2023 Holten

 

Dag 1 Woensdag

 

Drie jaar nadat we hotel restaurant “Swarte Ruijter”, wat inmiddels een Michelinster heeft, voor het eerst op de Holterberg hadden geboekt gaan we nu dan toch die kant op om er een verwenarrangement mee te mogen maken. Door de Corona lock-down is enige vertraging ontstaan. Onderweg hebben we heel aardig weer, waar aan het begin van de week nog heel slecht weer werd voorspeld dus we klagen niet. Inchecken doen we bij een stevige deerne die ons begeleid naar onze kamer nummer 10 die in een bijgebouwtje zit. De uitleg is kort en met een fraai Twents accent. De kamer is weinig op aan te merken, ruim, voorzien van een tafeltje met 2 stoelen, een bank waar je wel heel diep in weg zakt, wat niet zo handig is voor de doelgroep die wat ouder is komen we de komende 2 dagen wel achter, een bed die je moet beklimmen met een ladder en een natte groep. Het is er koud wat we niet meteen opgelost krijgen en er staat water met een mini-tulbandje en we kunnen koffie zetten. Alleen is het apparaat kapot of wij zijn te stom, want het lukt ons niet om er leven in te krijgen wat we uiteindelijk maar zo laten.

 

 

Ik maak nog een wandeling richting het noorden langs een pad wat achter het hotel langs loopt en verrassend genoeg onderdeel van het Pieterpad blijkt te zijn. Het weer is af en toe dreigend met soms een paar spatten maar het valt allemaal nog wel mee. Ik heb geen kaart en dat blijkt lastig te zijn dus ik blijf maar op het pad tot ik uiteindelijk bij een stuk hei uit kom waarna ik dezelfde route weer terug loop. Het valt me op dat ik lang moet lopen voor ik geen verkeer meer hoor en als ik dan denk alleen nog vogeltjes te horen is daar af en toe in de verte gebrom van een vliegtuig, het blijft kennelijk moeilijk om in Nederland echte stilte te kunnen vinden. Kort voor ik weer bij het hotel ben sla ik nog even af naar de Canadese erebegraafplaats die hier ligt. Helaas gaat men net sluiten zodat ik besluit morgenochtend nog even terug te wandelen. Het is in ieder geval geen onbekende plek want ik kom aardig wat auto’s tegen die er vandaan komen met zelfs een grote touringcar uit Belgie en twee vrachtwagens van de Commonwealth Wargraves Comission die kennelijk net hier bezig zijn met onderhoud. Een organisatie die we in Noord-Frankrijk in de buurt van oorlogsgebieden uit WWI en WWII wel vaker bezig hebben gezien en eigenlijk nooit de link gelegd dat ze ook in ons land actief zouden zijn.

 

 

Na kort wat lezen en douchen om 19:00 uur aan tafel. We krijgen een rond tafeltje waar we prettig naast elkaar kunnen zitten op de kop van de ruimte zodat we de boel aardig in de gaten kunnen houden. Prima stoelen en alleen even kort een tijdje de zon in de ogen voordat die achter de bomen weg zakt. Naast ons een ouder stel wat wel enige kak uit straalt in kleding en spraak. Aan de andere kant twee tamelijk jonge mannen zonder haar die kennelijk enig zakelijks succes hebben maak ik zo op uit de gesprekken waarbij één van de twee denkt dat hij zo ongeveer Jezus Christus is. Er zit nog een vrij jong stel een eind van ons af en die vallen later op de avond op door een stijgend stemvolume wat we toch toeschrijven aan overmatig drankgebruik. Bediening gebeurd door de deerne van vanmiddag een jonge mannelijke collega en de vrouw des huizes. De vrouw des huizes komt wat afstandelijk en schuw over, wat later wel wat beter wordt maar ze heeft niet de ongedwongen houding die de andere twee leden van het team wel hebben zonder dat dit vervelend wordt.

 

We nemen bij het eten een wijnarrangement en beginnen met ik weet niet hoe veel amuses waarbij vooral een zelfgemaakte soort pastille gevuld met gin-tonic bij blijft. De eerste gang is dutch yellow tail wat een tonijnachtige kweekvis uit Nederland blijkt te zijn met kruidensla, mosterd en aardappel. Smaakt prima in combinatie met de kruiden en ook met het glas Verdejo uit Rueda wat we erbij krijgen. De tweede gang wordt vergezeld van een Cote du Rhone met een blend van Grenache Blanc, Mourvedre, Viognier en Clairette. Kruidig, rijk en lekker en ook deze past prima bij de hap wat in dit geval zeeduivel gelakt met biet is op een bed van risotto met biet en geitenkaas. Hoofdgerecht wordt een stuk wild en wel van de Holterberg waar ze kennelijk een ree geschoten hebben want het is reebiefstuk met zijn eigen jus, asperges, linzen, kool en tuinbonen. Op zich een prima hap maar ons ontgaat de ster in dit verhaal, weinig spannend of heel erg origineels zeg maar. De wijn erbij is een Blaufrankisch uit Burgenland zonder veel tannines die wel bevalt. Als dessert volgt een aardbeienmousse met daarin ook rabarber en kokos en erbij een aardbeiensaus met lavas en een coupe met lavasijs op gefermenteerde aardbij en afgedekt met een stuk koek. Heel vreemd is dat aan de mousse erg weinig smaak zit en deze dus tegenvalt en juist het gerechtje met het ijs fantastisch is. Bijzonder dat de lavas wel te proeven is maar het dessert toch zoet blijft. De wijn is een rosé spatlese wederom uit Burgenland en prima als dessertwijn zowel zoet als fris en gaat prima met het gerecht. Na dan nog thee met friandises waarbij vooral de zelfgemaakte speciale chocolaatjes heel bijzonder zijn. Er is van alles met fruit, kruiden en specerijen verzonnen en de drie die ik neem zijn lekker. Op tafel ligt nog een boekje van “les Patrons Cuisinier” kennelijk een club waar men lid van is en bestaat uit diverse, meestal, sterrenrestaurants die samen dingen organiseren. Na een dikke twee uur weer terug op de kamer waar het nog steeds koud is en we dus maar in bed kruipen met een boek wat het boekenweekgeschenkje 2023 van Lisa Spit uit Belgie wordt.

 

 

Dag 2 Donderdag

 

Om kwart voor negen maar eens naar het restaurant gewandeld voor ontbijt. Dit wordt in de ruimte naast de bar geserveerd en niet in het restaurant zelf. Ook hier weer een ontbijt waar je niet uit van alles kan graaien maar zaken die worden aangeleverd. We hebben een plank met allemaal wekpotjes met zoet beleg, er komen schalen met plakken kaas en vleeswaren, flesjes jus d’orange, wekpotjes met scrambled eggs met spek, gekookte eitjes, schaaltjes yoghurt, schaaltjes met zelfgemaakt ossenworst en wekpotjes met gefermenteerde ananas met Mascarpone. Erbij een zak gevuld met broodjes. Allemaal niks mis mee en we vinden onze weg wel omdat wat de een niet wil de ander dan wel dubbel op eet. Lastig is het feit dat we steeds om kopjes koffie moeten vragen wat op zich geen probleem is maar ik vind een kan gewoon handiger. Na een tijdje vragen we of we nog wat croissants kunnen krijgen wat meteen geregeld wordt. We zitten ruim een uur en kunnen later nog genieten van het relatief jonge stel wat als laatste aanschuift in trainingsbroeken en hij op slippers. Je kan natuurlijk doen alsof je overal thuis bent maar dit past hier gewoon niet. Meest boeiend is het moment dat hij af moet rekenen en opeens begint te zeuren over zaken die niet zouden kloppen. Je denkt dan kan zijn door de drank effe vergeten, maar bij dit heerschap lijkt het eerder dat hij dit soort arrangementen financieel niet waar kan maken en ook nog niet toe is aan dit niveau, wat voor een proleet natuurlijk ook lastig is.

 

Ik loop na het eten inderdaad weer naar de begraafplaats en kijk in het bezoekerscentrum een film die veel duidelijk maakt. De begraafplaats is in 1965 door de Canadezen ingericht om de gevallen soldaten die in tijdelijk graven lagen op één plek te kunnen herdenken in Nederland. Het betreft vooral gevallen Canadezen die het noorden en oosten van Nederland hebben bevrijd maar er liggen ook een aantal mannen uit Australie, Engeland en Belgie. Ook liggen er Canadezen die in Duitsland zijn omgekomen en Canadeze militairen die na de oorlog zijn gebleven voor de wederopbouw en in die periode zijn overleden, zoals een jong pas getrouwd stel wat bij een verkeersongeval in de buurt van Hamburg is omgekomen. De begraafplaats is zoals alle Commonwealth Memorials opgezet wat inhoud dat je bij de entree eerst een rememberance stone tegen komt die je dient te groeten en daarbij de gevallenen herdenkt, militairen brengen een saluut. De steen dien je rechtsom te passeren, waarom wordt er niet bij verteld. Vervolgens passeer je 2 shelters waar boeken liggen met de gravennummers en je kunt gaan zitten om je gedachten te laten gaan. Daarna kom je bij de graven en staat achterop het veld een gedenkkruis. Na de film loop ik de begraafplaats op hou me aan de net geleerde regels en ben onder de indruk. Wat ik mooi vind is dat er diverse Canadeze militairen rond lopen maar daarnaast ook aardig wat andere bezoekers inclusief jonge gezinnen die hier toch maar naar toe komen. Later in de middag rij ik er ook nog met de auto met reisgenote heen die het toch ook graag wil zien en brengen we er nog een half uur tussen de graven door met wederom aardig wat andere mensen en raakt het hele gebeuren me opnieuw. Op de een of andere manier doet het me in eigen land toch meer als in Frankrijk waar we ook wel de nodige begraafplaatsen uit de oorlogen bezocht hebben.

 

 

Rond half twaalf vertrokken naar Almelo wat een kilometer of 30 verderop ligt. We houden het vrijwel droog de hele middag maar er staat wel veel wind en als de zon weg is, is het fris. Almelo is een wat schizofreen stadje, we komen terecht in een centrumgebied wat modern is en er vooral niet uitziet maar als we verder dwalen langs een winkelstraat komen we ook terecht bij een fraaie oude kerk met wat oude straatjes met huizen er omheen en het kasteel Almelo. Een bijzonder vreemde tweedeling die nog eens geaccentueerd wordt als we via een andere winkelstraat terug lopen en langs het van der Valk schouwburghotel komen. Onderweg scoren we wat kleding en frutsels voor de kat, een paar glazen Cola en nog een boek.

 

 

We belanden uiteindelijk ook nog bij het stadsmuseum wat € 7,50 per persoon moet kosten. Alles netjes ten toon gesteld en gedocumenteerd maar € 2,50 zou meer op zijn plaats zijn geweest want erg veel is het niet. We beginnen met wat schilderijen van oudere stadsgezichten en gaan daarna door een tuin naar het rectorshuis waar de echte collectie in is ondergebracht. Almelo is rond 1400 ontstaan aan het riviertje de Aa en we beginnen met de nodige foto’s uit de 19e eeuw tot de jaren 70 van de 20e eeuw die aantonen dat het soms een rivier werd want men had regelmatig last van overstromingen. Daarna leren we dat de graven van Rechteren hier de belangrijkste adellijke familie waren en tot de 18e eeuw de baas speelden. In die tijden was de landbouw hier de enige echte bron van inkomsten tot dat in de 19e eeuw de textielindustrie hier zeer booming werd met divers grote spelers waarvan nu alleen ten Cate nog over is die over ging op kunststof stoffen waar de rest het allemaal niet gehaald heeft. Textiel had behoefte aan water en transport wat hier beide aanwezig was. Daarnaast ontstonden er nog wat andere bedrijven zoals bolletje, een lampenfabriek, een brouwerij en nog meer maar ook dat is inmiddels vrijwel allemaal vergane glorie. Men heeft nog een leuke verzameling oude tegels en een tentoonstelling “op de thee” die meer neergezet lijkt om allemaal verzamelingen frutsels en prutsels uit de 20e eeuw ten toon te stellen op het gebied van scheerapparaten, verenigingen, make-up, dansscholen en de kerk. Op zich best leuk en leerzaam maar te duur.

 

Als we het etablissement willen verlaten raken we nog aan de praat met de suppoost van dienst over het feit dat we Almelo zo’n gekke tweedeling vinden hebben namelijk fraai oud en nieuw lelijk. Hij is dat wel met ons eens maar geeft wel mee dat het ook niet zo makkelijk is dat als jij in je centrum heel veel grote textielbedrijven hebt zitten die op verschillende momenten enorme terreinen achter laten om dat dan maar zo even allemaal weer her in te richten. Op zich wel een eye opener en een punt lijkt ons maar dat wil nog niet zeggen dat alles dan maar lelijk moet worden wat hij ook wel weer met ons eens is. Volgens hem is de gemiddelde Almeloer ook niet bepaald tevreden met hoe een en ander er bij staat. Als we het museumpje uit komen begint het net te regenen en duiken we proeflokaal Belgie maar in voor een frisje. Het is er stil en Boudewijn en Paola hangen hier nog aan de muur.

 

 

Niet al te laat terug op onze kamer en ik lees buiten in het zonnetje het niemendalletje van mevrouw Spit uit wat ik daarna meteen wegdonder. Het zonnetje is eigenlijk net niet krachtig genoeg zodat ik eerst nog even een wandeling heen en terug richting Holten maak en daarna binnen met een nieuw boek ga zitten, “Kinderen van Kaageiland” van Kristine Goedhart, laat ik het er op houden dat een familiegeschiedenis voor de betrokkenen uiteraard altijd interessant is maar dat dit niet altijd het geval is voor de overige lezers, ik denk dat de schrijfster dat wat verkeerd heeft ingeschat.

 

Om ons heen lopen vanmiddag de hotelkamers vol merken we wel en als we gaan eten barst het van de geparkeerde auto’s, veroorzaakt door ook nog eens twee zakelijke diners in aparte zalen. De eetzaal is beter bezet vandaag maar helaas zijn er dit keer geen mensen aanwezig waar we ons eens fijn aan kunnen ergeren. Veel oudere stellen die zichzelf even verwennen met een arrangement of zoals naast ons een arrangement cadeau hebben gekregen. Over het algemeen ook mensen die dit soort dingen wel vaker doen en vriendelijk groeten op één stuurs stel na wat ook net wat jonger is. Vandaag vier man in de bediening, eigenaresse en deerne zijn weer aanwezig en een jonge vent en jonge meid. Deze laatste heeft een helaas ernstig harde stem en is wat paniekerig zo her en der. Alle amuses zijn weer hetzelfde behalve eentje van snoekbaarstartaar die buitengewoon lekker is en iets van biet met yoghurt wat mij iets minder bevalt.

 

We hebben weer hetzelfde scenario, vier gangen met een wijnarrangement. We beginnen met Noordzeekrab in een rolletje van mango met wortel en kerrie. Veel smaak leuk gedaan. De wijn is een Siciliaanse Vermentino die niet al te vegetaal is maar waar de bloemigheid en ziltheid die de serveerster wel heeft gevonden door ons niet worden herkend, maar voor een Vermentino heel aardig en hij bevalt wel bij het gerecht. Gang twee 2 is rode mul met een tomatenjus, tomaat en artisjok. Prima vis en de Viognier uit de Pays d’Oc vind ik top, gaat richting Condrieu zal wel een stuk goedkoper zijn maar bevalt zeer en gaat ook goed bij het gerecht ondanks de enorme kruidigheid. Hoofdgerecht vanavond lende van Simenthaler rund met erbij een uienjus, aardappelkrokant, tuinbonen en asperges. De lende had malser gemogen en ook hier vraag je je af waar is de ster. De wijn is een Montepulciano die me slecht bevalt heel veel tannine. Bij het eten te doen maar zo als wijn niet mijn ding. Het dessert bestaat wederom uit twee delen en wederom springt er één uit. Het witte chocolade-ijsje a la magnum op een bedje van mango met rode peper is nogal slap, mogelijk dat de chef dit ook vond en het pepertje dit op moet lossen maar dat is dan niet gelukt die blijft op zich zelf staan. Maar de mango met passievrucht mousse is fantastisch van smaak. De wijn is een bijzondere, een Gewurztraminer uit de Spaanse Pyreneen. Verrassend fris en leuk en lekker bij het dessert. Na weer thee met friandises, ik probeer nu de andere 3 zelfgemaakt chocolaatjes. Ik mag nooit meer kiezen die van gisteren waren allemaal lekkerder wat mij betreft. Vandaag pas na drie uur terug op onze kamer en tot een uur of elf liggen lezen.

 

 

Dag 3 Vrijdag

 

Wederom geen briljante nachtrust wel worden we wakker met de zon. Bij het ontbijt geen verrassingen ten opzichte van gisteren behalve dat nu twee dames de bediening doen, wederom een uur bezig en we hebben meer croissants op verzoek van tafeldame. We rekenen na het eten maar meteen af wat neer komt op € 918.20 wat ik wel ongeveer in had geschat. We raken nog even aan de praat met de dame die de ochtendbediening doet, en dagelijks om vijf uur op staat. Zij zweert erbij omdat haar man ook in de horeca werkt maar dan ’s middags en ’s avonds en ze op deze manier geen kinderopvang nodig hebben. Dat ze elkaar weinig zien door de week nemen ze op de koop toe. Zo zien we maar weer elk nadeel heb zijn voordeel. Nog een ochtendwandeling gemaakt en rond 10:00 uur naar huis met veel zon en ik rij via Ede waarom weet ik eigenlijk niet, het is wel wat om maar alles rijdt ook lekker door.