog een dienst bezig als we aankomen. De fresco’s vallen uiteindelijk wat tegen, ze zijn nogal vervaagd en ook minder in aantal als dat we verwacht hadden.

 

 

Op een industrieterrein net buiten Saumur bij een “Crescendo” aansluitend wat gegeten. Dit is een keten wat nog niet zo heel bekend is voor ons maar wel druk bevolkt deze dag. Je neemt salade, brood en wat te drinken mee naar de kassa waar je dan gelijk een stuk vlees, vis of pizza besteld die vervolgens bij een balie waar je dan naartoe moet voor je gebakken wordt bij overhandigen van het bonnetje. Vervolgens kun je gratis patat, aardappels, haricoverts e.d. bij scheppen zo veel je wil. Er is ook nog een aparte balie voor desserts maar die vergeten we maar even. Het lijkt haast een beetje een tussenvorm van een "la Place" en een wokrestaurant. Het eten zelf smaakt behoorlijk en is betaalbaar.

 

 

Na het eten weer een stukje terug gereden naar st Hilaire st Florent waar we het champignonmuseum bezoeken wat men in een oude uitgegraven tufsteengroeve heeft aangelegd. Tufsteen werd vroeger gebruikt om bouwstenen van te maken waardoor enorme gangenstelsels zijn ontstaan waarin de heersende temperatuur en relatieve vochtigheid bijzonder geschikt blijken te zijn voor het kweken van paddenstoelen leren we. Het museum lijkt me in eerste instantie niet zo geweldig omdat we al meteen bij het volgens van het parcours een holwoning in moeten waar men allerlei snuisterijen verkoopt die met paddenstoelen te maken hebben. Achteraf blijkt de rest van het parcours bijzonder leerzaam om te doen. We komen diverse ons geheel onbekende dingen te weten over het fenomeen paddenstoel. Slechts vijf procent van de op de wereld aanwezige paddenstoelen zou zijn gedetermineerd. Paddenstoelen hebben vocht en een temperatuur van 12 – 18 graden nodig met een luchtstroom die ververst wordt om te groeien. Als die luchtstroom er niet is ontstaan er misvormingen. Bij het verhaal over vocht stelt men ook, dat heel veel paddenstoelen ook onder water groeien, ik kan het me moeilijk voorstellen. Champignons de Paris is een naam die alleen maar ontstaan is omdat de eerste champignons in kwekerijen in de onderaardse gewelven rondom Parijs werden gekweekt in de 18e eeuw. Het kweken van champignons gebeurd op basis van compost met daarin graanzaden. In de zaden worden de sporen geïnjecteerd. Na twee weken beginnen de champignons te groeien en kan men er vier oogsten van afhalen waarbij iedere latere oogst steeds minder oplevert. Men experimenteert in het museum ook met de kweek van andere soorten paddenstoelen zoals de blauwvoetchampignon en oesterzwammen, dit schijn wat lastig te zijn. Shii-takes blijken dan alleen weer te willen groeien op hangende turfbalen of hangend hout wat veel bewogen moet worden, waar water overheen gegooid moet worden om ze te laten schrikken en ook kabaal moet worden gemaakt om ze te laten groeien. Raar verhaal maar toch een uur rond gekeken en ook grote hoeveelheden paddenstoelen gezien van allerlei pluimage die me heel weinig zeggen en waarbij blijkt dat veel toch giftig is of minimaal niet lekker volgens de uitleg.

 

 

Vlakbij ligt de firma Ackermann, een bekend wijnhuis wat we dan ook nog maar even bezoeken. We doen een audiotour door de gangen in het tufsteen waar Ackerman acht kilometer van bezit en zijn wijnen in op slaat. Een en ander wordt uitgelegd door een meisje wat bijzonder slechts Engels spreekt. Het is eigenlijk simpelweg een rondleiding die nog maar eens uitlegt hoe wijn gemaakt wordt en dan speciaal de mousserende wijn van Saumur waarbij uiteindelijk nog wat extra alcohol wordt toegevoegd om tot het eindresultaat te komen. Ackerman was overigens een Belg uit Brussel die de handel opzette met zijn schoonvader. In de laatste zaal van de rondleiding staan nog wat oud Franse speltafels waar we ons nog even mee vermaken waarna uiteindelijk de proeverij volgt van vooral veel bubbels maar ook wijnen door Ackerman gemaakt met druiven uit Sancerre en Muscadet de Sevre et Maine. De proeverij is uitgebreid, eigenlijk alles wat we vragen mogen we ook proeven. De Sancerre ruikt lekker maar smaakt slecht zodat we uiteindelijk twee flessen Muscadet, twee bubbels wit Cuvee Prive Brut, en een bubbels rosé extreme meenemen. We zijn vrij laat terug op de camping waar we verder de zondagsrust die hier nou eenmaal heerst over ons heen laten komen. Een boek, een dutje, een broodmaaltijd en op tijd naar bed.

 

 

Dag 11 maandag

 

Vandaag na de files naar Angers vertrokken. De auto ergens in de straatjes achter het musee Jean Lurcat geparkeerd. Het museum zelf zit in een oud ziekenhuis met een leuk tuintje ervoor en ook nog een soort kloostertuin er achter blijkt later. Het museum is verdeeld over twee panden, het eerste deel is in het oude klooster waar in een enorm grote zaal “Le Chant du Monde” van hem hangt en bestaat uit tien enorme wandtapijten. In een moderner naastgelegen gebouw hangen wat losse tapijten en schilderijen van Lurcat zelf en heeft men nog een tentoonstelling van ene Gleb en hangt er van diverse kunstenaars textiele kunst. Hier zitten op zich mooie stukken tussen maar haalt het allemaal niet bij Lurcat. Het is werkelijk bijzonder hoe hij zoveel kleur in de wandtapijten heeft weten te krijgen. De afbeeldingen vind ik op zich niet eens mooi maar de kleuren en de enorme grootte maken indruk. In het klooster zitten ook nog mooie moderne glas in lood ramen en nog wat oude fresco’s bij de entree.

 

 

Na anderhalf uur staan we weer buiten en wandelen we naar het centrum. Onderweg eten we een steak hachee met frites, mayo en salade. Het stuk stad waar het museum zich bevond leek mij middeleeuws en als we de rivier oversteken en het echte centrum inlopen komen we middeleeuwse, classisitische panden en zelfs een art-deco pand tegen. Daarnaast nog veel vakwerkhuizen met houtsnijwerk. Alles is goed onderhouden en ook nog schoon en het is druk met vooral veel studenten op straat. We lopen ook de kathedraal nog even in. Die is wel erg donker en hangt vol met oude tapijten die niet goed te bekijken zijn. Er is eigenlijk zo veel te zien in deze stad dat ik het zat word en we terug gaan naar de auto wat nog een flinke tippel blijkt te zijn we komen dan ook een beetje gesloopt terug op de camping. Conclusie Angers is een prachtige stad waar nog heel veel te zien is en we zeker nog een keer terug willen als we de kans krijgen. De rest van de middag en avond zelf wat gekookt, gewandeld en gelezen.

 

 

Dag 12 dinsdag

 

De laatste dag in La Fleche en we zijn de ochtend druk met nog wat winkelen en de boel opruimen en schoon maken. We rijden daarna naar het vlakbij gelegen Le Lude waar we eerst lunchen met een club sandwich bij “Cafe Cake”. Het café is aardig gevuld met bejaarde Engelsen die thee met een broodje of taartje nuttigen en ze wekken de indruk dat ze hier in de buurt wonen en niet op vakantie zijn. Na de lunch naar het kasteel gewandeld aangezien het stadje zelf niet erg interessant is. We hebben geen zin in een rondleiding door het kasteel zodat we alleen de tuinen bekijken waar je wel een mooi uitzicht op het kasteel hebt. Om eerlijk te zijn is dit niet de meest interessante kasteeltuin die we in Frankrkijk gezien hebben zodat we ook vrij snel klaar zijn en eerder terug op de camping als verwacht. Dat is op zich geen straf want het is inmiddels heerlijk weer om in korte broek buiten een boek te lezen wat we dan ook doen tot het diner.

 

 

We komen dit keer terecht bij "tes coudes sur la table" wat naast "au saveurs du midi zit". Uiteindelijk vind ik dat we zelfs beter eten als bij la Bisquine en ook nog goedkoper. We nemen een fles muscadet en allebei het menu van € 17,90. Als opwarmer krijgen we broodjes met Rillette en een soort yoghurtsaus. Het echte voorgerecht is tartare saumon. Het hoofdgerecht is patates reblochon, oftewel gebakken aardappels met room, spek en reblochonkaas in een potje uit de oven en daar nog groene sla bij. Lekker maar zwaar op de maag. Na nog een coupe exotique wat drie bollen sorbetijs met slagroom is en een french coffee waar de nodige Calvados in gegooid is. Lekker gegeten en terug naar de camping is het lekker wandelen onder een sterrenhemel bij aangename temperatuur en het eten kan mooi even zakken wat ook wel nodig is. 

 

Dag 13 woensdag

 

Vroeg op om in te pakken en de laatste dingetjes schoon te maken zodat de boel gecontroleerd kan worden. Dat gaat allemaal niet zo heel vlot maar om 09:45 zijn we weer onderweg naar de volgende halte, Le Crotoy waar we nog een weekje een caravan hebben gehuurd. Onderweg hebben we opeens veel regen in de ochtend maar later wordt het toch weer prima weer. We rijden bij Rouen nog bijna fout maar het gaat net goed en we zijn nogal vroeg in Le Crotoy waar we dan ook eerst maar wat boodschappen doen. Om 15:00 kunnen we de camping op. We krijgen chalet 75 met de naam Narcesse, wat een of andere vogel moet zijn. Het blijkt eigenlijk een terrein met vaste gasten waar ook nog een stuk of tien chalets voor de verhuur staan. Alle plaatsen liggen rond een grote oude boerenhoeve waar alle voorzieningen in te vinden zijn. Er bevindt zich ook nog een groot overdekt zwembad op het terrein wat we niet gebruiken. Het chalet valt wat tegen, het is vrij onhandig ingedeeld en een deel van de matrassen en bank zijn helaas doorgezakt en op.

 

 

Later in de middag het dorp nog bekeken. De camping heeft een achteruitgang waardoor je meteen bij het plezierhaventje staat en je leuk lang het water kan lopen over een kleine boulevard. Als je die lang genoeg blijft volgen kom je vanzelf op het strand uit. We bekijken het dorp en de kerk ook nog even en zakken uiteindelijk neer op het terras van hotel “Les Tourterelles”. Die ligt op een mooie plek, iets hoger met uitzicht op de Sommebaai. Het pand zit wat vreemd in elkaar, is helemaal rood en voorzien van een paar torentjes. Ze weten er van wanten want we betalen € 6,90 voor twee glazen Jupiler, ondanks dat zit het terras stampvol en koken we er eigenlijk weg in de brandende zon en uit de wind, zodat we vrij vlot weer vertrekken. De rest van de middag op ons eigen terrasje wat gegeten en gedronken en erg vroeg naar bed.

 

 

Dag 14 donderdag

 

Na een hele aardige nachtrust kunnen we buiten ontbijten. Hier als ochtendkrantje de Courier Picard gehaald die ik redelijk leesbaar vind maar geen topper. Als de krant uit is loop ik naar het stationnetje naast de camping waar je kaartjes kan kopen voor het stoomtreintje wat tussen Le Crotoy en St Valery sur Somme rijdt in de zomer. Ik koop kaartjes voor de zaterdag waarbij je om 11:00 uit Le Crotoy vertrekt en om 16:00 weer terug gaat vanuit St Valery. Alle andere dagen moet je nog drie uur langer wachten voor je terug kan en dat zien we niet zitten.

 

Vandaag gaan we naar Abbeville. Dat blijkt een verrassend leuke plaats behalve dan het oerlelijke stadhuis wat na de oorlog neer is gezet. De stad is voor een groot deel weer opgebouwd na de oorlog en de rest ziet er stukken beter uit. We willen met name de eglise St Sepulcre bezoeken omdat daar prachtig modern glas in lood van Le Manessier in is gezet. Maar er blijkt nog een kerk te zijn met mooi glas in lood de eglise St Fulvran waar we eerst terecht komen als we door het centrum struinen. Naast het glas in lood komen we in deze kerk ook nog een paar prachtige fresco’s tegen, die iets byzantijns hebben.

 

Om 13:00 maar eens een lunch genoten die voor mij bestaat uit Tagliatelle met pesto en Parmezaanse kaas. Simpel en lekker. Als we na het eten naar de eglise St Sepulcre wandelen komen we eerst nogal verrassend een paar oude muren van een Ursulinenklooster tegen wat verder wel compleet verdwenen is. Het glas in lood in de kerk is inderdaad prachtig. Er loopt een mevrouw rond die uitleg bij het een en ander geeft. Die uitleg ontgaat mij echter volkomen omdat er weinig tekening in zit maar wel veel kleurovergangen. Alleen een kruis boven de entree is duidelijk te herkennen met werkelijk fenomenale kleuren. Het interesseert me ook eigenlijk allemaal bar weinig wat ze vertelt, de kleuren zijn erg mooi en je ziet in bijna alle ramen van buiten naar binnen steeds meer kleur verschijnen. Gewoon een half uur op je gemak zitten en rondkijken zonder uitleg bevalt ons vele malen beter en is gewoon genieten.

 

Als we uitgekeken zijn wandelen we terug naar het musee Boucher de Perthes wat wel € 1,= per persoon moet kosten. Weer zo’n typisch Frans verzamelingetje, van alles wat waar je in 40 minuten doorheen bent. Maar wel twee werken van Frans Hals, een Le Nain en een Weerts meegepakt en ook nog een beeld van Camille Claudel. Verder een verzameling afdrukken van gravures uit de 17e eeuw van schilderijen van Italiaanse meesters als Michelangelo, Titiaan, Caravaggio en nog veel meer. De afdeling opgezette vogels en de bekende archeologische vondsten uit de omgeving neem je dan maar op de koop toe. Ook nog een aardige tentoonstelling over de glas in lood ramen in de St Sepulcre van Manessier. Allemaal geen geld en gewoon heel leuk om te bekijken.

 

 

Als we ’s avonds tegen achten willen gaan eten blijkt alles wat we tegen komen vol te zitten tot onze schrik en pas na lang zoeken vinden we vrij ver uit het centrum richting het strand bij “les Aviateurs” nog een tafeltje. De eetzaal hangt helemaal vol met foto’s van oude vliegtuigen en vliegeniers. Naast ons zit een ouder Frans echtpaar die daar kennelijk veel interesse in hebben en uit een gesprek wat ze met de eigenaar van het restaurant hebben maak ik op dat in 1906 al een vliegschool in Le Crotoy aanwezig was en dat het pand waar we nu in zitten te eten daar iets mee te maken had. Verder zit het gek genoeg niet helemaal vol. De muziek is uit de jaren 1920-1940 en we eten best lekker. Een fles prima Sancerre om een en ander weg te spoelen en vooraf allebei vissoep. Als hoofdgerecht moules frites waarbij helaas de moules net iets te gaar zijn. Na neem ik een coupe Colonel en tafeldame een coupe Femme Colonel, Als afsluiter ook allebei nog een Irish Coffee. Tijdens het dessert vertrekt opeens een Engelsman die hier ook zit te eten en komt later terug met een trombone waarmee hij een behoorlijk aantal jazz-deuntjes begint te spelen. Het duurt allemaal net een half uur, wat ook voldoende is voor ons. Maar het is tot groot genoegen van onze Franse buren die er speciaal voor blijven zitten terwijl ze eigenlijk net afgerekend hebben. Ze blijken ook nog eens prima Engels te kunnen praten met de trombonist. Van de vrouw die bij de trombonist aan tafel zit begrijp ik dat de man in een band speelt en de dag erna in Kortrijk op moet treden. Als we naar huis lopen kun je in het dorp een kanon afschieten en zijn alle restaurants verder al weer dicht.

 

Dag 15 Vrijdag

 

Vrij laat op gang en eerst eens even de e-mail gecheckt wat al vrij lange geleden is. Het weer wordt steeds mooier zodat we besluiten eens een stuk langs de kust te gaan rijden naar Ault. Dit is een hele leuke tocht waarbij je vanuit de Sommebaai met haar zandbanken en kwelders een overgang krijgt naar een kust die alleen maar uit keien bestaat, wat er apart uit ziet, bij Cayeux sur Mer. Men heeft gelukkig houten vlonders over de keien gelegd zodat je ook nog wat kan lopen zonder je nek te breken. Cayeux zelf is vergane glorie en we maken de fout een frites kebab bij een mobiele snackbar te kopen als middagmaal. Dit is een broodje met grote lompe stukken sla en tomaat met daaroverheen kebab en daar weer overheen een enorme lading patat in papier verpakt. Het broodje is een half stokbrood. Erg vet, veel te zout, niet op te krijgen en een grote smeerboel. Kort samengevat niet te vreten.

 

 

Na dit succes rijden we door en komen uit in Ornival waar de keien overgaan in krijtrotsen maar waar ook een enorme betonnen zeewering ligt, kennelijk om de kust te beschermen. Als we de zeewering op klauteren blijken daar de nodige vissers te zitten en heb je een prachtig uitzicht over de zee maar ook op het achterland en Ornival.

 

 

Bij Ault worden de krijtrotsen steeds hoger en imposanter maar het plaatsje zelf is eigenlijk geen bal aan. Wel bijzonder om over zo’n korte afstand zo veel verschillen in kust te zien.

 

 

Dag 16 Zaterdag

 

Vandaag dan met het stoomtreintje naar St Valery sur Somme. We vertrekken om 11:00 en zijn pas om 12:00 in St Valery. Dat komt omdat we wel heel langzaam over het enkelspoortje tuffen en daarbij in Noyelles de locomotiefjes worden gewisseld voor de stoomliefhebbers denk ik. Op zich nog niet zo erg dat het allemaal niet zo snel gaat maar met name het uitzicht over de baai valt ons enorm tegen en het idee dat we terug weer een uur onderweg zijn worden we ook niet vrolijk van. We denken nu te begrijpen waarom 25% van de passagiers een fiets bij zich heeft, die kunnen ten minste terug wanneer ze willen en dat zal ook wel sneller gaan als met het treintje

 

 

Aangekomen in St Valery sur Somme vanaf het stationnetje steeds verder het stadje ingelopen. Dat is een leuke wandeling, je begint vanaf de haven en loopt het nieuwe deel in wat overgaat in een stuk Belle Epoque stijl en vervolgens een Middeleeuws deel. In dit laatste deel geluncht bij “la Velocipede”, waar de bio gedachte hoogtij viert. Ik neem een assiette fraicheur met veel fruit, rauwkost en magret canard en met ijs van Basilicum, dit laatste is me iets te zoet. Reisgezel heeft filet mignon die zwaar tegenvalt. Na huisgemaakt ijs en een rekening van € 45,60. De duurste lunch van de vakantie en zeker niet de beste. Na de lunch nog wat door het middeleeuwse stuk gedwaald en op de terugweg naar het stationnetje nog het musee Picarvie bezocht. Ongelofelijk hoeveel oude spullen men bij elkaar heeft weten te brengen van zo’n twintig beroepen uit het verleden. Ondanks dat we dit in Frankrijk wel vaker tegenkomen is dit toch wel een indrukwekkende verzameling en zien we grappige dingen die we nog nooit eerder hebben gezien. Nog wat winkels bezocht en uiteindelijk de tijd vol gemaakt met een blikje fris op een muurtje bij het stationnetje. De terugweg duurt wederom lang en het is nu ook nog eens bloedheet in het treintje zodat we heel erg blij zijn als we uit kunnen stappen en maar een heel klein stukje naar ons chalet hoeven te lopen om een paar koude blikken pils naar binnen te werken. Conclusie best een heel leuk uitje maar het duurt allemaal net te lang.

 

 

’s Avonds op tijd restaurant “Le Port” in gelopen waar nog plek zat is op de bovenverdieping en het uiteindelijk wel helemaal vol loopt. Het blijkt een soort fabriek te zijn met supersnelle bediening. We nemen een flesje Sancerre en allebei een menu. Vooraf moules met spek die wat tegen valt. Dan een plak terrine st Jacques au muscadet, die is best lekker maar wat weinig en ik proef de muscadet niet. Tussendoor een spoom wat hier bestaat uit een bol citroenijs. Hoofdgerecht is tarbot met aardappels, groente en een lekkere saus. De tarbot is wel wat klein en ik vraag me af of die wel echt vers is. drie stukjes kaas tussendoor en als dessert warme appeltaart met vanille-ijs. Tafeldame is niet blij omdat haar hoofdgerecht zijnde een lamsbout zwaar tegenvalt en de serveerster gooit ook nog een glas wijn over haar heen en blijkt zelfs niet in staat om haar excuses te maken of in ieder geval de wijn aan te vullen. Op zich, zelf nog wel behoorlijk gegeten maar hier mag ik niet meer terug begrijp ik wel. Op de camping nog een tijdje buiten gezeten met een biertje en zonder muggen.

 

Dag 17 Zondag

 

Laat op en het wordt al snel warm. In de loop van de ochtend naar het vlakbij gelegen Parque de Marquenterre gereden, waar volgens diverse folders maar ook internet buitengewoon veel spannende vogels in hun natuurlijke habitat te zien zijn. Dat blijkt dus tegen te vallen en zeker als je € 10,50 per persoon hebt betaald. Er zit niet zo heel veel en het zit ook nog ver weg over het algemeen. Op zich wel een lekkere wandeling die je maakt maar meer ook niet. Het lijkt er op dat er een hele goede marketing mijnheer of vrouw mee bezig is geweest om dit zo groot te maken. En het moet gezegd het blijkt een redelijk populair uitje gezien de hoeveelheid mensen die we rond zien lopen en het aantal auto’s op de parkeerplaats. Bij de entree van het park nemen we nog een bagel ham/kaas met een frisje als we klaar zijn, die geheel in het verlengde van het bezoek aan het park ook al tegen vallen

 

 

Als troost ’s middags het dorp ingelopen en eerst eens twee ijsjes genomen die we op een trapje op eten naast een kunstgalerietje waar we meteen naar binnen gluren en niet vrolijk van het gebodene worden. Later nog wat rond gewandeld en bij de PMU tussen wat locals die vrij fanatiek de paardenrennen aan het volgen zijn een paar biertjes gedronken.

 

Laat in de middag steekt gelukkig een verfrissend windje op en koelt het wat af, we koken zelf wat en als we ’s avonds nog een korte avondwandeling maken is de rust in het dorp weer gekeerd na het pandemonium van vanmiddag, wat kennelijk is veroorzaakt door dagjesmensen die van het mooie weer kwamen genieten.

 

Dag 18 maandag

 

Het weer is minder, af en toe een bui maar voor ons prima. Ook vandaag is het in het dorp uitgestorven en is de rust weer gekeerd. We rijden naar St Riquier waar we ooit in een B&B geslapen hebben. Deze blijkt er nog steeds te zijn net naast het Belfort. We willen de kerk bekijken omdat die de vorige keer dicht was en dat blijkt nu weer het geval zodat we alleen de abdijtuin wat door kunnen wandelen die niet heel speciaal is. We lunchen dan maar bij een rustig tentje voor de kerk waar we in de achtertuin kunnen zitten. Het worden een omelette en galetta die we met smaak opeten.

 

 

We rijden door naar de jardin de Mairicourt. Dit is een mooie, behoorlijk grote, tuin rond een kasteeltje uit de tweede helft van de 18e eeuw waar we zo’n 1,5 uur zoet mee zijn. Het heeft vrij veel afwisselende stukken maar mijn reisgezel maakt wel de terechte opmerking dat er veel dezelfde planten staan. Ook het vee is hier niet vergeten met de nodige kippen, geiten, ganzen en paarden die we op het terrein tegen komen, al dan niet achter omheiningen.

 

 

Op de terugweg in Louvion boodschappen gedaan en als we weg willen rijden van de parkeerplaats terwijl we nog stil staan rijdt een zeer bejaard echtpaar van achteren tegen ons aan. Het lijkt er even op dat ze weg willen rijden maar doen dat toch maar niet als we uitstappen en wat foto’s maken. Daarna probeert Madame een en ander onder de tafel financieel te regelen maar dat doen we niet en vullen het bekende formulier in wat ze uiteindelijk wel mee invult. De schade valt op zich wel mee zodat we er gewoon mee door kunnen rijden maar bederft toch wel een stukje van de middag.

 

We koken zelf en maken de keuken vast schoon na het eten. Later nog even een avondwandelingetje gemaakt en bij een restaurantje buiten allebei nog een flesje Pelforth brun opgedronken die nogal zoet is.

 

Dag 19 Dinsdag

 

Slecht weer en we kunnen voor het eerst niet buiten ontbijten door de regen. Na wat keutelen vragen we ons af of we vandaag nog blijven of dat we eventueel nu vast een dag eerder naar huis gaan. Ik informeer eens bij de eigenaren of een eindcontrole nodig is, maar dat hoeft niet. We kunnen vertrekken wanneer we willen als we de sleutel maar bij hun door de brievenbus gooien. Uiteindelijk besluiten we toch vast naar huis te gaan en rijden om 10:30 weg, we komen in ieder geval weer met mooi weer thuis.