2008 Fecamp/Les Andelys
Dag 1 Zaterdag
Na een voorspoedige en wat saaie reis, staan we na ongeveer zes uur sturen voor de slagboom van camping "de Réneville" in Fécamp. Inchecken gaat bijzonder vlot op een fantastisch leuke camping. Een puur natuur terrassencamping waar we een MH krijgen met een picknicktafel onder een overkapping van waar we een briljant uitzicht hebben op de Atlantische Oceaan. Om ons heen vrijwel alleen Fransen die allemaal vriendelijk blijken te groeten.
Na het inruimen het stadje ingelopen waarbij we er achter komen dat de camping op en af wel één nadeel heeft, het is nogal stijl om onze hut weer te bereiken. Fécamp zelf is levendig en niet toeristisch komen we al snel achter wat ons prima bevalt. Deze eerste middag even bij de havens rond gekeken, nog wat boodschappen gedaan en ergens in een tent met uitzicht op zee een nogal beroerd glas wijn gedronken.
Dag 2 Zondag
Een prima nachtrust genoten alleen wel verziekt door de bakker die luid toeterend om 08:30 op het terrein rond scheurt. We rijden in de loop van de ochtend langs binnen weggetjes via Yport naar Etretat waar we eerst het stadje bekijken.
Later wandelen we naar een uitzichtpunt aan de zuidkant van het stadje om de Falaise d’Aval en de Falaise Manneporte te bekijken. Een indrukwekkend gezicht zeker door de kanovaarders die we onder de Manneporte zien dobberen. Het blijkt ook een heel populair uitje onder locals want het pad is aardig vol.
Terug in het dorp wat meegebrachte etenswaren op een bankje op gegeten en daarna met de auto naar de de noordkant van het stadje gereden waar we de Falaise d’Amont kunnen zien die wel een stuk minder interessant is. Het is hier dan ook een stuk rustiger en er staan ook nog een kerkje en het musee Nungesser et Coli die helaas allebei gesloten zijn.
Hierna een groot deel van de middag op de camping doorgebracht en om een uur of vijf de stad in gewandeld om ergens wat te gaan drinken alleen begint alles net te sluiten. Na lang zoeken vinden we nog wat bij de haven waar we ook wat kunnen eten maar dat ziet er dermate onaantrekkelijk uit, dat we bij de buren “Le Progress” naar binnen lopen voor het diner.
Dit blijkt een voltreffer, best aardig aangekleed en we eten buitengewoon smakelijk tussen de bewoners van de stad komen we al snel achter. Vooraf heb ik Moules Normandaise, met een uitje, knoflook en veel room en het smaakt uitmuntend. Levensgezel neemt als entree gerookte zalm en dan mijn voorgerecht als hoofgerecht. Zelf heb ik als hoofdgerecht Poisson de la Jour wat Coquilles St Jacques uit de oven met kaas en aardappels a la normandaise blijkt te zijn. Normandaise wil in deze wederom zeggen met veel room en wederom heerlijk. Tussendoor een kaasplankje met simpelweg 4 kazen uit de streek, lekker, simpel en overzichtelijk. Na veel te veel ijs. Een en ander spoelen we weg met een Muscadet de Sevre et Maine sur Lie, die ook weer prima is.
Dag 3 Maandag
We worden vanochtend verblijdt met een paar half aangebroken flessen wijn van onze Franse overburen die vandaag weer naar huis gaan en het kennelijk niet weg willen gooien, wij doen dat dan toch maar voor hun gezien de bedenkelijke kwaliteit van een en ander.
We hebben mooi wandelweer en willen dat in Valmont gaan doen. Langs de weg die kant op zit nog een klein chocolademuseum waar we ook even naar binnen lopen. Het stelt allemaal niet zo veel voor maar een gratis chocolaatje is nooit weg.
In Valmont is het idee om een bepaalde wandelroute te volgen, maar die is zo nat en drassig dat we uiteindelijk zelf een route verzinnen. We lopen vooral door bos en akkerland en een stukje langs de rivier de Valmont. Met name het akkerland is het “het grote Normandische niets” wat mij betreft, graan zover je kan kijken. We eten onderweg bij een bushalte in het gehucht l’Orval een broodje, waar ook net de schoolbus langskomt. In het eerste cafe wat we tegenkomen drinken we een frisje. Valmont zelf is een aardig plaatsje met een kasteel en forse kerk. Er moet ook nog een abdij zijn maar die hebben we verder gemist.
Op de terugweg de nodige boodschappen gedaan en uiteindelijk met een fles cider en later een pan macaroni lang op ons buitenzitje genoten van het uitzicht en nog zo her en der wat in een boek gelezen. Voor de verandering eens een echt dure fles cider aangeschaft maar de conclusie blijft hetzelfde we vinden het bocht.
Dag 4 Dinsdag
Volgens de geleerden krijgen we een droge dag zodat we besluiten ons maar eens op Fécamp te storten. We beginnen met het Palais Benedictine wat een nogal vreemd gebouw uit de 19e eeuw is en in een soort neo-gotische en -renaissance stijl is neergezet. De opdrachtgever was ene Alexandre Legrand die het liet bouwen om Benedictine te gaan distilleren wat nog steeds gebeurd. Benedictine is een drankje wat een Benedictijner monnik in de 16e eeuw verzonnen zou hebben, met de nadruk op zou.
Het pand bezit een verzameling kerkelijke zaken als schilderijen uit de 15e-17e eeuw, kelken, reliekhouders, ivoorsnijkunst en boekdrukkunst. Daarnaast een verzameling smeedwerk die met name uit sloten bestaat. Uiteraard ook de nodige info over de bereidingswijze van de Benedictine en uiteindelijk wandel je ook door de distilleerderij en langs de opslagvaten. Aan het eind van het traject kom je nog langs een tentoonstellingsruimte, waar nu werken van de Argentijn Alfredo Garzon te zien zijn, iets waar we niet heel erg enthousiast van worden. helemaal aan het eind van de rit kan men Benedictine en B&B proeven, dit laatste is Benedictine aangelengd met Cognac speciaal voor de Amerikaanse markt. Wat mij betreft zijn beide niet te drinken.
Na het bezoek lopen we verder de stad in en eten wat op een terras bij brasserie “les Arcades”. Het is er druk en het duurt lang voor we wat krijgen en dan zit er bij de salade Nicoise die ik besteld heb ook nog eens geen brood. Tafeldame neemt een omelette fromage met frites. Na het eten bezoeken we de omgeving rond de abbatiale de la Trinité die we uiteindelijk ook van binnen bekijken. We vinden het vooral van buiten een wat merkwaardige kerk met delen uit de 9e, 13e, 17e en 19e eeuw waar ook nog eens overheidsgebouwen tegen aan zijn gebouwd. Het interieur spreekt meer aan en dan vooral een fraaie baldakijn. Als we terug richting de camping lopen winkelen we nog wat maar als het opeens heel snel dicht begint te trekken besluiten we toch maar snel door te lopen naar de camping, waar we net op tijd terug zijn voor er een behoorlijke bak regen over komt. Het weer slaat ook meteen om met wolken die erg laag hangen en het wordt een stuk kouder.
We douchen en als het uiteindelijk toch weer droog wordt besluiten we bij de haven te gaan eten bij restaurant “La Maritime”. Helaas valt het wat tegen allemaal. Mijn voorgerecht vissoep is goed maar het hoofdgerecht zijnde gegrilde dorade en poon is aangebrand, daarbij is de curry en garnituur ook niet om over naar huis te schrijven. Het ijs na is wel weer aardig. Bij tafelgenoot geldt hetzelfde, voorgerecht moules normandaise zijn goed maar ook haar hoofdgerecht zalm is aangebrand en wordt alleen maar vergezelt van smakeloze saaie tagliatelle. Het flesje wijn Muscadet de Sevre et Maine is gelukkig wel lekker. Gek genoeg wordt dit restaurant in de Michelingids aanbevolen. Wederom zijn we net op tijd terug op de camping voor er weer een zware hoeveelheid regen naar beneden begint te komen.
Dag 5 Woensdag
Dreigend weer als we opstaan en we stappen maar in de auto naar Varengeville. Uiteindelijk hebben we gedurende de dag een paar keer motregen en op de reis terug breekt de lucht zelfs weer helemaal open. We stoppen eerst in Veules les Roses waar we aardappels op de markt kopen die we toevallig tegen komen. We wandelen richting de zee waar we wat drinken en kijken uit op de restanten van een watermolen die op het strand staat waar de Veules de zee in stroomt. We maken een leuke wandeling terug langs de Veules, wat het kortste riviertje van Frankrijk blijkt te zijn. Voor we in de auto stappen brengen we ook nog een bezoek aan de eglise Saint Martin, dit is een hallenkerkje met houten plafonds.
In Varengeville zelf aangekomen bekijken we eerst het kerkje aan zee waar glas in lood ramen van Georges Braque te bewonderen zijn. Braque zelf ligt samen met zijn vrouw ook op het kerkhof onder een enorme steen, die voorzien is van een mozaiek, waarvan ik me nog altijd afvraag of dat ontwerp wel of niet van hemzelf is geweest.
We eten onze broodjes op in de achterbak van de auto en gaan daarna naar Le Bois de Moutiers. Dit is een enorme parkachtige tuin rond een fraai landhuis van de Engelse architect Lutyens. De stijl van het pand doet dan ook Engels aan. In de tuin staan vooral zeer veel rodondendron's en azalea’s in allerlei variëteiten en kleuren. We drinken nog een kopje koffie bij de entree van de tuin waar we worden geholpen door een Nederlands meisje. De koffie is met stip de aller aller slechtste die we ooit gehad hebben.
Terug op de camping is het prachtig weer zodat we tot een uur of tien buiten kunnen zitten. We eten aardappels met biefstuk en groentemix en lezen wat tot we gaan slapen.
Dag 6 Donderdag
We mogen niet klagen, de zon is weer van de partij als we opstaan. Na het ontbijt rijden we naar de Jardin de Luanne in een buitenwijk van Fécamp. We moeten € 1,50 per persoon betalen dus wij denken dat dit een tuin is, maar tot onze verrassing is eigenlijk niet meer als een tuincentrum. We rijden door naar Lillebonne waar we het theatre Romain bekijken waar men nog behoorlijk druk is met opgravingen. Lillebonne zelf is geen onaardig stadje met ook nog een stukje bewaard Romeins Forum voor de kerk.
We doen in Lillebonne nog wat boodschapjes en eten en drinken die op aan de Seine bij een plaatsje wat Petitville heet. Het weer wordt weer dreigender en we hebben geen zin om naar het museum in Lillebonne te gaan wat ’s middags open is, zodat we besluiten terug te rijden naar de camping waar we de caravan vast opruimen en schoon maken. Aan het eind van de middag naar een cafeetje “La Boucane” gewandeld wat midden in de haven ligt en helemaal rood is van binnen. Op zich een leuk ding maar er is verder geen hond en dus nogal ongezellig.
We gaan wederom voor een habbekrats bij le Progress eten. We nemen dit keer allebei hetzelfde, vooraf gerookte zalm, als hoofdgerecht Moules a la Normande met frites, tussendoor kaas en na ijs. Met weer hetzelfde flesje witte wijn kunnen we alleen maar vaststellen dat we wederom heerlijk gegeten hebben. En we concluderen ook dat we Fécamp een hele prettige stad vinden, waarschijnlijk omdat het totaal niet toeristisch is maar wel heel levendig.
Dag 7 Vrijdag
We vertrekken laat in heel grijs weer maar we houden het wederom de hele dag droog. Naar les Andelys is niet erg ver zodat we her en der maar een stop houden, onder andere in Alloueville-Bellefosse waar we een 1200 jaar oude eik bewonderen met daarin een kapelletje en een kluizenaarscel, alles bij elkaar een wat vreemde plek.
In Caudebec en Caux aan de Seine kijken we ook nog rond en eten buiten op een terrasje aan de Seine bij “Le Mascaret” allebei een Galetta die we prima vinden smaken.
We rijden vrij vroeg de camping “les trois Rois” in Les Andelys op. Een enorme camping op een soort schiereiland in de Seine met vrij veel verhuur maar ook heel veel gewone plaatsen. Bij de entree een zwembad en een cafetaria met terras. Al met al zal het hier prima bevallen ook al staat de verhuur achterop het terrein en is het een aardige tippel naar de entree. De verhuur ligt tussen diverse vaste gasten en ook dat blijkt prima te bevallen, geeft reuring om ons heen en het is ’s avonds en ’s nachts ondanks dat heerlijk stil.
We lopen Petit Andelys nog in aan het eind van de middag. Het plaatsje is niet groot maar heeft wel veel vakwerkhuizen en restaurantjes. We drinken een biertje in het zonnetje naast de kerk en merken dat je buiten meer betaald voor een biertje als binnen, dat dat zelfs in zo’n suf plaatsje in dit jaargetijde nog voor komt vinden we nogal triest.
De rest van de avond zowel buiten als binnen bij de caravan door gebracht en om 23:00 aan een prima nachtrust begonnen.
Dag 8 Zaterdag
Voor ons doen vroeg op want we willen naar Rouen wat nog wel een dik uur rijden is. We weten de auto ergens in een parkeergarage vlakbij de kathedraal te laten verdwijnen waarna we het oude centrum uitgebreid bekijken. Wat neer komt op de kathedraal, de antiekwijk met heel veel vakwerkhuizen, de kerk ter ere van Jeanne d’Arc, le Tour d’horloge enzovoorts. Ook blijkt het dit weekend fete de Jeanne d’Arc te zijn waardoor het gelijknamige marineschip in de stad ligt en deze overspoeld is met zeelui. Conclusie een grote aantrekkelijke stad met veel sfeer.
Tussen de middag op straat een broodje gekocht en opgegeten waarna we naar het musee des beaux-arts gaan. Gezien de al drukke ochtend is dit net iets te groot en te veel om ook nog echt van te genieten, maar er zijn wel prachtige werken te zien van impressionisten en kubisten, waarvan we vooral Sisley en Pissaro mooi vinden.
Op de terugweg nog boodschappen gedaan bij een superU en bij thuiskomst eerst maar eens een pilsje genomen met de benen op tafel om bij te komen van een wel heel vermoeiende dag en voeten die het wel gehad hebben. Na een lange douche toch allebei weer in staat om het dorp in te lopen waar we gaan eten bij “Le Mistral” waar het erg rustig is en blijft. We eten er wel prima, voorgerecht Salade Moules Farci, hoofdgerecht Boeuf Grillade met gebakken aardappeltjes en sperziebonen. Een stukje kaas en als afsluiter sorbetijs.
Dag 9 Zondag
We zijn nogal laat op en daardoor ook vrij laat in Giverny om de beroemde tuin van Monet te bekijken. Dat is dus schrikken, enorm druk en enorme rijen voor het museum. Niet zo slim misschien om dit op een zondag te doen bedenk ik pas later. Uiteindelijk gaan we naar het musee d’art americain, wat net te doen is qua drukte. Een museum met allemaal doeken van Amerikaanse schilders die het impressionisme toch niet helemaal begrepen hebben. Onderwerpen die heel netjes geschilderd worden en dan op de achtergrond wat impressionistische vegen is het enige wat ik er van kan maken.
We komen uiteindelijk in het vlakbij gelegen Vernon terecht waar we een patatje gyros eten en wat rondkijken in het centrumpje wat niet onaardig is. Als we naar de Seine lopen om bij de Vieux Moulin te kijken blijkt dat je vandaag, om ons onbekende redenen, ook gratis met een rondvaart van een half uur over de Seine mee kan wat we dan ook doen.
We zijn vroeg terug op de camping en lezen vooral lang op ons terras waarna we maar eens naar het campingterras wandelen voor een biertje. De tap is nog niet aangesloten zodat we aan de 1664 uit blik mogen wat geen straf is. We besluiten uiteindelijk om er ook te eten. Ik neem een assiete Anglaise met frites, Anglaise staat hier voor allerlei vleeswaren en een enorme koude kipkluif. Madame neemt gehaktballen met frites. Na nog taart en een mousse au chocolat en als afsluiter koffie. Lekker gegeten en gezeten en bij vertrek de uitbater hartelijk bedankt ook al omdat we tussendoor allebei nog een gratis glaasje calvados hebben gekregen.
Dag 10 Maandag
We kijken al een paar dagen vanaf onze plek naar het Chateau Gaillard wat op een klif boven les Andelys ligt en we gaan het vandaag eens bekijken besluiten we. Het valt als we eenmaal boven zijn nogal tegen, een ruine waar niet zo heel veel te zien is maar wel € 3,= betaald moet worden. Wel hebben we een prachtig uitzicht op de Seine en de camping.
We eten op de camping tussen de middag een broodje en lopen daarna naar Grand Andelys wat een hele tippel blijkt te zijn. Het is moderner, groter en heeft meer winkels als Petit Andelys. Aan een groot plein nemen we een drankje voor we weer terug lopen en gelijk ook nog wat t-shirts aanschaffen.
We stoppen bij het musee Normandie-Niemen. Een museum met een interessant verhaal over vrije Franse piloten die in Russische Yaks met de russen aan het oostfront vochten vanaf 1943. Van de eerste 40 piloten hebben het er maar 5 overleeft, in totaal zouden 108 franse piloten meevechten. Men leefde onder barre omstandigheden in het open veld gezamenlijk met Russische vliegtuigtechnici. Ik vraag me af hoe bekend dit verhaal eigenlijk in Frankrijk is. In Rusland zijn er in ieder geval 140 scholen naar dit eskadron genoemd. De toevoeging Niemen kwam van Stalin omdat ze betrokken waren bij het veroveren van de rivier met deze naam. Een bijzonder museum wat mij betreft.
Terug op de camping eerst maar eens een biertje op het terras gedronken waar we aan de praat raken met de eigenaar en eigenaresse, Fabrice en Nadine. Fabrice zit duidelijk verlegen om een praatje dus we komen nogal wat aan de weet. Hij is 54, 25 jaar duiker geweest en inmiddels met pensioen. Hij vindt werken nog leuk en heeft inmiddels in Nadine een jongere tweede vrouw die altijd al in de restauratie heeft gewerkt en dit jaar pachten ze de campinbar/restaurant op de camping waar ze ook zelf al het eten verzorgen en klaar maken. Vorig jaar pachten ze in Poses wat een een base de Loisirs iets verderop aan de Seine is, maar daar was de pacht € 2.500,= per maand en dat ging financieel niet goed. Volgens Fabrice was de camping tot voor 5 jaar geleden een puinhoop en heeft de nieuwe eigenaresse bijzonder goed werk verricht en zit de boel in het hoogseizoen vol. Ze werken 6 maanden lang 7 dagen per week op de camping. In de winter rijdt hij ook nog op een vrachtwagen. Hij heeft 2 zonen die allebei kapitein in het Franse leger zijn. De één zit in Afghanistan en de ander in Frans Guyana als instructeur. Met Nadine heeft hij twee dochters, door één van de twee werden we gisteravond bediend.
Dag 11 Dinsdag
We worden wakker met regen, de eerste dag deze vakantie dat het grijs is en grijs blijft, waarbij het met de hoeveelheid regen nog wel meevalt. We besluiten maar een dagje in de auto te stappen en de omgeving te bekijken. We rijden eerst langs een oude watermolen in Andé die we alleen van een afstand kunnen bekijken.
Vervolgens komen we uit, met ook een stukje wandelen, bij de Cote des deux Amants waar we van een leuk uitzicht kunnen genieten en toevallig ook op de base de loisirs van Poses, waar Fabrice het over had, uitkijken.
De volgende stop is bij Abbaye Fontaine-Guerant, alleen is die dan ook weer niet te bezichtigen en wederom uitsluitend van een afstandje te bekijken.
We stoppen wat langer in Lyons la Foret wat we veel te toeristisch vinden maar waar we wel een lekkere salade als lunch nuttigen.
We eindigen uiteindelijk bij Chateau Vascoeil. Een kasteeltje met een hele leuke beeldentuin van bekende en redelijk moderne kunstenaars. Het kasteel zelf vind ik niet heel speciaal en men heeft er een uitgebreide tentoonstelling van Louis Pons waar mijn reisgezel helemaal weg van is.
Als we om 16:15 uur terug zijn op de camping ruimen we eerste de caravan op. Na nog wat gelezen te hebben drinken we bij Fabrice nog twee biertjes. Tot zijn teleurstelling blijven we niet eten maar hij geeft nog wel de tip dat we bij de auberge du pont naast de camping ook kunnen ontbijten. We besluiten daar vanavond ook maar gelijk te dineren. Vooraf kunnen we gebruik maken van de saladbar, hoofdgerecht is konijn met patat, kaas tussendoor en na een toetje. We spoelen een en ander weg met twee biertjes en een kwart litertje rode wijn en als we afrekenen zijn we verbaasd over de zeer beperkte prijs die we moeten betalen.
Dag 12 Woensdag
Vrij vroeg de auto ingepakt waarna we iets na achten aan het ontbijt zitten bij de auberge du pont. Dat bestaat uit stokbrood met jam en kaas en enorme slobberbakken koffie. Als ik vraag of een gebakken ei met spek ook tot de mogelijkheden behoort blijkt dat geen probleem en wordt deze door de eigenaar aan tafel afgeleverd met de woorden “le truc avec l’oeuf”. Prima ontbijt en de krant ook nog door kunnen nemen die hier ligt.
Na de inspectie van de caravan kunnen we iets na negen uur weg. Dit keer rijden we via Beauvais en de A1 langs Brussel. Uiteindelijk een redelijk voorspoedige reis waarbij het tussen Brussel en Antwerpen en druk en het weer niet al te best is, zodat het even serieus opletten wordt.
Maak jouw eigen website met JouwWeb