2025 Nunspeet/Wemeldinge

 

Een week voor vertrek

 

In februari een gite in Cluny in Frankrijk gereserveerd voor deze vakantie. Een week of vijf voor vertrek verschijnen de eerste berichten dat er in Frankrijk in de gereserveerde periode weer eens serieuze algemene stakingen lijken aan te gaan komen. Uiteraard is iedereen in Frankrijk op dat moment nog van de zomervakantie aan het genieten, maar zeer kort voor het einde van die vakantie blijken er inderdaad vanaf 5 tot en met 18 september allerlei acties te worden voorbereid die zoals zo vaak neer komen op blokkades en het sluiten van overheidsvoorzieningen dus ook musea.

 

Ondanks dat dit financieel niet heel handig is besluiten we toch om deze vakantie te annuleren en op zoek te gaan naar iets anders wat binnen onze wensen past. Dat blijkt via Home to Go nog niet mee te vallen en gezien de korte tijd die we hebben kiezen we er dan maar voor naar twee bekende plekken te gaan. Ten eerste een onverwacht snelle terugkeer van een week naar Nunspeet en aansluitend een week naar vakantiepark de Oesterbaai in Wemeldinge. Om het "net niet" gevoel bij Nunspeet dit keer wat te proberen te verzachten kiezen wel wel voor een ander vakantiepark "de Vossenberg", reserveren we andere restaurants en weet ik een aantal wandelingen te vinden vanuit Vierhouten wat wel in de buurt van Nunspeet ligt maar ver genoeg van de A28 om daar in ieder geval geen last van te hebben. Het is overigens opvallend hoe snel we hier in Nederland in letterlijk nog geen twee uur tijd twee vakantieparken en acht restaurants weten te reserveren. Het in contact komen met de eigenaar van de gite in Cluny en het reserveren van vier restaurants nam bij elkaar ruim vijf dagen tijd in beslag.

 

Dag 1

 

Ook nu nemen we weer de route dwars door de Flevopolder en staan binnen een uur in Nunspeet voor de ingang van vakantiepark “de Vossenberg”. Dat ligt wat meer verscholen in het bos en wat meer naar het noorden als “Stolpenheim” maar eveneens aan de oostkant en tegen het spoor aan. We hebben lodge 54 oftewel “Goudvink” gehuurd wat wij als gewone stervelingen dan een stacaravan noemen, maar wel één van het ruimere soort. We beschikken over een behoorlijk fors woongedeelte wat leuk aangekleed is maar helaas met een bank die niet lekker zit en drie slaapkamers waarvan we er eentje als opslag gebruiken. De badkamer is verrassend ruim alleen de keuken is wat ons betreft net wat te klein. In zijn algemeenheid spreekt het ons toch meer aan als de bungalow in “Stolpenheim” en we komen er later ook achter dat de matrassen hier veel beter bevallen al zijn de bedden wel kleiner. Buiten hebben we diverse zitjes, zowel een grote eettafel met stoelen als zogenaamde loungebanken waarvan de kussens in een schuurtje liggen. Gezien het weer maken we daar verder geen gebruik van. Het meisje aan de balie heeft maar één sleutel van het object en adviseert om de sleutel maar in het schuurtje te leggen als we allebei apart op stap willen, we zijn hier niet in de grote stad volgens haar. Ze legt ons uit hoe we het beste bij onze “lodge” kunnen komen en dat blijkt via een andere ingang als de hoofdingang. Het is wel even zoeken want vanaf het pad is geen nummer te zien maar uiteindelijk vinden we het en kunnen we vlakbij ook de auto kwijt. Naast de receptie staat nog een hal met padel banen met wat horeca, de laatste is de week dat wij er zijn maar één keer open ondanks dat de info in de lodge wat anders suggereert.

 

 

We zijn vrij vlot klaar met inruimen, hebben wel ons eigen Senseo apparaat mee genomen omdat ze hier Dolce Gusto hebben en we blijken de groenten en vlees die thuis klaar lagen in de koelkast vergeten te zijn. Ik wandel het dorp in om eens uit te zoeken hoe dat hiervandaan het beste kan en dat is qua afstand eigenlijk niet heel veel meer als vanaf “Stolpenheim”. Wel moeten we via een fietspad het spoor over en vanaf daar lopen we door een wat saai deel van Nunspeet, met voor ons gevoel veel huizen uit het hogere segment, naar het centrum wat we nu dan wel vanaf de ander kant binnenlopen. Hier is uiteraard niets veranderd in de afgelopen zes weken. Wel anders als zes weken geleden is het grote aantal eikels wat overal op stoepen ligt en lopen af en toe wat lastig maakt. Bij terugkomst een flesje “Notios” open getrokken en even in alle rust een glas genomen waarna ik in bed kruip voor wat rust en de conclusie is dat het bed prima ligt. Ik begin aan het boek “De verzonken kunstschatten van de vrouw Maria” geschreven door het echtpaar Gerald Easter en Maria Vorhees. Na een uurtje de douche geprobeerd die prima is en daarna rond half zeven het dorp ingewandeld voor het diner.

 

 

Dat doen we vanavond bij “onder de toren” wat een mega grote tent is met een restaurant- maar ook een bargedeelte. Het zit aardig vol maar we kunnen nog wel kiezen uit een paar tafels. Het restaurant bestaat nog niet zo heel lang en het is wel duidelijk dat hier wel iemand bij betrokken is geweest die zich bemoeit heeft met de inrichting. Een beetje een combi van industrieel en houten latjes wat op dit moment ook heel hip is. De eigenaar staat achter de bar en houdt supervisie, een jong meisje neemt de bestellingen op, wat niet helemaal vlekkeloos gaat en serveert uit en een jonge knul ruimt vooral af. Het eten zelf blijkt helemaal prima te zijn. Eega neemt een zalmtaartje en ik een groene aspergesalade met tomaatjes, komkommer, geroosterde pitten en een honing-dille dressing met brood. Hoofdgerecht voor de dame is een spies met pittige gamba’s op een zeer fors bed van salade. Voor mij wordt het de zalmmoot met zeekraal, wortels en frites. Er is even wat verwarring over de prijs van dit gerecht, volgens de dienster is dat namelijk € 3,= duurder als op de kaart staat. Als ik dat bij het bestellen nog maar eens aanstip blijkt dat alleen te gelden voor mensen die via social deal hebben gereserveerd. We hebben weliswaar gereserveerd maar niet op die manier en er blijken dus toch geen geen extra kosten in rekening te worden gebracht. Bij het eten voor madame twee cola light en voor mij twee pinot grigio die tussen matig en redelijk in zitten. Als dessert probeer ik eens wat oud-Hollands, namelijk vanille-ijs met boerenjongens, advocaat en slagroom. Smaakt me heel behoorlijk vooral door het prima vanille-ijs maar dit hoef ik niet iedere dag. Echtgenote wil een Spanish coffee met Tia Maria, maar dat gaat fout, De dienster denkt dat ze het dessert wil wat bestaat uit koffie, een glas Tia Maria en drie bonbons die dus allemaal apart worden geserveerd wat niet de bedoeling was.

 

 

Na dik anderhalf uur in de laatste schemering naar huis gewandeld waarbij het nog behoorlijk druk op straat is. Op het park hebben we helaas binnen gehoorafstand een groep volwassenen die buiten nog behoorlijk wat lawaai aan het maken zijn. Binnen hebben we daar gelukkig weinig last van en ik sluit de avond af met nog een glas wijn en lig vroeg in bed. Ook hier horen we in de verte de treinen wel maar beduidend minder als op “Stolpenheim”. Wat hier wel minder prettig is, is dat bij oostenwind de snelweg goed te horen is wat daar dan weer geen probleem was.

 

Dag 2 Zaterdag

 

Een wat lastige eerste nacht, heel vaak wakker en het lijkt vooral even wennen aan het feit dat de matras, die verder prima ligt, erg smal is. Na zeven uur maar eens aan de Senseo wat toch wel erg makkelijk is en om kwart over negen aan het ontbijt en de kachel aangezet omdat de temperaturen in de hut in de nacht tot 17grC zakken. Na het ontbijt gecontroleerd of de restitutie van onze geannuleerde reis naar Cluny is terug gestort wat niet het geval is. Dat was wel toegezegd en gezien eerdere beloftes die niet na zijn gekomen sturen we nu toch maar eens een pismail en nemen het hoofdkantoor van de verhuurorganisatie mee in de cc. Aansluitend het dorp in voor een krant die ik ook nog deels lees voor we op stap gaan.

 

We vertrekken om half elf naar Harderwijk, waarbij tomtom geen wegenkaart meer kan vinden. We stoppen maar even op een parkeerplaats op de snelweg waar we de boel resetten en een ander daarna weer prima functioneert. In Harderwijk zetten we de auto in parking “Houtwal” waarbij we wel heel diep de kelder in moeten voor we nog een plekje kunnen vinden. Harderwijk blijkt vandaag, met prachtig weer en marktdag, een druk maar ook aangenaam stadje te zijn wat ons betreft. Helaas ben ik het fototoestel vergeten en loop te klooien met de telefoon wat ik altijd lastig vind. Ons zegt Harderwijk op zich niets behalve dat we weten dat het Dolfinarium er zit en we kunnen ons ook niet heugen ooit reclame voor het stadje te hebben gezien. Het heeft een erg leuke boulevard aan het Veluwemeer met een jachthaven en de nodige horeca en daar achter staat nog een oude stadswal en is het eerste stuk bebouwing richting centrum voor een groot deel nog uit de 17e eeuw met de vismarkt en onder andere een pand waarop het jaartal 1611 prijkt. Daarna begint pas het wat modernere Harderwijk met heel veel winkels en her en der nog wat classicisme. We moeten hier speciaal naar Norah om een jasje voor moeders aan te schaffen wat natuurlijk ook even in Nunspeet had gekund maar daarna is het lekker aan het water zitten bij “de Admiraal” met een cappuccino en een cola zero. Terwijl partner daar even blijft hangen loop ik de boulevard nog een eindje af en blijkt men ook nog een stadsstrand te hebben en vind er een of andere christelijke manifestatie plaats op een groot grasveld aan het water.

 

 

Terug bij eega nemen we allebei nog een versnapering waarna we terug de stad inlopen naar het museum Marius van Dokkum. Dat bevindt zich in een oud pand van de universiteit van Harderwijk. We krijgen drie verdiepingen schilderwerk van de man, die auto-didact is en zowel voorwerpen a la Jopie Huisman schildert maar ook landschappen en portretten. Daarnaast maakt hij vooral fijn schilderwerk wat haast karikaturaal is en vaak voorzien van tegenstellingen en met een knipoog. De grote ster is zelf aanwezig en staat te werken aan een groot doek waarop opa en oma een schaatswedstrijd aan het houden zijn en ik wil hem eigenlijk vragen of zijn stijl een naam heeft maar dat lukt niet omdat hij continu in gesprek is met een nogal opdringerige dame. Hij blijkt ook het een en ander voor de jeugd te hebben gemaakt in de zogenaamde “opa Jan” serie. Een filmpje laat zien dat Marius natuurlijk ook een hele eenvoudige man is zoals Jopie Huisman en dat André van Duin een groot bewonderaar van hem is en het museum heeft geopend. Op zich leuk en genoeglijk om rond te kijken voor € 10.= per persoon maar na vijfendertig minuten staan we weer buiten wat wel erg snel is en het is op het randje van te druk. De museumwinkel valt op door weinig niveau en een extreem commerciele opzet. Later lees ik op internet dat men zelf inmiddels ook tot de conclusie gekomen is dat het allemaal te klein is, het is de bedoeling dat het museum verplaatst wordt naar een groter pand zodat ook meer werken opgehangen kunnen worden en er meer ruimte voor de bezoekers is.

 

 

Na het bezoek is het tijd voor wat te eten wat gebeurd op het terras van “tyam” waar we een mooi uitzicht hebben op grote hoeveelheden winkelend publiek. De colaatjes komen vlot door maar de broodjes zalm voor mij en kroketten voor reisgezel laten nogal op zich wachten zodat we na een half uur maar eens vragen waar een en ander blijft. Dat blijkt dus fout te zijn gegaan en we krijgen een drankje als troost aangeboden. Alleen hebben we daar geen behoefte aan en willen we onze hap graag met spoed ontvangen wat daarna ook wel gebeurd. De broodjes zijn wel extra lekker door het lange wachten al doet tafeldame wel erg lang over haar kroketten. Na een klein uurtje weer in de benen en bij de garage mogen we voor ruim drie uur parkeren € 5,50 betalen wat dus meevalt.

 

Iets na drie uur zijn we weer terug in onze lodge en maak ik later nog een wandeling naar de Zandenplas om gelijk eens te kijken of dat eventueel nog een alternatief kan zijn om morgen met mooi weer aan het water te gaan zitten. Om er te komen volg je een bospad vanaf het park dat uitkomt op een fietspad wat dan doorloopt tot aan de plas en deels naast een golfbaan ligt. De plek is prima; strand, water, schaduw, wc’s, horeca, parkeerplaatsen dus alles wat je wil maar het ligt wel zo ongeveer in de A28 met serieus veel kabaal. Dit wordt hem in ieder geval niet voor morgen is wel duidelijk. Op de terugweg heb ik nogal wat moeite om het pad naar het park weer terug te vinden maar uiteindelijk na drie keer overnieuw beginnen lukt het.

 

 

De rest van de middag bestaat uit wat rusten, lezen en puzzelen. Het eten staat opeens erg snel op tafel omdat reisgenote wat ruzie met de gaspitten lijkt te hebben. We eten macaroni die lekker is, de afwas is snel gedaan alleen is het schoonmaken van de keuken wat lastiger omdat die compleet zwart is waarop veel onvolkomenheden zichtbaar blijven. Samen de weersverwachtingen bekeken en die lijken toch behoorlijk tegen te gaan vallen na morgen.

 

De avondwandeling gaat naar het Fletcher hotel, waar we deze week ook een keer gaan eten, om eens te kijken hoe we daar komen. De weg er naartoe is onverhard en heeft geen lantarenpalen zodat ik besluit het te annuleren omdat de terugweg in het donker niet erg uitnodigend lijkt. We besluiten als alternatief nog een keer te reserveren bij “onder de toren”. De rest van de avond bestaat vooral uit lezen waarbij ik na een tijdje de bank ontvlucht en aan de eettafel ga zitten omdat ik last van mijn rug krijg. De fles "Notios" leeg gemaakt en rond half elf kruipen we in bed.

 

Dag 3 zondag

 

De nachtrust gaal al wat beter. Om half acht aan de koffie en om negen uur aan het ontbijt. Als ik eieren bak begrijp ik de ruzie met de gaspitten van gisteren, die zijn niet of nauwelijks lager te zetten en branden dus min of meer op één stand. Het is oppassen met aanbakken maar het komt goed. Inmiddels heeft vrouwlief buiten voor het raam weer nootjes neer gelegd en heel voorzichtig zien we vanochtend tijdens het ontbijt af en toe weer een vogel verschijnen, aan het eind van de vakantie zijn de vogels kennelijk gewend want is het gewoon druk en ook een eekhoorn meldt zich weer. Het is heerlijk weer en ik doe een flinke wandeling door het dorp, waarbij het stil op straat is en er gezang uit de kerk komt. Bij terugkomst maar eens de korte broek aangetrokken en tot een uur of twaalf gelezen waarna we weer naar “Nunspeet aan Zee” vertrekken.

 

Daar moeten we dit keer opeens wel € 7,= betalen om te kunnen parkeren en het is een stuk drukker. Behoorlijk wat mensen die komen windsurfen en ook mensen die hun motorboot vanaf een helling te water laten. Daarvan komt er eentje peddelend terug en eentje wordt al lopend terug gesleept tot onze verbazing. Kennelijk is het hier allemaal heel ondiep en daarom ook heel geschikt voor windsurfers. Als we aankomen is het nog wat fris om de schaduw te zitten zodat we ons insmeren en in de zon beginnen en na een tijdje pas de schaduw opzoeken. De middag gaat voor ons op aan lezen, een korte wandeling en het wegwerken van meegenomen broodjes met gekookte eitjes en het plunderen van een zak drop. De voorspelde 28grC halen we niet, als we tegen half vier naar huis rijden houdt de auto het op 25grC. Aan het eind van de middag loop ik nog een keer naar de Zandenplas, waarbij blijkt dat er op zondag toch iets open is in Nunspeet, namelijk de golfbaan. Daarna buiten een tijd zitten lezen voor er even gerust en gedoucht moet worden wegens uit eten.

 

 

Dat doen we vandaag bij “Banka” dat aan de markt zit en ook een groot terras heeft. Wij gaan binnen zitten waar één muur bedekt is met allemaal grote oude foto’s van Nunspeet zelf, wat in ieder geval iets te bekijken geeft. Kennelijk is “Banka” een soort formule want op de menukaart, die uitgebreid en interessant is, staan naast Nunspeet ook de namen Hattem en Heeze genoemd. De wijn wordt een Steininger uit Wachau, die weliswaar het meestal wel aanwezige zoetje in een Grunerveltliner wat mist maar verder prima is.

 

Hiermee beginnen we aan een ervaring die het best als merkwaardig te omschrijven is. Het voor elkaar krijgen om de juiste wijn op tafel te krijgen bij de dame in de bediening kost al de nodige moeite, maar die wordt ook lauw afgeleverd en moet kennelijk maar koelen in de koeler. Genoemde dame lijkt verder competent maar nog niet helemaal thuis in de kaart. Als voorgerecht gaat vakantie gezel aan de Carpaccio en ik aan de Gamba’s in knoflook en Spaanse pepers, maar hoe ik ook zoek, ik kan geen Spaanse peper vinden. Zowel voornoemde dame als haar mannelijke evenknie in de bediening reageren nogal paniekerig als ze vragen hoe het smaakt en ik meld dat er geen Spaanse pepers te vinden zijn. Ik voeg er maar en toe dat het prima smaakt maar ik het niet begrijp. Ook de mannelijke evenknie is een raar fenomeen, rent zich rot, lijkt het allemaal niet helemaal te kunnen volgen en vraagt net iets te vaak of het allemaal lekker is. Op ons komt het allemaal over als een soort neefje van de baas die ook nog een rol moet hebben.

 

Als hoofdgerecht voor de dame de Gamba’s die ik als voorgerecht had en ook nu, zelfs na mijn opmerking, is er geen Spaanse peper te vinden. Ik neem gebakken zeebaars die prima is met wat groenten, sinaasappel en aardappel taartjes, die gek genoeg lauw tot koud zijn, en een portie frites. Als dessert ga ik voor lavacake met vanille ijs omdat ik geen idee heb wat dat is. Dat blijken wij te kennen als een moelleux die alleen te kort verwarmd is zodat de chocola er nauwelijks uitloopt wat toch wel jammer is. Eega neemt een cappuccino. Al met al niet echt slecht gegeten maar vooral een beetje ongemakkelijk allemaal zullen we maar zeggen. Iets wat de Oost-Europese barman ook lijkt te ervaren als hij naar het gedoe van zijn collega’s kijkt, hij houdt zich vooral afzijdig maar lijkt heel goed te begrijpen en te zien wat hier allemaal niet lekker gaat in deze tent.

 

 

Om kwart voor negen in heerlijk weer naar huis gewandeld waar we nog een tijd met de tuindeuren open kunnen lezen met een drankje. Echtgenote is uiteindelijk niet helemaal gelukkig want kennelijk zijn er een aantal muggen binnen gekomen die haar in de loop van de nacht komen bezoeken. Om tien uur is het op voor vandaag en gaat het licht ook meteen uit.

 

Dag 4 maandag

 

Moeizame nacht vaak wakker ook door de regen vroeg in de morgen, wat later een klein frontje blijkt te zijn wat overtrekt. Als ik om half tien het dorp in loop voor een krant is alles nat maar de rest van de dag blijft het droog. We doen vroeg boodschappen bij de Jumbo waar het stil is en ik twee flesjes wijn mee neem om gewoon eens thuis te proberen. Terug lijken de herrieschoppers te zijn vertrokken en lees ik nog wat, doe een poging met de crypto en eet nog wat fruit voor ik een rugzak inpak om te gaan wandelen. De dame gaat winkelen en we spreken inderdaad maar een plek af waar we de sleutel neer leggen zodat we er allebei weer in kunnen mochten we als eerste terugkomen.

 

Ik zet de auto in Vierhouten neer en ga een rondje lopen wat uit delen van de wandelroute “het verscholen dorp” en “Hendrik Mouenveld” bestaat. De wandeling zelf gaat voor een groot deel door het bos en komt langs een heideveld met de naam Hendrik Mouenveld. De paden lopen prettig en in het bos is het rustig en stil. Ik merk dat ik het wel prettig vind om eens een doel te hebben om naar toe te lopen wat het verscholen dorp toch is. Dit was tijdens WWII een schuilplek voor onderduikers in een stuk bos wat toen nog moeilijk bereikbaar was, nu kun je er zelfs met de auto komen en blijken de meeste mensen het met de fiets te doen als ik er aankom. De schuilplek bestond uit diverse ondergrondse en bovengrondse bouwsels. De originelen zijn verdwenen en Staatsbosbeheer heeft een drietal hutten na laten bouwen als herinnering, verder kom ik een plaquette op een kei tegen die de namen van de mensen herdenkt die hier de onderduikers hebben geholpen, wat een zeer fors aantal was. Op de een of andere manier komt de opzet waarvoor gekozen is om een en ader te herdenken niet helemaal binnen bij mij, maar het blijft natuurlijk een prachtig verhaal wat zich hier in de oorlog heeft afgespeeld. De wandeling wordt uiteindelijk nog behoorlijk warm omdat de temperatuur in de loop van de middag nog oploopt naar 24grC en het laatste stuk over de weg terug naar Vierhouten is het opeens wat drukker met voornamelijk fietsers.

 

 

Om drie uur ben ik weer terug op het park en vijf minuten later komt partner ook binnenwandelen die op de heenweg naar Nunspeet verkeerd is gelopen en daar nogal wat tijd mee heeft verloren. Ik lees het boek over de vrouw Maria uit waarvan ik de eerste paar pagina’s nog denk “waar ben ik aan begonnen” en ook de laatste paar pagina’s zijn niet best. Maar daartussen is het een bijzonder boek wat gaat over een gezonken schip uit de 17e eeuw voor de kust van Finland, dat afkomstig was uit Nederland met als vracht onder andere kunstwerken voor Catharina de grote. Het voegt drie bijzondere verhaallijnen samen met heel veel informatie over kunstkritieken door de eeuwen heen over Nederlandse kunst uit de gouden eeuw en dan specifiek de schilder Gerrit Dou, het leven van Catharina de grote en de wereld van het duiken naar wrakken op welke manier dan ook en hoe daar mee om te gaan. Zeer interessant en leesbaar allemaal. Aansluitend bekijk ik de mail maar eens en de verhuurder van de gite in Cluny blijkt nu dan toch eindelijk geld terug te hebben gestort en tot verbazing het complete bedrag wat volgens ons lager zou moeten zijn, maar we vinden het gezien al het gezeur helemaal goed zo.

 

Hierna even te bed om bij te komen van de wandeling en om vijf uur samen aan een drankje en een tijdje zitten babbelen over de lodge en het park die ons beiden toch beter bevallen als “Stolpenheim”. Voor we gaan eten nog gedoucht en vanavond hebben we een bonenschotel met kwark met fruit na. De afwasmachine ingeruimd en aangezet en nog een avondwandelingetje in lekker weer gemaakt. De rest van de avond wat gepuzzeld en begonnen aan het boek “Lysbeth” van Marlies Medema tot een uur of elf.

 

Dag 5 Dinsdag

 

Als we wakker worden is het kennelijk net even droog want als ik koffie heb gezet en weer in bed kruip begint het weer te regenen. Bij een check op buienradar is het wel duidelijk dat het vandaag overdag niet droog gaat worden. Het krantje wordt dan ook onder de paraplu gehaald wat goed te doen is omdat er in iedere geval weinig wind staat. De krant doorgeakkerd en tot elf uur de crypto gepoogd in te vullen waarbij de regen behoorlijk los gaat op het dak van de caravan.

 

We hebben besloten naar Bronbeek in Arnhem te gaan waar we ongeveer vijftig minuten over doen. We komen bij een slagboom uit waar we maar eens aanbellen met de vraag of we wel goed zitten, dat zitten we niet we staan bij de uitgang en we blijken ergens halverwege een rotonde op een nogal gekke plek het terrein op te moeten. Dat terrein kent de nodige gebouwen, herdenkingsplekken en diverse bomen en struiken die specifiek in Nederlands Indie groeiden. Het ziet er allemaal prima onderhouden uit. We moeten even kort vanaf de parkeerplaats door de regen naar de entree waar we € 10,= per persoon betalen. We beginnen maar eens met een kop koffie en thee in café “Batavia” die uit een automaat komen, gratis zijn en ook nog heel behoorlijk smaken.

 

 

Ons wordt al snel duidelijk dat Bronbeek een tehuis voor oud militairen is waarvan er onder andere de nodige in Nederlands Indie hebben gediend. Deze namen allerlei spulletjes mee die ze in Nederlands Indie hadden verzameld toen ze hier kwamen wonen. Die spullen zijn de basis van de bestaande collectie die gaat over het kolonialisme in Nederland Indie. De vaste tentoonstelling is op de eerste verdieping te bekijken en begint met een kort filmpje wat een historisch overzicht van de geschiedenis van Nederlands Indie geeft die begint met de VOC tijd met een paar gebiedjes die men onderworpen had, naar een kolonie van de Nederlanden waarbij het enorme Nederlands Indie bij elkaar gevoegd en ingenomen werd, tot de onafhankelijkheid die na WWII een feit wordt. In de film zie je hoe het duale bestuursstelsel ontstond waarbij Nederland het Binnenlands bestuur bepaalde en de inlanders dit uitvoerden wat al als een behoorlijke emancipatie voor de plaatselijke bevolking werd gezien, maar uiteraard niet was. In de film wordt betreffende geweld en andere ellende alleen het verhaal van J.P. Coen en de Banda eilanden verteld, verder is er geen aandacht voor de slachtoffers die beide kanten in de loop van de geschiedenis kenden.

 

De tentoonstelling heeft aandacht voor alle facetten van de kolonisatie en dekolonisatie die vooral met militaire uniformen en militair materieel worden ondersteund wat waarschijnlijk niet zo gek is als een collectie ontstaan uit een militaire omgeving. Naast het feit dat ook hier de meest gevoelige zaken niet aan de orde komen is er nauwelijks iets te vinden over het aantal doden wat door Nederlandse acties is gevallen maar ook niets over doden die door inlandse acties net na de overgave van Japanners onder Nederlanders zijn gevallen in met name de jappenkampen. Het valt wel op als je goed kijkt dat er behoorlijk wat aandacht is voor de vrijheidsstrijd zoals de Indonesiers die zagen maar ook voor Nederlandse groeperingen die het daar niet mee eens waren. Interessant museum in ieder geval waarin veel te leren valt indien je er voor open staat en ik leer nog twee feitjes die voor mij nieuw zijn. Ten eerste dat Bronbeek sinds het verdwijnen van het ministerie van kolonien onder het ministerie van defensie valt. En ten tweede dat er in 1918 in Nederlands Indie een volksraad is opgericht om de inlanders meer inspraak te geven wat nogal een farce was.

 

 

Op de begane grond zijn nog twee tijdelijke tentoonstellingen te zien. De ene heet “Hellships” en gaat over transportschepen van de Japanners die krijgsgevangen en Romusha’s, oftewel inlandse gevangenen, vanuit Nederlands Indie naar diverse werkkampen vervoerden om dwangarbeid te verrichten waarvan de Birmaspoorlijn wel de bekendste is. Op deze schepen waren de omstandigheden uiteraard diep bedroevend maar daarnaast zijn tussen de drieentwintig- en zevenentwintigduizend mannen op deze schepen omgekomen omdat ze door de geallieerden naar de kelder gejaagd werden. De andere gaat over schilderijen van Gerrie Wachtmeester, die foto’s van zijn vader, die militair was in Nederlands Indie na WWII, heeft nageschilderd in vooral legerbruine en legergroene tinten waar een waas overheen ligt. Noch de stijl noch de onderwerpen spreken ons erg aan maar het past natuurlijk wel prima bij dit museum.

 

 

Na anderhalf uur hebben we het wel gezien en besluiten we te vertrekken en onderweg maar eens te kijken of we ergens nog wat kunnen drinken. Dat lukt prima bij LaPlace op parkeerterrein de Somp aan de A50 waar het om twee uur als we binnenkomen redelijk druk is. We nemen allebei een stuk appel noten taart met een drankje die prima bevallen.

 

 

Als we rond drie uur weer thuis zijn nog een rondje in lichte regen gewandeld en tot zes uur wat zaken op internet geregeld en gelezen waarbij het tegen vijf uur ook nog eens droog wordt. Als we op pad willen om te gaan eten blijk ik ergens iets verkeerd te hebben gedaan met reserveringen. Ik was in de veronderstelling dat we vanavond bij “de Roskam” gereserveerd hadden maar dat blijkt voor aanstaande vrijdag, de dag dat ook Fletcher was gereserveerd. We bellen nog met “Bij Frans” maar die zeggen dat ze geen plek meer hebben en uiteindelijk besluiten we dan nu maar bij “onder de toren” te gaan eten en de reservering van aanstaande vrijdag te annuleren.

 

Ook vanavond is het hier redelijk druk maar zijn we weer van harte welkom en is het eten ook weer prima. Partner neemt vooraf courgette soep met zalmsnippers en ik ga voor het zalmtaartje vergezeld van een glas Sauvignon Blanc die helaas matig is. De dame neemt als hoofdgerecht het zalmtaartje en voor mij wordt het een biefstuk met Madeira jus, stukjes maiskolf, peertjes en een portie frites waar ik een Merlot bij neem die wederom niet geweldig is. Helaas is de wijn hier wel een minpuntje. Als dessert doe ik nu een sorbet die ik wel iedere dag zou lusten en moeders neemt een glaasje Tia Maria. We sluiten af met Cappuccino.

 

 

De bediening is vandaag in handen van een andere jongen als die hier vrijdag rondliep. Dit is wel een spontane vent die uit zich zelf zegt er niet helemaal bij te zijn omdat hij net met VWO 5 is gestart en nog vol is van de ervaringen van vandaag. Vanavond valt ook op dat er behoorlijk wat jonge mensen in het cafégedeelte aan een drankje zitten wat toch een wat andere sfeer geeft. De rekening bedraagt uiteindelijk € 100,= wat meevalt en waar we € 110,= van maken. Thuis schenk ik nog wel een fatsoenlijk glas wijn uit de Elzas in die echt een paar klassen beter is als wat men bij “onder de toren” schenkt. De tijd gaat op aan lezen en wat rommelen op internet en we belanden pas laat in bed.

 

Dag 6 Woensdag

 

Laat naar bed is laat wakker want pas om half negen. Vandaag hebben we nog een droge dag maar daarna vooral veel nattigheid volgens de voorspellingen, al moeten we erbij zeggen dat in de praktijk het weer de hele vakantie qua regen toch eigenlijk wel beter was als de voorspellingen deden geloven. Als ik vandaag een krant ga halen loop ik ook nog bij de niet eerder bezochte boekwinkel “Beukelaer” naar binnen. Dat is een redelijk forse zaak voor meer als de helft voorzien van religieuze boeken. Niet mijn ding maar knap dat je daar dan kennelijk toch van kan leven. Om half twaalf ga ik de deur uit om te wandelen op de Elspeter heide, reisgezel besluit wederom het dorp in te gaan en loopt dit keer wel goed en is ook ruimschoots terug voordat ik dat ben.

 

Ik parkeer weer in Vierhouten en ga op zoek naar de gele route op de kaart van natuurmonumenten maar kom die niet tegen. Het duurt een tijdje tot ik in de gaten heb dat die in de praktijk paars is maar ik kom ook nog witte bordjes van de ANWB tegen met “wandeling Elspeter heide” en dan is er nog een rode markering uitgezet door de gemeente lijkt het. Beetje lastig en financieel onhandig als kennelijk meerdere organisaties dezelfde route uitzetten. Vandaag dus heel veel hei, ook verbrande stukken en daarnaast bijenkasten, libellen, rupsen met een bontjasje, aardig wat wandelaars waaronder een wandelvereniging, een helikopter en vijf heel laag vliegende trage en logge militaire transportvliegtuigen die een indrukwekkend kabaal maken. Wat ik niet tegen kom zijn bankjes zodat pauzes maar midden in de hei plaats vinden. Bij de start van de wandeling ben ik blij dat ik een jasje aan heb maar als de zon begint te schijnen wordt het zelfs in t-shirt en overhemd wat aan de warme kant. Na twee en een half uur weer terug bij de auto.

 

 

De rest van de middag een tijdje buiten zitten lezen wat later binnen voort wordt gezet en ook nog wat gepuzzeld en op internet gerommeld. Ook even kort gerust en gedoucht voor we tegen zeven uur aan de rijst zitten en wederom kwark met fruit na. De vaat dit keer maar even met de hand gedaan en afgedroogd omdat het weinig zin heeft om de paar dingen die we nog gebruiken voor vertrek in de afwasmachine te zetten. Bij de wandeling na de afwas vast een vuilniszak en wat glaswerk weggebracht en de wandeling wordt kort want ik heb het opeens koud in mijn t-shirt. Bij terugkomst ook de terrasdeuren maar dicht gedaan en “Lysbeth” uitgelezen. Interessant boek en lijkt voor een groot deel zeker historisch verantwoord betreffende het dagelijks leven in de 17e eeuw en ook het onderwerp wat gaat over de geschillen tussen remonstranten en contra remonstranten in die tijd. Wel zitten er een paar stukken in het boek die ongeloofwaardig zijn en ook eigenlijk helemaal niets toevoegen aan het verhaal en prima weggelaten hadden kunnen worden. Misschien is wel het grootste probleem dat de hoofdpersoon, een vrouw dus, veel te geemancipeerd en dus ongeloofwaardig wordt neer gezet voor een vrouw uit die periode.

 

Dag 7 donderdag

 

Gisteravond nog kort begonnen aan een boek van Sara Purnell ”Clementine, een leven met Winston Churchill”. Vroeg naar bed gegaan en ook vrijwel meteen het licht uit. Om kwart over zeven wakker na een goed nachtrust. Volgens de weerberichten krijgen we later in de middag regen zodat we voor ons doen vroeg ontbijten en we besluiten naar Amersfoort te gaan en het museum aldaar te bezoeken. De krant gehaald bij de Primera dit keer, omdat bij de Bruna kennelijk niemand in staat is om de kassa te bedienen maar wel allerlei klanten in de winkel zelf begeleid worden. Terug vast wat zaken ingepakt en opgeruimd en daarna naar Amersfoort.

 

Museum “Flehite” zit in een paar oude doorgebroken grachtenpanden, bestaat uit drie verdiepingen en heeft een bedroevend slecht stukje horeca. De hoofdmoot van de expositie bestaat uit allerlei stadsgezichten van Amersfoort waarbij de stukken van Wolter, Nieweg, Withoos en zelfs eentje van Weissenbruch aantrekkelijk tot fraai zijn, maar er zit ook veel rommel tussen. Verder heeft men een hoekje met zoals men het noemt “kopstukken” wat wij dan maar vertalen als topstukken met spul van de Amersfoortse held van Wittel, beroemd om zijn Italiaanse stadsgezichten, Drooghsloot, Jelgerhuis en van Campen die niet alleen architect van het stadhuis in Amsterdam is maar ook lid was van het Lucas- dus schildersgilde.

 

Op zolder heeft men een tentoonstelling over WWII in Amersfoort die is gebaseerd op dagboeken van inwoners van Amersfoort. Alleen komt het allemaal niet over op ons. Mogelijk toch wat te algemeen neergezet, te dicht op elkaar en misschien ook wat te donker. Als laatste is er nogal wat aandacht voor nijverheid in de geschiedenis van Amersfoort en die blijkt niet zo heel indrukwekkend te zijn. Je had Eijsink die motoren en auto’s maakte en volgens mij tegenwoordig nog actief is in betaalsystemen. De rijtuigenfabriek van de spoorwegen was er in het verleden gevestigd en verder heeft men het over een brouwerij en brood en beschuitfabriek die elke enigszins stad van omvang in die tijd had. Wel bijzonder is dat men altijd een garnizoensstad van het leger is geweest wat uiteraard wel voor de nodige werkgelegenheid zorgt. Alles zo bekijkend bekruipt je het gevoel dat Amersfoort al met al helemaal niet zo’n bijzondere geschiedenis heeft gehad, het is ook pas in de 13e eeuw ontstaan en inmiddels vooral een woonstad. Misschien wel tekenend is dat men ook een tentoonstelling heeft over de keramiek producent “het kapelhuis” die in eerste instantie leverde aan warenhuizen als Metz en Co en de Bijenkorf maar later zelfstandig de markt op ging met allerlei tamelijk wild keramiek in de eerste galerie die Nederland rijk was en na niet al te lange tijd failliet ging. Hoe indrukwekkend staat dat op de cv van een stad vraag je je dan af.

 

 

Na vijftig minuten staan we weer buiten en vinden we de € 15,= die men per persoon vraagt eigenlijk wat te veel. Gezien de bedroevende horeca gaan we buiten op zoek naar een versnapering en dat lukt vlakbij het museum op het terras van “t Amersfoorts diep”. We gaan voor een cappuccino en een stuk appeltaart waarna reisgezel even rustig blijft zitten met nog een extra versnapering terwijl ik nog een dik half uur de oude binnenstad, die ik verder niet ken, doorkruis. Dat blijkt dus interessanter als het museum, veel fraaie panden en grachten uit de 16-18e eeuw en allemaal wat kleiner en intiemer als Utrecht. Ook hier verbaas je je toch weer hoe men er in slaagt sommige totaal niet passende nieuwbouwpanden tussen al dit fraais te zetten al is het minder erg als in Utrecht. Ik kom twee tamelijk grote pleinen tegen bij de St Joriskerk en de onze Lieve Vrouwetoren die werkelijk volledig bezet zijn met horeca. Bij de St Joriskerk moet ik twee euro betalen als ik naar binnen wil wat ik toch maar doe. Mij is achteraf niet helemaal duidelijk waarom hier betaald moet worden, het enige indrukwekkende is voor mij het doxaal maar dat is niet goed te zien omdat er net een podium voor geplaatst is. We verlaten de stad om half drie en hebben het in ieder geval droog gehouden.

 

 

Terug de krant eindelijk gelezen en de crypto opgepakt maar die lukt vandaag voor geen meter. Nog even op bed de oogjes dicht gedaan en daarna gedoucht. Tot we uit eten gaan nog wat zaken ingepakt en ook zaken in de auto gegooid. Om half zeven gaan we naar “de Roskam” wat met droog weer lukt en wat we kennen van de vorige vakantie alhier. Het is druk en als er opeens een wat grotere groep met zes personen binnen komt worden er naast ons een paar tafels tegen elkaar gezet en komen ze wel erg dicht in onze buurt zitten. Al vlot trekken we de conclusie dat hier de Amerikaanse Biblebelt de Nederlands Biblebelt komt bezoeken. We schatten in dat we hier te maken hebben met opa en oma en vier kleinkinderen die zeer op zichzelf gericht zijn en vooral de kleinkinderen kijken nauwelijks om zich heen. Ze bestellen maar één gang dus ze vertrekken uiteindelijk ook weer vrij vlot. Wij gaan voor iets meer gangen, vooraf allebei beef Tataki, uiteraard Japans en ooit wel eens lang geleden in Frankrijk gegeten. Hier helemaal prima heerlijk mals vlees met inderdaad wat Oosterse tinten. Erbij voor de dame cola en voor mij een rosé uit de Languedoc die me wel bevalt en waar ik het verder bij hou de rest van de avond. Als hoofdgerecht neemt partner een salade met zalm, forel en makreel waar ze blij mee is en ik neem scampi met fettucine, asperges, rode peper en een creme van rivierkreeftjes die lekker is. Als sidedishes krijgen we nog een bakje met frites en salade waar ik me vooral mee bezig hou zodat ik geen dessert meer hoef en eindig met een cappuccino. Eega neemt een Spanish coffee met Tia Maria en klaagt dat ze de drank niet terug kan vinden. De rekening bedraagt € 110,= wat wederom meevalt voor het gebodene en we laten € 125,= achter.

 

 

Op de terugweg is het fris, wat wel even lekker is na een warm bezoek aan het restaurant, en gelukkig ook droog. Om kwart over negen weer in de hut en tot elf uur gelezen voordat het bedtijd is

 

Dag 8 Vrijdag

 

Geen erg lekker nacht en net voor half acht wakker, precies de tijd dat we op wilden staan omdat we vandaag weer afreizen. Even een koffie op bed, daarna slaapkamers en badkamer op- en uitgeruimd en even op het gemak aan het ontbijt. Om kwart over acht zit de auto vol en breng ik het vuilnis weg en loop nog een rondje. Bij terugkomst heeft reisgezel de stofzuiger al door de tent gehaald en zijn we klaar voor vertrek. De sleutel en pasje voor de slagboom nog voor negen uur in daarvoor bestemde box gegooid omdat de receptie nog niet open is en vertrokken. De reis gaat wederom zeer vlot door de polder en om negen uur staan we thuis voor de deur waar we de was uitladen en de uitgelezen boeken ook vast uit de bagage halen. We kunnen mooi even de post opruimen, foto’s op een laptop zetten, wat administratieve zaken afhandelen en boodschappen doen voor het vervolg van de reis naar Wemeldinge.

 

Om één uur zitten we weer in de auto en rijden via Gorcum en Dordrecht naar Zeeland. Tot Gorcum schiet het niet erg op door wat opstropend verkeer her en der en het is gewoon druk zoals altijd op vroeg op vrijdagmiddagen is onze ervaring. Bij parkeerplaats “t Hol” een stop gehouden en twee flesjes cola aangeschaft en iets voor drie uur staan we in Wemeldinge bij de receptie van het ons welbekende park “de Oesterbaai” waar we twee sleutels van huisje nummer 140 krijgen wat centraal op het park ligt. Het huisje is ruim met een grote woonkamer met keuken en op de begane grond nog een uitbouwtje met een slaapkamer en badkamer geschikt voor een minder valide persoon. We besluiten uiteindelijk twee van de drie slaapkamers op de bovenverdieping te gebruiken maar de badkamer is hier dermate moeizaam ingericht dat we wel de badkamer beneden gebruiken waar eega, niet geheel onterecht, ook nog wel wat op aan te merken heeft. De bedden moeten we hier wel zelf opmaken en om kwart voor vier zijn we aardig geinstalleerd en kunnen we de vakantie weer voortzetten.

 

 

We vinden alleen geen bestek wat ik maar eens bij de receptie ga vragen, het blijkt dat in één van de grote lades waar vooral borden in zitten nog een tweede la verborgen zit met uiteindelijk meer dan voldoende bestek. Hierna een rondje over de dijk met uitzicht over de Oosterschelde gemaakt. Het blijft voor mij hier heerlijk wandelen en ondanks dat het hard waait is het met een overhemd aan allemaal nog goed uit te houden.

 

 

Terug de krant gelezen en nog even wat op internet gerommeld en nog even het bed geprobeerd wat op zich lekker ligt maar wederom erg smal is. De douche gebruikt die ik op zich wel te doen vind en nog wat gelezen voor we naar “de Zeevonk” wandelen voor een hap. Dit pand heette vroeger “Bobby’s Place” en de nieuwe eigenaren hebben werkelijk helemaal niets in het interieur veranderd wat ons toch wel wat verbaasd. We hebben gereserveerd maar dat was dus niet nodig, uiteindelijk zijn er vier tafeltjes bezet. Het is wel duidelijk dat bij het nieuwe stel de nadruk meer op het cafébedrijf ligt als op het restaurant. We zitten weer aan onze vertrouwde tafel nummer nummer vier en de barman komt onze bestelling opnemen en de keuken wordt door een meisje gedraaid, we hebben sterk de indruk dat deze twee de huidige eigenaren zijn. De kaart is vrij simpel maar de glazen Verdejo die ik tijdens de maaltijd neem vind ik heel behoorlijk. Madame gaat aan de cola zero. Als voorgerecht neem ik garnalenkroketjes die lekker zijn en eetgezel Carpaccio waar hetzelfde voor geldt. Daarna volgen voor mij fish en chips met wat salade waarbij de fish een fors stuk kabeljauw is en ik simpel maar lekker eet. Metgezel neemt bisque en begint te klagen over de garnalen die er in zitten en volgens haar oud en niet lekker zijn. Ik proef de bisque zelf zonder garnalen en vind die helemaal prima maar kan verder niet oordelen over de garnalen. Later maakt ze er wel gewag van tegen de barman die er in ieder geval normaal op reageert. Na nemen we een cappuccino maar de Zeeuwse Bolus die ik er wel bij wil hebben blijkt op te zijn.

 

 

Om half negen weer terug in het huisje waar ik een blikje drinken over mijn broek gooi en de rest van de avond in een schone onderbroek en korte broek doorbreng en tot kwart over tien lees en dan naar bed ga.

 

Dag 9 Zaterdag

 

We slapen deze eerste nacht allebei verrassend goed in een nieuw onbekend bed. Om acht uur wakker met een zonnetje en een kop koffie op bed en om negen uur aan het ontbijt. Al vroeg een flinke wandeling gemaakt en een krant bij de Spar gehaald, ik bekijk de wijnafdeling hier ook eens op het gemak maar kom niks tegen waarvan ik het gevoel heb dat ik het eens moet proberen. Helaas hoor ik pas als ik terug kom dat de eieren die we bij ons hebben over datum zijn.

 

Vandaag maar meteen weer ons traditionele uitje als we in Zeeland zijn, een bezoek aan Goes en Dreischor waarbij we het wonderwel ook nog eens vrijwel droog houden tot we op de terugweg zijn vanuit Dreischor. In Goes is het druk met heel veel Duits, Vlaams en Frans om ons heen. Bij een bezoek aan de favoriete boekhandel “Het paard van Troje” drie boeken aangeschaft en daarna wat door winkelstraten gehobbeld op zoek naar C&A die uiteindelijk niet heeft wat partner aan zou willen schaffen. Er staan inmiddels wel opvallend veel winkels leeg in Goes valt ons op. We wandelen de Grote kerk in die gezien de aankleding wel Nederlands Hervormd zal zijn geweest maar niet meer voor diensten in gebruik is. Er staan fraaie tafels om te dineren en er wordt een boekenmarkt gehouden waarbij een deel van de opbrengst naar de kerk gaat. Een fenomeen wat we later in andere plaatsen in Zeeland ook tegen komen. Hier kosten de boeken € 2,= per stuk en partner koopt het een en ander. Gezien het feit dat het open monumentendag is lopen we nog even de tegenovergelegen Rooms Katholieke Maria Magdalena kerk in die nog wel in gebruik is voor diensten en er toch een stuk gezelliger uitziet met de nodige fresco’s en brandende kaarsjes.

 

 

Bij het verlaten van de kerk begint het net heel hard te waaien en vluchten we op tijd naar binnen voor een kop koffie bij “boutique hotel restaurant cafe Jersey” waar de scepter gezwaaid wordt door een Roemeense en men een tamelijk chique inrichting heeft nagestreeft. Tijdens onze laatste bezoek aan de markt in 2022 was men dit pand zwaar aan het verbouwen. We bestellen een cappuccino en een muntthee terwijl naast ons een aantal Franse echtparen zich opmaken voor een warme middagmaaltijd en allemaal beginnen met een stevige alcoholische versnapering die zij als aperitief aanmerken.

 

 

Als we buiten komen is het weer vrijwel droog, zoeken we de auto op en rijden naar wijndomein “de Kleine Schorre”. Dat duurt ongeveer een half uurtje en we slaan tien flessen Auxerrois en Rivaner in. Uiteindelijk besluiten we er toch ook te lunchen ondanks dat we het wel erg prijzig is geworden. De boel is aardig vol gereserveerd maar er zijn nog twee hoge tafels vrij waar we uit kunnen kiezen. Voor twee flesjes fris, een broodje zalm voor reisgezel en een broodje Noordzeekrabkroket voor mezelf betalen we ruim € 42,= wat we toch wel fors vinden, Het smaakt op zich prima maar het is ook niet super speciaal en Noordzeekrabkroket blijkt ongeveer net zo te smaken als garnalenkroket ontdek ik. Hier horen we om ons heen dan weer louter Nederlands.

 

 

Op de terugweg rijden we echt het slechte weer in en als we rond drie uur thuis zijn begint het ook te onweren. Tot vier uur de krant inclusief crypto doorgeworsteld en daarna even snel tussen de buien door verse eitjes voor het ontbijt van morgen gehaald. Vroeg in de avond wordt het toch weer droog en kan er nog een keer prettig langs de Oosterschelde gewandeld worden. De dag gaat verder op aan lezen, puzzelen, wat babbelen, een bonenschotel als maaltijd en het samen nuttigen van een paar glazen wijn van een flesje Grunerveltliner die me de vorige keer beter beviel. We stellen wel vast dat dit huisje qua omvang en gebruik toch wel een stuk prettiger is als de lodge in Nunspeet. Uiteindelijk allebei vroeg naar bed

 

Dag 10 Zondag

 

Om acht uur aan de koffie en de zon schijnt uitbundig, de weersverwachtingen zijn voor vandaag overdag in ieder geval geen regen en we hebben ook geen mail ontvangen dat de zeehondentocht die we voor vandaag geboekt hebben geannuleerd is, wat zou kunnen als het weer of een te beperkt aantal aanmeldingen dat nodig zou maken, later begrijp ik van de eigenaar dat ze minimaal dertig aanmeldingen nodig hebben om quitte te spelen. Ik maak een lange ochtendwandeling in heerlijk vrijwel windstil weer en er zijn zelfs mensen aan het zwemmen in de Oosterschelde wat me dan toch net wat overdreven lijkt. De rest van de ochtend op internet gezeten en gelezen en we eten nog een broodje als lunch.

 

Om kwart over één in de auto gestapt en we parkeren vlakbij de boot op de kade in de haven van Yerseke waar we om één uur aan boord kunnen en we om half twee vertrekken. We vinden een mooi plaatsje met twee stoelen en een tafeltje bij de boeg in de buitenlucht en we betalen binnen € 49,= voor deze trip. We vertrekken inderdaad pas om half twee omdat men kennelijk wacht op een jong stel met baby en hond die op het allerlaatste moment de loopplank nog opkomen. Ons ontgaat wat je hier met een baby doet, maar zal wel een andere generatie zijn. Als we vertrekken begint het helaas wel helemaal dicht te trekken maar het blijft zeker de heenreis heerlijk om buiten te zitten en een beetje te staren naar de kust van Zuid en Noord Beveland waar we vooral Yerseke, de ingang van het kanaal door Zuid Beveland en Wemeldinge eens vanaf het water kunnen bekijken. De boot waar we op zitten is de Yerseke 100 die vroeger als kokkelvissersboot met allerlei zuigbuisinstallaties in de vaart is geweest maar uiteindelijk werd weg gesaneerd, waarna de eigenaar en zijn vrouw de boel om hebben gebouwd om er met passagiers mee rond te kunnen varen.

 

Onderweg nemen we een frisje en later nog een cappuccino en een frisje met een stuk appeltaart die wel erg lang op zich laten wachten zodat we die heel snel op moeten eten omdat we dan net bij de zandbank aankomen in de buurt van de Zeelandbrug waar de zeehonden op ons liggen te wachten. Volgens de schipper zouden er een stuk of vierhonderd in de Oosterschelde moeten leven, hier liggen er een stuk of vijftig en vanuit de verte is het net of er een paar mosselen op het zand liggen. De boot blijft er zeker vijfentwintig minuten liggen en draaien en de schipper legt hem zelfs tegen de zandbank aan, te dicht in de buurt van de zeehonden naar onze smaak. Als ik dat later vraag geeft hij toe dat hij inderdaad niet zo dichtbij mag komen maar dat doet zodat iedereen mooie foto’s kan maken. Op de terugweg hebben we zicht op Tholen waar we niet heel veel interessants zien. Wel zien we heel veel takken in het water staan en de eigenaresse houdt toevallig nog een klein verhaaltje waarbij ze verteld dat die aangeven waar de diverse matten met broedsel liggen om de mosselen op te kweken die uit Yerseke komen, ze vertelt er ook bij dat een ander deel in de waddenzee wordt opgekweekt en eveneens als mosselen uit Yerseke worden verkocht. Ze laat ook nog een aantal bewoners van de Oosterschelde zien die ze gisteren bij een sleep van de bodem hebben opgehaald en bestaat uit verschillende soorten zeespinnen, -slakken, -krabben, -sterren enz. Helaas wordt het steeds minder warm op de terugweg en hebben we wind tegen waardoor ik het uiteindelijk toch behoorlijk koud krijg en blij ben als we om kwart over vier weer in de auto terug naar Wemeldinge stappen.

 

 

Als we thuis zijn is de conclusie voor ons allebei dat dit gewoon een hele leuke tijdsbesteding voor de zondagmiddag was en we maar even moeten vergeten dat we kennelijk als enigen niet helemaal gecharmeerd waren van het wel heel kort op de zeehonden liggen van de boot. Ik besluit even in bed te kruipen om weer warm te worden en lees een tijdje en na een douche lopen we naar restaurant “Iets Anders” waar het goed vol zit en we uit drie vrije tafeltjes het tafeltje bij de bar uitkiezen zodat we allebei nog iets te zien hebben. Ik kijk uit op een middelbaar stel waarvan we vermoeden dat we het hier over iets tinder achtigs hebben waarbij het niet helemaal goed gaat. De man is eigenlijk alleen maar aan het woord en als ze vertrekken gaat de vrouw een flinke tijd met bekenden staan praten alsof hij er niet is. Echtgenote kijkt uit op een tafel met de nodige jongeren waarvan we sterk de indruk krijgen dat we hier te maken hebben met een of andere christelijke plattelands jeugdvereniging.

 

Het restaurant is ons niet onbekend en heeft nog steeds dezelfde eigenaresse die wel wat in omvang is toegenomen en de vorige keer een grote bril met ragfijn montuur droeg maar dat nu heeft ingeruild voor een grote bril met en opvallend dik zwart montuur. We beginnen met een colaatje voor de dame en een glas wit uit Rheinhessen voor mij die me veel te zoet is. Gelukkig wil tafeldame tijdens het eten ook een wijntje en ik besluit een fles cotes du Rhone wit te nemen die volgens de kaart van Sauvgnon Blanc druiven is wat ik me eigenlijk niet kan voorstellen. De wijn smaakt prima en is zeker geen Sauvignon Blanc, als ik het later op internet eens opzoek hebben we een fijne blend van Grenache Blanc, Marsanne, Rousanne en Viognier. Als voorgerecht gaan reisgezel voor een tonijnsalade en ik voor tomaat, basilicum, perso en mozzarella. Beide worden als een taartje gepresenteerd en zijn bijzonder lekker. Als hoofdgerecht neem ik een medium gebakken tonijnmoot vergezeld van gekookte wortel en tomaatjes met een portie frites en de dame een zalm, garnalen en makreel salade die eveneens allebei weer heerlijk zijn. Als dessert doet de vrouw weer een glas Tia Maria en wordt het voor mij een ouderwets sorbet met drie bollen ijs, veel fruit en seven-up. We sluiten af met een cappuccino.

 

 

Na bijna twee uur weer buiten waar we nu toch echt wel in het donker naar huis moeten wandelen waarbij we wind mee hebben en het niet echt koud te noemen is. Terug nog een drankje genomen en een tijdje zitten zappen en vrij vroeg naar bed, waar ik nog wat lees en tegen elf uur het licht uit gaat.

 

Dag 11 Maandag

 

Matige nacht en om half negen maar eens aan de koffie. Om half tien aan het ontbijt en daarna op en neer naar de Spar voor de krant en wat boodschappen. Echt koud is het niet maar het waait wel hard. De weerberichten geven voor vandaag veel buien zodat we besluiten naar Domburg te gaan waar in ieder geval een museum om maandag open is en we mogelijk ook nog wat kunnen winkelen, lunchen en wat mij betreft even bij de Noordzee kijken. Om elf uur de deur uit en onderweg getankt waarna we om twaalf uur de auto parkeren in een verrassend druk Domburg waar het ook al weer markt is en het aandeel aanwezige Duitsers rond ons zo’n tachtig procent lijkt.

 

We beginnen met het museum Marie Tak van Poortvliet wat nogal verstopt ligt en erg klein blijkt te zijn. Men heeft één ruimte waarin een tentoonstelling hang van de Belgische schilder Posaert die in WWI naar Nederland is gevlucht en in Domburg terecht gekomen. Er hangen dan ook veel werken met Domburg als onderwerp maar kennelijk heeft hij ook nog wel wat andere delen van Nederland bekeken gezien doeken met schilderingen van Amsterdam, Amstelveen en Brabant. Op zich best mooi werk in een impressionistische stijl maar allemaal net wat te strak om diepe indruk te maken. Buiten heeft men nog een piepkleine beeldentuin en voor dit alles moeten we € 7,= betalen terwijl we na een half uur toch echt niets meer kunnen verzinnen wat we nog zouden kunnen bekijken.

 

 

We lopen de markt op ons gemak af en komen ook hier een boekenbeurs in de kerk tegen waar we dit keer kilo’s boeken kunnen kopen tegen een prijs van € 4,= de kilo. Dat lukt aardig uiteindelijk hebben we samen toch zo’n zes kilo aangeschaft. Ik breng die wel naar de auto want we hebben weinig zin om ze mee te blijven zeulen. Op de markt worden ook nog een paar sieruienbollen aangeschaft voor in de tuin en daarna zoeken we een plekje in de “bier en melk salon”. Dit is een flinke tent met een tuin, serre en binnenruimte waar we even rustig zitten met een smoothy, cappuccino en allebei een stuk zelfgemaakte appeltaart die lekker is. Reisgenote zoekt daarna een bankje bij de kerk op en ik loop nog even naar het strand waar het de zee behoorlijk wild is met dit weer en ook hier is het druk op het wandelpad in de duinen. Op het strand moet je vandaag niet zijn want daar wordt je gezandstraald.

 

 

Om twee uur hebben we het wel gezien want, zoals echtgenote vanmorgen al aangaf, Domburg heeft op zichzelf buiten het strand en het museum erg weinig te bieden als stadje. Terug glas afgevoerd en een wandeling gemaakt waarbij een mens prettig kan uitwaaien maar het tegen de wind in lopen er wel aardig inhakt, ik ben met hetzelfde rondje als zondagmorgen bijna tien minuten langer bezig. De rest van de middag gezocht naar een wandeling voor morgen, een tijd gelezen en wat zaken op internet afgehandeld. Ik douche vroeg want we eten om half zeven en na het eten de afwasmachine gevuld en aangezet. Na het eten nog een korte wandeling gemaakt in wat spetterend weer en het lijkt dat de wind iets afneemt en daarna een lange avond met puzzel en leesboek doorgebracht.

 

Dag 12 Dinsdag

 

Rare nacht vaak wakker maar wel uitgerust. Om kwart over negen aan het ontbijt en daarna krant gehaald waarbij het toch weer harder lijkt te gaan waaien. Ik weet de cryptogram is een keer helemaal op te lossen en lees nog een tijdje omdat ik gezien de temperaturen niet al te vroeg wil gaan wandelen.

 

Om kwart over elf naar het Veerse meer in de buurt van Wolphaartsdijk gereden waar ik de auto neer zet op een parkeerplaats van een restaurant die failliet is. Tijdens het wandelen kom ik nog twee restaurants tegen die datzelfde lot hebben ondergaan tot mijn verbazing. Aan het Veerse meer is het wel duidelijk dat campings, camper plaatsen en huisjesparken hier hoogtij vieren. Vanaf het Veerse meer loop ik door het vlakke Zeeuwse land naar Wolphaartsdijk wat een aardige kerk, vreemde molen en een leuk oud stadhuis heeft waar nu horeca in zit maar die is op dit tijdstip nog niet open. Een bankje kom ik nergens tegen zodat ik de begraafplaats bij het verlaten van het dorp maar oploop waar die meestal wel, en hier ook, te vinden zijn. Ik rust en eet hier wat en verbaas me over de enorme begraafplaats voor een toch tamelijk klein dorp. Het lijkt er op als ik eens goed rondkijk dat dit komt omdat er nog heel veel graven uit de 19e eeuw aanwezig zijn en hier kennelijk een iets ander ruimingsbeleid wordt gevolgd als in onze stad.

 

Vanaf hier begint het ploeteren tegen de wind in wat niet erg lekker loopt en door het ontbreken van zon eigenlijk ook net wat te koud wordt, maar we houden vol en komen uit bij Oud Sabbinge. Dat heeft nog een echte brink waar vroeger kennelijk een kerkje heeft gestaan want je ziet nog wel de onderste laag stenen staan. Ook is er een soort van kasteeltje maar de eigenaren hebben dat kennelijk afgeschermd met bomen en hoge hagen zodat die niet echt te zien is. Bij de oprit staan zo veel borden verboden toegang dat ik er maar niet in loop om via die weg eens te bekijken hoe een en ander er uit ziet. Wandelend langs een fors bedrijf van een fruitteler kom ik weer uit bij het Veerse meer op een stuk wat gemaakt is voor recreatie. In eerste instantie lijkt dat best een leuke plek om bij mooi weer eens te recreeren tot ik zie dat de toiletvoorzieningen uit dixies bestaan. Het laatste stuk gaat met de wind mee over een leuk pand langs het meer en na twee eneenhalf uur sta ik weer naast de auto.

 

 

Terug in het huisje anderhalf uur bijkomen en vroeg gedoucht. Beneden wat huishoudelijke activiteiten ontplooit en nog wat lezen en puzzelen tot we uit eten gaan. Dat wordt vanavond bij “Casco” wat lekker dichtbij ligt en de vorige keer helemaal fijn was en volgens partner zijn de huidige recensies ook erg goed. Ook hier is het druk en heeft men ondanks onze reservering twee niet heel fijne tafeltjes vrij gehouden, zodat we voor de bar kiezen wat ook mag. Uiteindelijk is onze recensie niet zo positief, het begint er mee dat we het personeel niet prettig in de omgang vinden en het is erg lang op een fles Chablis wachten, waarbij we ook nog moeten vragen om deze te openen, die overigens wel prima bevalt wat ook wel mag voor de prijs van € 47,=. De eerste gang laat vijftig minuten op zich wachten wat wij toch wat overdreven vinden en bestaat voor de dame weer uit de formidabele bisque en voor mij uit zalm met avocado wat ik eigenlijk maar een matige combinatie is zeker met de tuinbonen die erbij liggen. Het hoofdgerecht komt wel een stuk vlotter en bestaat voor de dame uit beef Tataki die gewoon slecht is, te koud geserveerd, taai en weinig smaak. Voor mij wordt het scampi met een Portugese knoflooksaus en gebakken witlof. Op zich lekker alleen zijn de scampi’s taai en lijken me niet heel vers. Niet heel blij met deze ervaringen laten we het dessert verder schieten en sluiten we af met cappuccino. Na ruim twee uur betalen we € 127,= en vergeten de fooi.

 

We zijn eigenlijk wat verbaasd en vragen ons af of de huidige eigenaar soms nieuw is. Het restaurant is verder niet veranderd maar misschien dat we te maken hebben met een nieuwe eigenaar die zichzelf nogal pontificaal op de website presenteert als oud-wielrenner van overigens tweede garnituur wat misschien ook leidt tot kookkunsten van tweede garnituur. Bij het bekijken van het menu viel ons al wel op dat alle hoofdgerechten toch enige tot meerder euro’s onder de € 30,= worden gehouden en dat betekent dat je of kleine porties krijgt, wat hier niet het geval is, of inkoop is goedkoop en dus waarschijnlijk geen topkwaliteit. De goede recensies zullen wel komen van vaste gasten die hier duidelijk aanwezig zijn en het allemaal heel erg interessant vinden om met met de eigenaar in gesprek te gaan die in de open keuken te bewonderen is. Doel hiervan lijkt vooral "kijk mij eens interessant zijn, ik ben een vriendje van de eigenaar”.

 

 

De rest van de avond lang gelezen en laat naar bed. Ik probeer het boek Celestine, waar ik eigenlijk wel een beetje genoeg van heb, uit te lezen maar dat lukt niet. Als ik zit te lezen hoor ik nog een grote klap boven me en bizar genoeg hoor ik de volgende dag dat mijn volwassen vrouw uit bed is gevallen, gelukkig zonder echte schade aan haar of het huurobject.

 

Dag 13 woensdag

 

De eerste ochtend hier dat het buiten echt grijs is, maar de wind is aardig gaan liggen en de voorspellingen zijn wel zodanig dat het na een uur of elf in ieder geval droog blijft. We ontbijten wat later en ik neem boodschappen mee om vanavond in ieder geval een warme maaltijd te kunnen maken, maar voel er eigenlijk meer voor om tussen de middag ergens wat ruimer te lunchen en het vanavond bij een broodmaaltijd te houden. We stappen laat in de auto richting Sluis wat toch wel een flink stuk verder rijden is als ik eigenlijk dacht. We mogen ook voor het eerst van ons leven door de Westerscheldetunnel die inmiddels gratis is en 6600 meter lang. Uiteindelijk wordt het onderweg in Zeeuws Vlaanderen inderdaad droog. Het landschap in Zeeuws Vlaanderen lijkt erg op dat in Belgie en Noord Frankrijk als je via de snelweg langs de kust richting Calais rijd.

 

Als we Sluis inrijden begrijpen we in ieder geval dat het een vestingstadje is geweest en als we er rondlopen dat er een molen en Belfort te bekijken zijn en het verder uitpuilt van de winkels en eetgelegenheden. Het aantal seksshops wat we tegenkomen mag ook niet onvermeld blijven. Mij boeit het allemaal niet zo en als we de hoofdstraat helemaal doorgewandeld zijn stel ik voor om in de buurt van het Belfort maar eens te gaan lunchen.

 

 

Dat wordt bij “Grand Café ’t Belfort” wat in Belgische handen blijkt te zijn en nogal kaal ingericht is. Maar de mosselen in witte wijn roomsaus met frietjes zijn zeer smakelijk en eega is tevreden over haar pannenkoek met bruine suiker gecombineerd met een milkshake.

 

 

Na het eten duiken we aan de overkant museum Belfort in wat uit drie verdiepingen en een te beklimmen Belfort bestaat en € 5,50 per persoon moet kosten. In de raadskelder hangt een kleine tentoonstelling van de Belgische schilder Bram de Meijer, die wel leuke dingen heeft geschilderd maar ook wel iets meer kleur had mogen gebruiken wat ons betreft. Op de begane grond kan de raadszaal bekeken worden die nog in oude luister is met een fraai smeedijzeren hek, alleen wel jammer dat er twee reproducties hangen die wel een heel goedkope indruk wekken als je er eens goed naar kijkt en het meubilair waar de gemeenteraad aan mag zitten past er ook niet helemaal bij.

 

Op de eerste verdieping wordt de geschiedenis van Sluis uit de doeken gedaan en die is nogal turbulent te noemen. Het stadje, wat al snel een vesting werd, lag vroeger aan het Zwin en was in de 13e en 14e eeuw een belangrijke handelsplaats die deel uit maakte van het vroege Vlaanderen waar de Bourgondische koningen nogal wat in de melk te brokkelen hadden. Dat het hier economisch voor de wind ging blijkt wel uit het Belfort wat gebouwd werd en het enige is die we nu binnen de Nederlandse grenzen hebben staan. Vervolgens maakte het de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland mee en later de tachtigjarige tussen Nederland en Spanje en uiteindelijk leverde het ook nog drie weken strijd tegen de legers van Napoleon die eind 18e eeuw Holland binnen vielen. Volgens de overleveringen is Napoleon zelf ook in Sluis geweest en zou er voor gezorgd hebben dat de vesting nog meer versterkt werd, iets wat van Coehoorn ook al had gedaan, en zorgde hij voor het in gang zetten van de aanleg van een kanaal wat Sluis met Brugge verbond.

 

Op de vierde verdieping wordt heel veel aandacht aan taal besteed en specifiek aan de dikke van Dale vernoemd naar de hoofdonderwijzer die hier in Sluis begonnen is aan het schrijven van het bekende woordenboek de heer van Dale zelf. Als je hier luistert naar wat geluidsopnames van verschillende Zeeuwen uit verschillende plaatsen maakt dat inderdaad wel duidelijk dat er zo veel verschillende woorden werden gebruikt waar hetzelfde mee werd bedoeld dat het inderdaad niet heel raar was om maar eens wat eenheid en duiding in de diverse woorden te brengen. Als laatste kan de toren nog beklommen worden via een smalle trap die uit twee en negentig treden bestaat. Het uitzicht valt ietwat tegen omdat de toren net wat te laag is.

 

 

We lopen vanaf het Belfort via een andere winkelstraat terug naar de parkeerplaats die tegen de vesting aan ligt en ik bekijk de vesting ook nog even kort voor we € 6,50 moeten betalen bij de slagboom zelf waarna we dezelfde route terug naar Wemeldinge volgen waarbij het wel beduidend drukker is als op de heenweg. Als we terug zijn eerst eens een flink rondje over de dijk gemaakt en daarna even op bed liggen lezen en gedoucht. Het diner wordt inderdaad een broodmaaltijd en aansluitend gelijk de afwas gedaan en de keuken opgeruimd en een vrij kort rondje gewandeld omdat het weer begint te regenen.

 

Ik lees eindelijk het boek Clementine uit wat we wel wat moeite heeft gekost. Om eerlijk te zijn heb ik nadat ik het uit heb nog steeds geen heel goed beeld van de dame en geeft de schrijfster mij het gevoel dat ze haar wel heel erg bewonderde waardoor het niet lekker leest. Daarnaast is het tamelijk bizar dat het voor meer als de helft over Churchill zelf en hun kinderen gaat en niet over de hoofdpersoon. Ik begin nog kort aan het boek “sneeuwblind” van Ragnar Jonasson wat een IJslandse thriller is die bij de kilo aanschaf zat.

 

Dag 14 donderdag

 

Wat later op en het is wat minder mooi weer als gesuggereerd maar in ieder geval droog. Bij het ontbijt de gekookte eitjes opgemaakt en daarna de krant gehaald en door geakkerd. Rond half elf vertrekken we naar Middelburg waar we een kleine veertig minuten over doen en het is vandaag een stuk drukker op de weg als gisteren.

 

Het doel is een bezoek aan het Zeeuws museum wat pas om één uur open gaat zodat we eerst maar eens neerzakken op het terras van “de Basiliek” waar we, met uitzicht op de lange Jan en een soort rommelmarktje, een huisgemaakt stuk appeltaart met een drankje nemen. Eega blijft nog even zitten en gaat zich later op het rommelmarktje vermaken terwijl ik een klein rondje bezienswaardigheden in het centrum van Middelburg doe. Ik loop de Koorkerk in, waar weer een onvermijdelijke boekenmarkt wordt gehouden, die niet heel veel te bieden heeft behalve het praalgraf van de Zeeuwse zeeheld Evertsen. Vervolgens gaat het richting de markt, waar ook weer de onvermijdelijke markt wordt gehouden, om het stadhuis te bewonderen en loop ik door tot aan de Kloveniersdoelen waarbij ik nog een oud collega tegen kom. Terug richting “de Basiliek” loop ik een wat andere route langs de St Petrus en Pauluskerk en kom uit bij de Onze Lieve Vrouwe abdij.

 

 

Nadat we elkaar inderdaad weer bij “de Basiliek” hebben terug gevonden wandelen we terug naar de abdij waar het Zeeuws museum in onder is gebracht. We betalen € 15,= de man entree waarna we vier verdiepingen museum mogen bekijken. We zijn wel eens eerder in dit museum geweest, de herinneringen daaraan zijn inmiddels zeer vaag maar het is duidelijk wel gemoderniseerd en ziet er een stuk frisser uit. We nemen de lift naar de vierde verdieping waar “de wonderkamers” te bewonderen zijn. Hierin zijn exotische voorwerpen te bekijken die te maken hebben met wetenschap, natuur en kunst die in vroeger tijden door de gegoeden verzameld werden om mee te pronken. Hier zitten bijzondere zaken tussen maar die zijn lastig te bekijken omdat het allemaal wel erg donker ten toon wordt gesteld.

 

 

Een verdieping lager volgt de permanente tentoonstelling “dit is Zeeland”. Hier komen we vooral allerlei voorwerpen en schilderijen tegen de te maken hebben met de geschiedenis van Zeeland. Pronkstuk is een indrukwekkende zaal met wandtapijten die gaan over diverse belegeringen en zeeslagen in Zeeuwse wateren tijdens de tachtigjarige oorlog. Hier hangt ook een bijzonder schilderij van een anonieme meester die een aanklacht tegen de hertog van Alva is en waarop onder andere te zien is dat van Egmont terecht wordt gesteld. Tussen het schilderwerk een paar bekende namen die er eigenlijk meteen ook wel uitspringen zoals Jan Toorop, Mondriaan, Ferdinand Bol en Hart Nibbrig. Nieuw is voor ons de naam Heyze waar ook twee fraaie werken van worden ten toon gesteld. Dit blijkt een Zeeuwse schilder te zijn geweest uit het begin van de twintigste eeuw die een bewonderaar van Memmling schijnt te zijn geweest en in zijn werken is Jugendstil te herkennen. Wat ons betreft de leukste verdieping die we tegen komen.

 

 

Op de begane grond en eerste verdieping heeft men een tweetal tijdelijke tentoonstellingen. De één heet “bodemjuwelen” en is een tentoonstelling van allerlei sieraden uit een periode vanaf de prehistorie tot 1850 die uit de Nederlandse bodem naar boven zijn gehaald. Hierbij wordt nog de nodige uitleg gegeven hoe men bepaalde sieraden maakte en in het bijzonder hoe dat met fillegrain gebeurde, waar we kennelijk in dit land goed in zijn. Op zich natuurlijk best interessant en vooral leuk dat het van eigen bodem is maar het is vrij weinig en we zien niet echt iets nieuws. De ander heet “Darn” en gaat over het herstellen van mode als we het goed begrijpen en is aan ons niet besteed. Na een uurtje zijn we terug bij en entree en stappen nog even het museumcafé in voor een drankje.

 

 

Om half vier zijn we weer in Wemeldinge waar nog een flinke wandeling over de dijk volgt. Vanavond eten we bij “Smits” wat er van binnen en buiten nog net zo uit ziet als vier jaar geleden en één van de diensters denk ik ook nog te herkennen. Ook hier zit het vol en worden zelfs mensen weg gestuurd die niet gereserveerd hebben. We hebben een tafel helemaal achterin de zaal zodat we fijn op iedereen uitkijken en wel weer wat opmerkelijke personen passeren. Vlakbij ons zit een groep mannen die duidelijk in de kost zijn en door een oudere dame die aan een tafeltje naast hun zit aangesproken wordt of ze wat minder hard kunnen praten, waar wij toch eigenlijk geen last van ze hebben. Nog weer iets verder zit een stel van in de veertig die een alcohol probleem lijken te hebben, zij giet een fles witte wijn in haar eentje naar binnen en hij diverse glazen rood en later bij het dessert en de koffie ook nog sterke drank. Vrij kort voor we klaar zijn met onze hap worden we nog verblijd met een heel bijzonder koppel voor ons, een Oost Europees gelukszoekertje en een onvoorstelbaar omhooggevallen Zeeuwse proleet met een kop die wel duidelijk maakt dat ook deze met een drankprobleem heeft en nogal onvriendelijk aangeeft de allerbeste rode wijn te willen die er is.

 

Uiteraard zijn dit allemaal bijzaken die alleen maar afleiden van het eten wat vandaag prima blijkt te zijn. We beginnen allebei met een glas rosé wat ook meteen de laatste zal zijn want die is daarna op vanwege het aanstaande wijzigen van de wijnkaart wordt ons als reden mee gegeven. Ik ga later over de pinot grigio die aardig is en eega op de cola zero. Vooraf bestel ik een carpaccio zalm maar ook die blijkt op te zijn zodat het Gamba’s in knoflook en rode peper wordt die lekker is en metgezel gaat voor de inmiddels min of meer standaard carpacccio. Zij laat dat volgen door een vissalade met zalm, tonijn en mosselen waarvan de sla vooral overblijft. Ik neem een visje van de dag wat zeeduivel is met hollandaisesaus, wortel, raap, tomaten en gebakken aardappels die heel fijn is en waarbij ik de saus eigenlijk overbodig vind. Als dessert gaat madame voor een glas Tia Maria en neem ik de fruitsoep, wat frambozenijs met blauwe bessen en aardbeien in een inderdaad fruitsoep is. De soep smaakt naar rood fruit waar ook seven-up doorheen zit. Ik kan niet thuisbrengen hoe ze de soep precies klaar maken, het is in ieder geval niet overdreven zoet maar vooral lekker fris.

 

 

We vergeten de koffie en zijn rond negen uur weer terug op nummer 140 waar ik de IJslandse thriller in een uurtje uitlees. Boek leest vlot, de plot is niet helemaal lekker uitgewerkt maar aardig voor de vakantie zullen we maar zeggen. Ik begin nog aan een nieuw boek van Per Olov Enquist wat “Het bezoek van de lijfarts heet”. Historische roman over de Deense koning Christiaan VII die zo gek als een deur was, zijn Engelse vrouw en zijn Duitse lijfarts die het voor elkaar kreeg om zo’n twee jaar als regent voor de koning te regeren en de in die tijd opgang doende ideeen van de Verlichting in te voeren. Aparte schrijfstijl maar het boek bevalt wel.

 

Dag 15 Vrijdag

 

Nog vrij lang liggen lezen en om zeven uur wakker wat mooi uitkomt gezien vertrekdag zodat ik meteen aan de koffie ga. Om half acht in de benen met de bekende opruim- en inpakwerkzaamheden en iets over achten zit alles in de auto. Nog alle tijd voor een rondje dijk en dit keer zijn we al om 08:45 onderweg na de sleutels te hebben afgegeven en na ruim anderhalf uur weer thuis, zodat we zelfs de kat ’s ochtends nog op kunnen halen.