2023 Woudsend
Dag 1 Vrijdag
Op een warme vrijdag vroeg in de middag maar Woudsend getrokken waar we een kleine twee uur mee bezig zijn. Het gaat eigenlijk heel vlot tot aan de Ketelbrug die open staat, wat uiteraard wat tijd kost maar daarna wil het gek genoeg op de weg ook niet meer zo vlotten. Dit keer een huisje via Novasol gehuurd in het oude deel van het dorp. Aardig huisje, prima keuken en douche. Overige ruimtes weinig mis mee en een mooi plaatsje om buiten te zitten. Wel is het er erg warm en hadden een parasol en bijvoorbeeld een paar ventilatoren wel handig geweest. Een serieus minpunt voor ons is de buurman die, op zijn oprit, van de 7 dagen 5 avonden tot laat en een groot deel van de zaterdag aan het sleutelen is wat eens even lekker rustig buiten zitten aardig verziekt.
De middag in eerste instantie met een paar versnaperingen doorgebracht op het terras van “t Ponkje” waar het onder de parasol met een windje vanuit de jachthaven buitengewoon prettig zitten is. Later een behoorlijke slinger te voet door Woudsend zelf gemaakt wat een bijzonder leuk oud deel heeft wat aan kanaal de Ee ligt. Veel sociale woningbouw van begin 19e eeuw en heel veel steegjes, maar ook een paar, deels niet meer in gebruik zijnde kerken en een synagoge. Uitschieter is de prachtige houtzaagmolen waar nog steeds hout gezaagd wordt door vrijwilligers. Ook heel bijzonder is het bruggetje wat midden in het plaatsje voornoemd kanaal kruist en werkelijk ontelbare keren per dag open en dicht gaat voor schepen onderweg van Heeg naar Balk en vise versa. Aan de overkant van het kanaal ligt nog een bedrijventerrein en nieuwbouwwijk die wat minder interessant zijn. Maar daar staat weer tegenover dat we regelmatig kunnen genieten van grote hoeveelheden ooievaars die soms op de molenwieken van de molen achter ons zitten of op de lantaarnpalen bij de sportvelden aan de rand van het dorp.
Terug in de hut de bedden en douche getest en begonnen aan het boek “Het Duitse meisje” van Armando Lucas Corea. Tegen zeven uur de achteringang van restaurant “De Watersport” ingelopen waar binnen nog tafels genoeg over zijn terwijl het terras stampvol zit. Het personeel blijkt vaak Engelstalig en we beginnen met een frisje en de kaart. De keuzes worden vlot gemaakt. Tafeldame begint met brie met walnoten en druiven uit de oven wat lekker is. Ik neem Gamba’s met knoflook en tomaat in roomsaus met de nodige kruiden wat eveneens lekker is. Hoofdgerecht voor madame een prima stoofpotje van vis, waar ik ga voor een gekonfijte snoekbaars met prei en kervel. Het gekonfijte deel ontgaat me en om eerlijk te zijn is het een wat saaie hap die wel opgeleukt wordt met gebakken aardappels, bloemkool en rabarber. Met name deze laatste waar we vaak niet zo dol op zijn is erg lekker wat lijkt te komen door het toevoegen van sinaasappel. Beide gerechten worden vergezeld van een glas hele leuke kruidige Italiaanse rosé die als huiswijn wordt geschonken. Nagerechten een Spanish Coffee voor metgezel en voor mij een “Eton Mess” wat vanilleroom met merengue en aardbeien blijkt te zijn kom ik achter. Wel een beetje jammer dat het één 10 minuten eerder komt als het ander. Met enige verbazing ook mee gekregen dat onze buurtafel voor het kind wat aanwezig is, vraagt of er ook een hamburgermenu gegeten kan worden wat dus niet op de kaart staat, uiteindelijk zien we dat er frietjes met kroketten arriveren. Dit kind is dus wel 16 schatten wij zo in, kennelijk veranderen de tijden.
Dag 2 Zaterdag
De eerste nacht gaat nog niet vanzelf en al vroeg wakker door een enorm vogel gekwetter, dat is wel even wat anders als in de stad. De laatste tijd verwent met Senseo apparaten op vakantie is de eerste dag koffie zetten nog niet zo’n succes met het traditionele apparaat wat hier staat. Ontbijten is zo vroeg qua temperatuur nog prima te doen op het plaatsje en na een bezoek aan de Spar waar het verrassend druk is zijn de voorraden ook weer op orde behalve het fruit wat we later in de middag nog even aanvullen waarbij het dan opeens doodstil in de winkel is, wat de rest van de vakantie zo zal blijven.
We rijden vroeg richting Drachten wat een 3 kwartier verderop aan de snelweg naar Groningen ligt en waar we aan de rand van het centrum gratis parkeren omdat de parkeermeter het niet doet. Tot onze verrassing blijkt Drachten zo ongeveer volledig nieuwbouw te zijn en is het enige oude pand het museum wat in een Fransiscaner klooster is ondergebracht en dat is dan ook niet echt heel oud te noemen aangezien het uit de jaren 30 van de vorige eeuw stamt. We komen niet verder als het door akkeren van een lange winkelstraat waar ik lang bij een paar winkels buiten sta te wachten wegens een vrouw die redelijk fors kleren inslaat. Midden in die winkelstraat bevindt zich een los carillon wat er eigenlijk gewoon lelijk uit ziet en waar we op de terugweg uitzicht op hebben als we op het terras van “de Waag” neerzakken voor een glas fris en een kop koffie. Het zit aardig vol en we worden verblijdt met een 2-tal muzikanten die redelijk populaire liedjes met een sax en trombone ten gehore brengen. De combinatie van beide instrumenten is niet echt top voor het gehoor en de uitvoering van een en ander is ook allemaal wel erg traag. We lopen later nog over het stadhuisplein wat parallel aan voornoemde winkelstraat ligt waar we nog een boekwinkel vinden die we uitgebreid bezoeken. Terug in de winkelstraat zakken we neer op het terras van bakkerij Boonstra voor een frisje en wat te eten.
Een deel van de middag brengen we door in het museum Dr8888. Dit zit samen met de VVV in voornoemd Franciscaner klooster wat dus het enige historische gebouw zou moeten zijn van Drachten volgens één van de vrijwilligers in het museum. Het blijkt een klein museum wat vooral over het Dadaisme gaat waar Theo van Doesburg en Kurt Schwitters zich kennelijk redelijk druk over hebben gemaakt. We kennen van Doesburg van de Stijl en zijn link met Drachten blijkt dan ook met name te zijn dat er een paar panden inclusief glas in lood door hem ontworpen zijn die qua kleurstelling en vlakken mooi bij de Stijl passen. We zien hier ook wel wat van die dingen maar het museum gaat toch vooral over het Dadaisme en spitst zich toe op collages en geschreven documenten. De collages van beide heren vinden we niet geweldig in tegenstelling tot een aantal van ene “van Rees” en “César Domela Nieuwenhuis”. De teksten zijn soms frivool en chaotisch wat uiteraard wel bij het Dadaisme past maar soms ook heel strak gestileerd met weliswaar vreemde woorden. Dat gestileerde doet toch meer aan de Stijl denken. Het museum bestaat verder uit een zaal met stukken van hedendaagse kunstenaars die een soort van ode aan het Dadaisme brengen en niet bijzonder interessant zijn en een klein zaaltje met tassen van kunstenaars die met een knipoog naar Dadaisme zijn uitgevoerd en wel grappig zijn. In de tuin staat nog een beeld van Kees Verkade waarbij in mijn brein meteen de gedachte opkomt “het kind met het badwater weggooien”. Al met al 3 kwartier neuzen voor € 14,= per persoon wat wel wat duur is, maar het is wel leuk om een iets beter beeld van het Dadaisme in Nederland te krijgen wat toch wel afwijkt van de wat meer bekende buitenlandse adepten van deze stroming zoals Marcel Deschamp en Man Ray.
Terug in het dorp, na een wandeling, nog een tijd in de schaduw van de watermolen aan de waterkant gezeten met krant en puzzel. Vandaag zelf zorgen voor het diner wat prima lukt en één van de weinige avonden dat we in alle rust buiten op ons plaatsje kunnen genieten van het weer met een boek en een goed glas wijn.
Dag 3 Zondag
Een trage ochtend waarbij de koffie al beter gaat en het ontbijt ook nu weer in alle rust buiten weg gewerkt kan worden. Het in bedrijf nemen van de vaatwasmachine is even een uitdaging maar ook dat lukt.
We gaan vandaag naar 31grC zodat we besluiten een plekje aan het water op te zoeken. We kiezen voor recreatiegebied “de Potten” wat als een soort zijmeertje aan het Sneekermeer grenst en zoals gehoopt over veel schaduw beschikt. Als we rond 12 uur onze stoelen neer zetten is het al redelijk druk wat in de loop van de middag nog fors toe zal nemen. Veel gezinnen met kinderen, een paar groepen jongeren en de nodige oudere stellen zoals wij zelf. Opvallend genoeg zien we hier toch weinig Mediterrane landgenoten. Ik lees eerst mijn boek maar eens uit wat over het schip de “St Louis” gaat die in 1939 vol zat met vluchtende joden vanuit Duitsland naar Cuba. Bij aankomst in Cuba bleek echter dat de regels om toegelaten te worden waren gewijzigd en maar heel weinig mensen van het schip welkom waren. De rest is maanden later opgenomen in een paar Europese landen. Het verhaal wordt vertelt vanuit het perspectief van kinderen wat gezien het taalgebruik voor mij niet altijd even overtuigend is en het zoekt parallellen betreffende het leven in Cuba en vervolging zoals dat voor WWII in Duitsland ook speelde en de gedachte geen Jood meer te willen zijn of juist wel. Wel een intrigerend boek alleen de schrijfstijl is niet de mijne. De rest van de middag doorgekomen met water, een paar broodjes en nog een ijsje. Twee maal een wandeling rond het meer gemaakt, wat warm is om te doen en waarbij blijkt dat aan de overkant een naaktstrand te bezoeken is. Ook mensen kijken is uiteraard onderdeel van de dag waarbij de echt mooie ontbreken maar er wel een groot contingent stevige Friese moeders te zien valt. Wat ook leuk is, is dat we een waterskibaan voor de deur hebben waar ook wel wat te zien is aan uit de bocht vliegende beginnelingen en medewerkers die halsbrekende toeren uithalen als de baan er mee uitscheidt. Het lijkt wel goede business zo’n skibaan, voor 15 euro mag je een uur rond skieen waarbij je dan wel regelmatig in een lang wachtrij staat en mocht je onverhoopt halverwege de baan onderuit gaan dan heb je wel een half uurtje nodig om weer terug te komen bij het vertrekpunt. Uiteindelijk begin ik nog aan het boek “oude meesters” van Joost de Vries.
Na vier uur aan het water hebben we het wel gezien en zijn we tegen half vijf weer terug op het honk waar het onaangenaam warm begint te worden maar het in de keuken nog redelijk te doen is. Beste woord voor de rest van de middag is wat hangen en het nemen van een koude douche waarna we om zeven uur bij restaurant “vis en meer” naar binnen lopen waar we met nog een elftal andere bezette tafels buiten het diner gaan gebruiken. We worden in eerste instantie bediend door een jonge jongen die nog wel wat moet leren en vooral erg lang bezig is voor hij onze fles wijn aan weet te leveren. De Chablis blijkt op zodat we maar een Riessling uit Rheinhessen nemen die heel aardig blijkt te zijn. De kaart bestaat uit een 6-gangenmenu en een paar losse a la carte voor-, hoofd- en nagerechten die je wel op alle mogelijke manieren kan combineren. We besluiten voor een zelf te verzinnen drie gangenmenu te gaan. Eega heeft bouillabaisse vooraf die lekker is en daarna het voorgerecht “vis en meer speciaal” als hoofdgerecht, wat bestaat uit een warm mengsel van coquilles st Jacques, gamba’s, tomaat, ui, knoflook en bleekselderie kort gebakken in knoflookolie en is ook al lekker. Ik heb kort gebakken tonijnstaartjes met seizoengroente die heerlijk is en daarna een buitengewoon lekkere tarbot die vergezeld wordt van een garnituur die neer komt op de vis en meer speciaal van mijn eega maar dan in een beduidend kleinere hoeveelheid. Een dissonant onder het eten zijn de grote hoeveelheid vliegen die uiteindelijk steeds rond onze tafel zwermen, dit lijkt vooral zijn oorzaak te vinden in de restanten van mijn tarbot. Het dessert wordt voor ons beiden chocolademousse, chocolade crumble, vanille ijs en rood fruit. Dat rode fruit bestaat uit 2 stukjes aardbei wat we dan wel een beetje triest vinden, zoals het hele dessert wat tegen valt na de buitengewoon smakelijke voor- en hoofgerechten. De rekening valt wel mee als we na anderhalf uur afrekenen. We overleggen nog even kort en besluiten woensdag ook hier te gaan eten en niet zelf te koken gezien het heerlijke eten. Terug bij het huisje is het buiten nu wel prima te doen, lekker zitten en een buurman die eens geen kabaal maakt.
Dag 4 Maandag
Na een zware veel te warme nacht nog redelijk fit op tegen negen uur, waarschijnlijk omdat de laatste paar uur qua slaap nog redelijk goed gaan. Het weer is beduidend aangenamer zodat we meteen ’s ochtends zo veel mogelijk open zetten en de rest van de dag het huis door laten tochten. De koffie gaat vandaag mis door een dubbel geklapt koffiefilter maar verder een rustige standaardochtend met een ontbijt buiten, een flinke wandeling door het dorp en het doen van wat boodschappen.
In Friesland is op maandag alles dicht zodat ik vandaag maar een flinke wandeling ga maken waar het weer vandaag zich ook prima voor leent. Na wat puzzelen wordt het een rondje Sloten besluit ik. Bij aankomst eerst Sloten maar eens bekeken wat tot mijn verrassing kennelijk vroeger een klein vestingstadje is geweest met een stadswal en een grachtje die dwars door het plaatsje heen loopt. Aan de gracht mooie oude panden en twee kerkjes, en aan het eind nog een molen. Na de molen loop ik richting het oosten de polder in en in een halve cirkel terug naar het zuidelijker gelegen Wijckel. De polder is niet heel spannend al kom je wel een beschermd vogelbroedgebied tegen en ik hou er een korte pauze op één van de weinig bankjes die ik tijdens de wandeling tegen kom. In Wijckel staat een aardig zadelkerkje en blijken ze te beschikken over het “Wikelerbos” een overblijfsel van een park wat ooit bij een buitenplaats hoorde waar ik ook nog wat doorheen wandel. Vanaf Wijckel loop ik nu in westelijke richting weer in een half rondje terug naar Sloten waarbij ik langs het Slotermeer denk te gaan wandelen als ik een pad naar de oever van het meer neem, alleen blijkt er verderop een hek te staan en ga ik maar niet verder. Wel vind ik een piepklein bankje aan het meer waar ik dan maar eens wat langer rust en het een en ander aan eten en drinken weg werk. Voor ik terug ben in Sloten hou ik nog even een stop aan de waterkant tegenover recreatiecentrum “de Jerden” waar je zoals wel vaker hier en kan kamperen en met je boot kan gaan liggen. Uiteindelijk een ruime 2,5 uur bezig om dit rondje te volbrengen. Onderweg kom ik eigenlijk alleen maar wat bejaarde toeristen op fietsen tegen en ondanks dat het zwaar bewolkt en lekker fris weer is blijk ik toch nog wel enigszins verbrand te zijn.
De namiddag wat uitgerust en nog een kort bezoek aan het terras van “t Ponkje” gebracht waar het wederom goed zit maar de bediening vandaag wel extreem traag is. Vanavond weer eens zelf kokkerellen en ook de afwas en keuken weer eens fatsoeneren. De rest van de avond verder doorgekomen met een boek. Ik lees dat van de Vries uit. Voor mij een wat vreemd boek, het gaat over 2 broers die niet met en niet zonder elkaar lijken te kunnen. Verhaal beetje te veel chaos en onlogisch maar het leest wel vlot. Ik begin nog aan “Zwartboek Oranje” van Gerard Aalders. Ik krijg het boek gedurende de vakantie niet meer uit maar is in de rijke traditie van veel Aalders boeken een afrekening met het koningshuis. Om eerlijk te zijn ben ik zelf bepaald geen oranje-adept zie het nut er niet zo van en ben het wel eens met de stelling dat het wel vreemd is dat je eigenlijk niets hoeft te kunnen, alleen maar als oranjezoon geboren te worden om koning te kunnen zijn. Aalders lijkt wel eens wat door te slaan in zijn pogingen om aan te tonen dat het koningshuis niets kan en niets is en is voor mij met zijn opmerkingen dan ook niet altijd even relevant. Wel leer je bij hem altijd weer interessante weetjes over het koningshuis, die over het algemeen dan uiteraard niet meteen erg positief zijn.
Dag 5 Dinsdag
We zijn vandaag vrij laat met alles maar wel om elf uur onderweg naar Leeuwarden. Dit is drie kwartier rijden over een rustige snelweg en door een rustige stad. We verbazen ons nogal als we even moeten wachten voor de spoorlijn naar Groningen die enkelspoor blijkt te zijn, als we er eens op letten blijkt iedere spoorlijn die we in Friesland oversteken enkelspoor te zijn. We parkeren net buiten de stadsring bij de Zuidergracht. Leeuwarden blijkt wel iets van onze eigen woonstee Utrecht te hebben. Een gracht door het centrum met veel winkels, eetgelegenheden, oude panden en nieuwe panden die qua architectuur soms niet helemaal bij elkaar passen. De buitenring bestaat uit stadsgrachten met twee parken en kunnen wedijveren met de singels in Utrecht en het Zocherpark. Daarbij een scheve dikke toren als “landmark” en de dom komt ook meteen bovendrijven in je hoofd. Wel verwarrend is dat we ook een pand University of Groningen tegen komen terwijl Groningen toch echt een kilometer of 60 verderop ligt, hierin is Utrecht nog niet geslaagd. De stad wordt vooral bevolkt door struise Friezinnen, oudere shoppende stellen en wat toeristen. We kijken wat rond en besluiten na een tijdje dat reisgenote wat gaat winkelen en ik de stad verder onderzoek. We vinden elkaar terug bij de Wibra en duiken dan eerst maar eens neer op het terras van “Fire Grand Café” voor koffie met appelgebak en muntthee met citroenmerengue. Het zit er prima in de schaduw van een boom en wordt duidelijk bezocht door de gegoede burgerij, goedkoop is het dan ook niet.
Na nog wat kort winkelbezoek trekken we richting het Fries museum. Het museum zit in een groot modern gebouw met ook nog wat filmzalen en beslaat ongeveer 2,5 verdieping. We starten met de 1e verdieping wat antwoord moet geven op wat Friesland is. Ontstaan van het Friese land is wel duidelijk na dit bezoek. Het begon op terpen die men later met dijken met elkaar verbond zodat er land ontstond wat ingepolderd kon worden. Probleem was dat dit geen al te beste “plaggendijken” waren zodat het nog wel eens mis ging. In de Middeleeuwen begonnen de monniken zich er mee te bemoeien die hier in grote getalen, namelijk verdeeld over 50 kloosters, vertegenwoordigd waren. Deze snapten het wat beter en legde ook gewoon rechte dijken aan. Uiteindelijk wilde de adel ook wel een beetje land mee pikken dus begonnen die zich er ook nog eens mee te bemoeien zodat bijvoorbeeld “Het Bilt” ingepolderd werd. Wel had men een probleempje met de palen in de dijken die gebruikt werden want die werden opgevreten door de paalsteekwormen met alle gevolgen van dien. Uiteindelijk hebben we dan nu de zeedijken van tegenwoordige tijd. Naast deze historie over het ontstaan van het land zien we ook nog de nodige opgravingen uit terpen door de eeuwen heen. Aardig weetje is dat Leeuwarden uit 3 terpen is ontstaan, weer eens wat anders als de 7 heuvelen van Rome.
Na deze zaal komen we terecht in een fraai Hindeloopens interieur en vervolgens bij een tweetal motoren die door Erik van Hove tot kunst verheven zijn. De man is van origine een Algerijn en de motoren zijn bewerkt met houtsnijwerk, zilverwerk en glaswerk. Bijzonder fraaie objecten maar niet helemaal duidelijk wat hier duidelijk gemaakt wordt betreffende wat Friesland is? Vervolgens twee zalen met luchtfoto’s van Friesland die inderdaad wel duidelijk maken hoe Friesland er uit ziet maar voor een museum wel wat simplistisch is. Als laatste zaal komen we dan terecht tussen allerlei schilderijen, voorwerpen en onderwerpen die met Friesland te maken hebben maar nou niet echt iets over de Friese volksaard zeggen. Dat Mata Hari een Friezin was zal, dat Piet Paaltjens ooit een fictieve geschiedenis van het Friese volk schreef wat door velen als waar werd beschouwd is natuurlijk grappig. Dat Saskia Uylenburgh met Rembrand was getrouwd was misschien wel niet slim van haar. Dat de bekendste Friese schilder Lawrence Alma-Tadema is geweest zal wel kloppen, dat Friezinnen vroeger al met ontblote armen schaatsten om sneller te gaan is leuk om te weten en de vraag of Willem Alexander geen Fries is omdat hij toch stamt uit de Friese van Nassau tak lijkt me het antwoord al geven. Alleen helpt het allemaal niets bij het duiden van Friesland of het Friese volk. Ergens staat zelfs dat veel Friese terpen betrokken zijn door Drenthenaren. En dan sla ik nog 1 zaaltje over, hier hangt geheel apart een werk van Piet Mondriaan: het Friese echtpaar. Volkomen terecht dat men als museum trots is dit werk te hebben verworven maar het zegt wederom helemaal niets over Friesland zelf.
Op de 2e verdieping komen we terecht in een mooie tentoonstelling van het echtpaar Christoffel en Kate Bisschops. Beide schilderden in de 18e/19e eeuw, hij wat meer als zij en hij ook wat beter als haar als we eerlijk zijn. Mooi gegroepeerd ten toon gesteld met een afdeling zelfportretten met ook allerlei meubilair en attributen uit hun vroegere woning in Scheveningen waar ze woonden. Daarnaast een zaal met portretten van en informatie over de hoge kringen waarin ze verkeerden, waarbij een doek van een jonge Wilhelmina er uit springt. Een zaal met wat donkere genrestukken die kennelijk voor de verkoop waren, op zich totaal anders maar doet denken aan bijvoorbeeld de lolita en de herderstaferelen die in vele huizen gehangen hebben. De laatste zaal gaat dan weer over genrestukken maar die zijn ontstaan toen Christoffel op eens in Hindelopense motieven en kleuren mensen en interieurs begon te schilderen die kennelijk als een malle verkochten. Vaak iets met een wiegje en voor mij lijkt het een beetje op uitmelken van leed, maar het is absoluut een leuke tentoonstelling en er hangen echt een paar prachtige stukken tussen met ook de twee portretten die ze van elkaar hebben geschilderd. Ook hebben we op deze verdieping nog het Fries verzetsmuseum, maar die valt mij dan wat tegen. Het zal wel geen bon ton zijn maar ik had dan wel meer zaken over het verzet verwacht. Het museum gaat vooral over algemeenheden van de oorlog en ook wat algemene problemen in die tijd in Friesland maar echt zaken over het verzet vind ik er niet uitkomen buiten een mooi gedenkwerk voor alle gevallen Friese verzetsmensen.
Op de 3e verdieping hebben we dan nog wat moderne kunst waar we niet erg veel aan vinden, behalve een werk van Rinus van de Velde wat "deep in the Jungle of our fiction" heet. Na ruim vijf kwartier door het museum dwalen kijken we nog in een slechte museumwinkel rond waar we niets kopen. Terug rijden we binnendoor naar Bolsward en duiken daar de A7 naar Sneek op waar we bij een benzinepomp nog even pauzeren een frisje tot ons nemen.
Vanavond dan eten bij “t Ponkje”. Een bijzonder etablissement in een kerkje en we raken wat aan de praat met de eigenaresse. Het kerkje is al sinds 1969 als horeca in gebruik en het eerste kerkje in Nederland wat een andere bestemming heeft gekregen volgens haar. Ze zit er zelf sinds 20 jaar in. Als we binnen komen is het voor 90% bezet met allemaal ouderen zodat we ons weer jong voelen. Het zit onberispelijk in de verf en heeft mooie kerkelijke details, een leuke omgeving om te eten en dat eten blijkt ook nog eens prima te zijn. Het enige wat een beetje jammer is, is dat we gereserveerd hebben en er dan kennelijk geen rekening gehouden wordt met een beetje leuke plaats. We komen midden in de tent vlakbij de buitendeur terecht waar het nogal fris is door de deur die regelmatig open gaat omdat er ook nog een paar mensen buiten zitten te eten. Als we kaart bekijken zien we niet meteen een leuk voorgerecht zodat we die overslaan. Als hoofgerecht nemen we allebei zeewolf wat het visje van de dag is met daarbij salade, gebakken aardappels en bloemkool. Het smaakt prima maar had wel wat meer mogen zijn. Erbij een glas Sauvignon Blanc omdat we geen wijnkaart krijgen en we ook geen zin in een fles hebben voor alleen een hoofdgerecht. Het dessert wordt twee keer “grand dessert” wat een proeverij van alle desserts is bestaand uit chocolademousse, Friese Tiramisu, Stracciatelli ijs, merengue, ananas bavarois en spekkoek. Leuk en lekker. Na nog twee cappuccino. Gezien de ervaring van gisteren waren we bang dat we ook vandaag wel weer lang zouden moeten wachten, maar het bestellen van eten en uitserveren gaat vlot, niets aan de hand maar het afrekenen duurt inderdaad toch weer erg lang.
De wandeling naar huis is vandaag dan eens een keer fris te noemen. De avond dan ook verder binnen door gebracht met een boek en vrij laat naar bed.
Dag 6 Woensdag
Een goede nachtrust en vroeg op voor ons doen. De weersverwachtingen zijn voor vandaag en morgen nogal wisselend en vandaag lijkt het toch mee te vallen qua regen, tegen 12 uur zou dat verder geen probleem moeten zijn. De ochtend dan ook gevuld met een wandeling, boodschappen wat opruimen, lezen en puzzelen en tegen elf uur naar Harlingen vertrokken waarbij we onderweg nog wel wat regen hebben maar het eenmaal ter plaatste inderdaad vrijwel droog is en droog blijft.
Harlingen blijkt een verrassend leuke plaats te zijn met leuke panden, veel water en een hele aardige winkelstraat. Misschien dan ook niet zo gek dat het hier gewoon druk is met ook veel toeristen. Reisgenote is uiteraard vooral geinteresseerd in de winkelstraat waarbij vooral Pearl, Scapino en Zeeman haar aandacht genieten wat ook de nodige objecten oplevert. Een kop koffie op een terras levert in eerste instantie wat problemen op als de dienster heel druk bezig gaat met het vegen van het terras en kennelijk klanten niet zo belangrijk vindt. Eega beslist dan ook net voor mij dat we weer gaan. We komen terecht bij een stalletje met een zitje waar we koffie en cola bestellen. Eigenlijk niet zo slim want ik wil ook even naar de wc, wat dan gelukkig wel bij de naast gelegen Hema blijkt te kunnen.
Als we halverwege de straat een boekenwinkel in lopen die gecombineerd blijkt te zijn met de bibliotheek en het museum wat het “Hannemahuis heet” besluiten we maar meteen het museum te bezoeken wat € 5,= per persoon kost en zich mag verheugen op meerdere bezoekers. Leuk museum wat vooral gaat over Harlingen en omgeving. Kennelijk zit het in de oude jeneverstokerij van de firma Hannema, waarvan je nog wat resten van de stookketels in de fundering in een zaaltje kan zien met een wat flauw filmpje over een en ander. Het huis kent diverse zaaltjes en ook nog een tuin met wat beelden. De meeste zaaltjes gaan over Harlingen, het ontstaan, het stadje, de haven, de scheepvaart en de handel. Wat zowel met veel schilderijen als voorwerpen wordt ondersteund. Men was geen lid van de Hanze maar dreef wel handel in het Oostzeegebied waarbij vooral hout werd op gehaald wat rond Harlingen verwerkt werd tot bruikbaar bouwmateriaal voor zowel schepen als panden. Men ging ook op walvisvaart en Friesland had ten tijde van de VOC zelfs twee eigen vice admiraals die leiding gaven aan een Friese oorlogsvloot. Er is een aparte zaal ingeruimd voor de porselein productie in Harlingen die sinds de 17e eeuw bestaat met grote hoeveelheden wandtegels en serviesgoed. Nog een klein zaaltje over de rederij Doeksen die kennelijk als schelpenzuigers zijn begonnen maar 100 jaar geleden de veerdiensten naar Terschelling en Ameland hebben overgenomen. En een zaal over Simon Vestdijk die in Harlingen geboren is met een groot aantal van zijn boeken. Ik moet toch het een en ander voor mijn lijst van hem gelezen hebben maar herken inmiddels geen titel meer. Na drie kwartier weer buiten en de conclusie is een plezierig informatief museumpje.
Als we buiten komen zakken we schuin aan de overkant neer op het terras van “booming” waar we aan een frisje en een broodje gaan, die broodjes zijn serieuze hoeveelheden en ook nog betaalbaar. We wandelen terug richting de auto via de Noorderhaven waar we langs een mooi stadhuis met bijzondere draaibrug komen en de Zoutsloot die er leuk bij ligt en ook een blik op de boten naar Terschelling en Ameland mogelijk maakt.
De rest van de middag vooral even liggen met boek, laptop en schrijfgerei totdat het tijd om te douchen wordt omdat we gaan eten. Het wordt dus weer “vis en meer” waar het volle bak is en de bedienende brigade ouder en beter is als afgelopen zondag. We krijgen een tafeltje bij de achterdeur wat op zich wel prettig is want het wordt binnen goed warm. Het eten is weer top waarbij partner begint met gerookte IJsselmeer paling op een bedje van bieten wat als lekker omschreven wordt, zelf neem ik dit keer de vis en meer speciaal die weer prima smaakt. Hoofgerecht voor madame Bouillabaisse wat zo ongeveer een pan vol is en ik neem weer een tarbot die dit keer groter en ook tien euro duurder blijkt te zijn, dus met recht prijs van de dag. De wijn wordt een Albarino in een blauwe fles die we al eens eerder ergens hebben gehad en uitstekend gaat bij het gerecht. Dessert wordt Dame Blanche voor mevrouw en voor mij dessert van de dag wat caramel bavarois met vanille ijs en zwarte bessen is. Die smaakt me beter als het dessert van zondag maar het valt toch wel op dat bij alle restaurants in het dorp de desserts niet heel bijzonder zijn. Na nog een kop thee en na 2,5 uur zijn we klaar met eten. We hebben vanavond nogal wat aanspraak tijdens het eten, eerst van een oudere man die onze fles wijn erg interessant vind gezien de kleur en vraagt hoe die is. De man blijkt in Balk te wonen en hier twee keer per week samen met zijn vrouw te eten. Later bedankt hij ons nog voor de wijntip, morgen mag hij samen met zijn vrouw gratis een glas proeven. Lijkt me inderdaad wel gepast voor iemand die twee keer per week komt eten. Ook met de eigenaar kok Jouke raken we een paar keer aan de praat als hij langs komt om te informeren of alles goed gaat. Hij heeft na een koksopleiding 2 jaar in Dusseldorf en 10 jaar in Zwitserland gewerkt. Is getrouwd met een Zwitserse vrouw en later terug gekomen naar Nederland waar hij toen eerst een tijdje in ’t Ponkje als chef heeft gestaan. Vervolgens is hij een viswinkel begonnen en vijf jaar later dit etablissement gestart waar hij nu 20 jaar in zit. Hij gaat zelf regelmatig op vakantie en kan de boel dan prima overlaten aan zijn vaste brigade die anders is als op zondag. Deze maakt een prima indruk. Snel, geroutineerd en gastvrij. De dame die ons vooral bediend is in de 40 heeft nog een opleiding als gastvrouw achter de rug wat de jeugd volgens haar wel mist.
Dag 7 Donderdag
Gisteren laat thuis en ook vrij laat naar bed. Moeizame nacht door muggenjacht van een niet nader te noemen persoon en ook pas erg laat uit bed vanochtend. Ook vandaag blijft het weer redelijk en wordt pas laat in de middag regen voorspeld.
Gisteren al besloten om vandaag naar het Jopie Huisman museum in Workum te gaan waar het als we rond één uur binnen lopen aardig druk is en als we om twee uur weg gaan serieus druk begint te worden. We zijn een jaar of 8 geleden ook al in dit museum geweest en de meeste werken komen dan ook minimaal vaag bekend voor. Daarom dit keer maar eens wat meer verdiept in de persoon Jopie Huisman zelf die in de film die we te zien krijgen neer wordt gezet als een vriendelijke wijze oude man. Op de een of andere manier krijg ik het gevoel dat hier toch wat aan mythevorming wordt gedaan, maar ik kan me vergissen. Zijn leven zou slechts twee moeizame momenten hebben gekend. Allereerst zijn tewerkstelling in Duitsland tijdens WWII waarmee hij afrekende door diverse schilderijen te maken die karikaturaal te noemen zijn en de slechtheid van de mens duidelijk moeten maken. En het vertrek van zijn vrouw Elly waarna hij zich afgedankt voelt en allerlei afgedankte kledingstukken en gebruiksvoorwerpen gaat schilderen. Natuurlijk een prachtige metafoor waarvan ik dan ook weer denk dat die haast te mooi is om waar te zijn. Daarbij is het wel vreemd dat er helemaal niets gemeld wordt in het hele museum over het feit dat hij daarna nog wel hertrouwd is.
Dit alles doet niets af aan het feit dat de man absoluut kan tekenen en schilderen. Hij is begonnen met tekeningen, vooral portretten van zijn ouders en familieleden. Er hangt een bijzonder werk van zijn moeder op haar (sterf?)bed. Later leert hij werken van van Gogh kennen en vind dat een indrukwekkende manier van schilderen en maakt hij zelf ook twee geslaagde prentjes in die stijl. Zijn karikaturen zijn wat minder maar hebben wel meer kleur als zijn overige werken. Uiteindelijk komen we dan bij zijn “afdankertjes” waarvan degene die wat meer kleur hebben mij toch wat meer aanspreken als de wat saaie grauwige uitvoeringen. Gedurende zijn laatste jaren heeft hij alleen nog maar aquarellen van vervallen gebouwen en hutjes in zijn omgeving geschilderd, dus meer een andere variant afdankertjes. Bijzonder aardig zijn een 5-tal zelfportretten die in chronologische volgorde hangen en met behoorlijk wat tussenpozen zijn geschilderd. Zijn portret van een jaar of 30 lijkt wel wat op John Travolta vinden we allebei. Als laatste is er nog een filmpje over drie schilderijen van Jopie die gestolen zijn bij een expositie in Nuenen ter ere van “van Gogh”. Volgens overlevering iets waar hij altijd boos over gebleven is en de reden dat hij nooit meer heeft geexposeerd bij anderen en er een museum is ontstaan. Ook al omdat hij toch niets wilde verkopen. Wat wij dan toch niet helemaal begrijpen is waar hij dan eigenlijk van leefde, hoe het museum gefinancierd is en waar hij dan geld voor een beloning van 25.000, gulden van dan haalde voor een tip die zijn 3 schilderijen terug zou brengen. Het antwoord zou kennelijk moeten zijn dat hij een hele goede handelaar in lompen en oud ijzer was en dat allemaal mogelijk heeft gemaakt.
In het museum is het erg warm en we zijn wat dat betreft blij als we weer buiten staan en zakken maar eens even neer op het terras van Brasserie Folkerts voor een drankje waar we mooi uitzicht op de Gertrudiskerk en de toren van Workum hebben.
Vrij vroeg terug in Woudsend waar we zaken opruimen en inpakken en voor zo ver mogelijk de koelkast nog wat leeg eten. Na wat rust tegen vijf uur weer in beweging om te douchen en nog wat laatste zaken op en in te ruimen en nog een wandeling gemaakt. Vandaag gaan we bij “Omke Jan” eten wat een kort wandelingetje door de regen betekent. Bij “Omke Jan” is het chaotisch en druk. De indeling is raar en er zitten een paar grote groepen centraal in het pand te eten in een ruimte waar hotel- en restaurantgasten door elkaar lopen. Wij krijgen een tafel op een wat merkwaardig plekje maar achteraf zijn we er wel gelukkig mee want het is er eigenlijk heel rustig en we kunnen de boel mooi gadeslaan. De bediening is in het begin kennelijk nogal in de war omdat er eten naar de keuken terug gestuurd wordt wat tot veel overleg onder elkaar en tot weinig bedienen leidt waar we dan ook last van hebben.
Als we dan eindelijk besteld hebben na eerst een frisje en een karaf water te hebben aan laten rukken duurt het uren voor de fles wijn komt. Deze Duitse Weisburgunder blijkt niet koud te staan komen we achter als we vragen waar de wijn blijft en pas na een half uur komt deze op tafel maar is gelukkig wel bijzonder smakelijk. Ook interessant is dat de eigenaar die de gasten welkom heet alleen maar van een afstand staat te bekijken wat zijn personeel uitvoert maar zelf eigenlijk helemaal niets doet behoudens soms een drankje wegbrengen. Rare vorm van je tent runnen en het irriteert mij wat. Na 1,5 uur staan we weer buiten en ondanks al dit gedoe eet ik er wel beter als bij de watersport. tafeldame vindt het hier uiteindelijk het slechtst eten van de vier restaurants waar we geweest zijn. Voor dame als entree tartaar die volgens haar iets mist. Ik neem bloemkool tapenade die vergezeld wordt van een aardappelkoek, gerookte meerval en citrusgel die me prima smaakt. Als hoofdgerecht voor mij het visje van de dag wat bot is, met puree, kervel en tomatentapenade, ook al prima te eten. eega heeft quiche. Erbij nog een kom patat zonder zout en salade en alles gaat schoon op. De toetjes zijn wel erg beperkt, ik heb ijs met aardbeien in een lullig klein kopje en madame ijs met warme koffie in hetzelfde lullige kleine kopje. De keuken is wel gericht op vooral “niet te moeilijk” hebben we de indruk en de prijs van 141,= vinden we ook wel erg hoog voor het gebodene.
Na het eten is het droog en besluit ik nog een forse late wandeling te maken langs de jachthaven. Bij de sportvelden zitten enorme hoeveelheden ooievaars op de lantaarnpalen. Het blijft merkwaardig dat we helemaal nergens in het dorp of omgeving een nest hebben gezien. De rest van de avond lezen en tegen half 11 naar bed.
Dag 8 Vrijdag
Vroeg wakker en ook maar wakker gebleven want we moeten om tien uur uit het huisje zijn. Om acht uur op en inpakken. Na nog een flinke wandeling om 9 uur in de auto en met nog een korte stop in de Flevopolder tegen kwart voor elf thuis. Een weekje vakantie is eigenlijk net te kort is voor mij de conclusie, doen we ook eigenlijk nooit. Friesland was prima, lekker eten, leuke bewoners waar ik altijd dacht dat die wat stuurs en stug zijn maar niet dus. Alleen over het huisje en dan met name de buurman wel wat gemengde gevoelens.
Maak jouw eigen website met JouwWeb