2024 Gravelines
Dag 1 Zaterdag
Voor de derde keer op vakantie in Petit Fort Philippe wat onder de gemeente Gravelines valt. Dit keer, in plaats van een stacaravan, een woonhuis uit de jaren zeventig van de organisatie “Good Home” gehuurd. We vertrekken om elf uur voor iets wat een tamelijk chaotische dag gaat zijn. De rit verloopt niet al te vlot omdat we wegens de afsluiting van de A2 in het weekend over Rotterdam rijden, ik daarbij een verkeerde afslag neem en we bij Breda ook nog in een file terecht komen. We rijden via de Liefkenshoektunnel en de tunnelbuis naar het zuiden is afgesloten zodat we een omleiding door het havengebied mogen volgen en vervolgens is het op de snelwegen in Belgie tot aan Jabbeke druk en schiet het niet erg op. Na vier uur rijden staan we voor de Intermaché die ons dit keer niet zo heel erg bevalt omdat de keuze in groente, fruit en wijn nogal beperkt is, wat in het verleden voor ons gevoel toch anders was. Ook is het er druk en draaien er weinig kassa’s. We staan precies op de afgesproken aankomsttijd van vier uur voor het huis.
We hebben onderweg per sms de code van het sleutelkluisje ontvangen, alleen blijkt er geen sleutel in te zitten. Dan maar eens aangebeld en na verloop van tijd doet een jongen open die nog aan het schoonmaken is en aangeeft dat we voorlopig nog niet naar binnen kunnen. De conversatie verloopt nogal stroef maar als we buiten op het tuinhek eens na zitten te denken hoe we hier mee verder moeten krijg ik een whatsapp van iemand anders van de organisatie en komt het er na wat telefonisch contact op neer dat we pas over een uur of twee naar binnen kunnen en er om een uur of acht vanavond nog iemand de bedden op komt maken. Wel kunnen we de bagage binnen kwijt en in ieder geval de boodschappen in de koelkast zetten.
Lichtelijk geirriteerd besluiten we maar naar het strand te wandelen waar we een drankje bij restaurant “Le 116” nemen en er al snel achter komen dat een hapje eten hier pas om zeven uur kan wat nog wel even duurt. Ik heb ergens gelezen dat bij restaurant “l’Imprevu” wat hier vlakbij ligt al om vijf uur gegeten zou kunnen worden zodat we daar maar eens heen lopen. Dat blijkt gesloten en uiteindelijk komen we op het terras van café “Le Pere Tranquille” terecht voor nog een versnapering en hier blijk je dan alleen tussen de middag te kunnen eten. We beslissen tegen zes uur toch eerst maar eens terug naar het huis te wandelen waarbij we toevallig een friterie tegen komen die om zes uur open gaat. Eega blijft achter om wat te eten mee te nemen terwijl ik doorloop naar het huis waar inmiddels de sleutel inderdaad in het sleutelkluisje zit en ik vast alle bagage zo veel mogelijk op- en inruim. We kunnen de porties frites die matig zijn in ieder geval in prettig weer buiten in de achtertuin opeten.
Om half acht komt er, precies als ik naar buiten loop om nog een rondje langs het strand te wandelen, een meisje aanlopen met beddengoed en handdoeken en als ik terug kom van een fijne wandeling zijn inderdaad de bedden opgemaakt en kunnen we fatsoenlijk douchen wat ik dan ook maar meteen doe. Om half negen zitten we met een fles Clairette de Die en een boek eindelijk voor het eerst deze dag met de voetjes omhoog en willen we verder nergens meer over nadenken en alleen maar rust de rest van de avond.
Dag 2 Zondag
Na een redelijke nachtrust om zeven uur op om koffie te zetten die voor een eerste bak aardig lukt. Vannacht behoorlijk last van een gierend geluid van de wind door het huis wat veroorzaakt wordt door ramen die open staan en we dus maar dicht doen. Het weer is vandaag nog goed te doen alleen wordt er vanaf vanavond wel fors regen verwacht wat de komende dagen ook zo blijft. Ook het bakken van een eitje op de inductieplat gaat wonderwel goed en na een lekker ontbijt maak ik een wandeling over het strand en haal gelijk een krantje. De zondagsmarkt is groter als ik me van de vorige keren herinner en wordt behoorlijk druk bezocht. Vergeleken met de vorige bezoeken constateren we nog een aantal veranderingen, er staat aan de Aa inmiddels een grote mobiele ijskraam, bij hoog water vaart er tussen Petit en Grand Fort Philippe een pontje en het grote sportcomplex Sportica is afgebrand. Wel wrang is dat de brandweerkazerne werkelijk pal naast dat complex ligt maar dat kennelijk toch niet heel erg heeft geholpen. Inmiddels voel ik me hier weer helemaal thuis, het is nog steeds een relaxte pretentieloze omgeving met aardige mensen. Duidelijk een hele andere sfeer als dit voorjaar in Carnac.
Ietwat bekomen van de ellende en ergernis van gisteren is de conclusie dat de organisatie van “Good Home” wel wat te wensen overlaat maar dat er op zich met het huis niet zo veel mis is. Er missen uiteraard weer de nodige ophanghaakjes en in dit geval wat specifieker zelfs een wc-rolhouder en beddenlampjes. In de keuken blijkt de complete frontplaat van de afwasmachine weg te zijn wat er nogal lomp uitziet. Maar de bedden zijn goed, de douche is prima, alles in de keuken werkt naar behoren, de woonkamer is best gezellig en het ligt op een handige plaats met rustige buren.
De ochtend gaat verder op aan het lezen van de krant en ook nog een stuk lezen in het boek waar ik gisteren aan begonnen ben en hier in de kast gevonden heb “De witwasser” van de Amerikaan Ken Rijoch. Aan het eind van de ochtend nog wat brood gesmeerd en een rugzak ingepakt om te gaan wandelen in het natuurgebied “Platier d’Oye”, wat aan de andere kant van de Aa aan de kust ligt bij Grand Fort Philippe. De auto geparkeerd bij de Calvaire aldaar, die gewijd is aan alle overledenen van Grand Fort Philippe zelf maar ook dient als eerbetoon aan de heilige maagd. Vanaf hier gaat de wandeling langs het pad GR120 naar het gehucht “Les Encardines” door een redelijk afwisselend landschap waarbij het pad regelmatig tussen hoge bramen en duindoornstruiken door loopt, die stampvol met vruchten hangen. Ik klauter her en der nog een duintop op voor het uitzicht en kom uiteindelijk een dode mol, orchideeen, veel watervogels, biddende roofvogels en ook nog wel wat mensen tegen gedurende de reis. Het spettert ook nog een paar minuten maar het blijft uiteindelijk de hele tocht die toch een ruime twee uur in beslag neemt droog. Vanaf Les Encardines gaat de route terug een stuk langs de weg voordat ik weer het Platier in verdwijn omdat er geen andere manier is om een lus te lopen. Wel een probleem deze wandeling is dat ik slechts twee bankjes tegen kom en ook nog eens zo vroeg tijdens de wandeling dat ik die oversla. Uiteindelijk pauzeer ik dan meer twee keer in het gras waarbij ik een keer in een distel ga zitten en de andere keer een nat achterwerk oploop.
Bij terugkomst in het huis even gerust en later nog een wandeling rond de camping gemaakt waar we vroeger gestaan hebben. Die ziet er nog steeds prima uit met zelfs veel meer en hoger groen als in onze tijd. Tijdens de wandeling is het al donker en grijs en aan het begin van de avond krijgen we regen van het betere soort. Terug neem ik een douche en heb deze kennelijk harder staan als gisteren want als ik klaar ben blijkt de hele badkamer blank te staan. In eerste instantie denk ik dat het putje verstopt zit maar dat blijkt al gauw mee te vallen, die kan het gewoon niet bijhouden. Wel de boel maar even droog gemaakt om verdere ongelukken te voorkomen en de rest van de vakantie ook geen problemen meer mee gehad.
We hebben geluk dat we zowel heen als terug naar en van hotel restaurant “Face a la Mer” met net wat minder zware regenval overkomen en het met behulp van paraplu’s nog redelijk droog houden. Vroeger heette dit pand “l’Alexandra” en heeft het op de begane grond wel een ware metamorfose ondergaan. Indertijd zeer oubollig ingericht, is dat nu modern en strak en is het voorzien van een zwartstalen glazen uitbouw op een verhoging en heeft men buiten een enorm terras aangelegd. We krijgen een mooi plekje aan het raam met uitzicht op zee en de regen. Het personeel is vriendelijk, snel en prettig in de omgang. We beginnen met een fles Rosé uit de Provence die prima is en gaan daarna allebei voor een hoofdgerecht. Tafeldame neemt moules frites creme a l’ail die erg lekker zijn constateer ik ook als ik er later nog wat van mee snoep. Ik ga voor een gepaneerd witvisje van de dag met rijst en een citroen botersaus. Ik denk dat het visje wijting is en ik eet lekker door vooral de saus die veel smaak geeft. Na voor madame een café gourmand die deels goed en deels iets minder in de smaak valt en voor mij een coupe equateur wat sorbetijs met de smaken aardbeien, meloen en citroen is met vruchten en slagroom die me ook al prima smaakt. Tijdens het eten zit het goed vol en we besluiten als we een heel schappelijk bedrag hebben afgerekend gelijk nog maar een avond te reserveren in dit etablissement want het is allemaal prima bevallen.
Thuis lees ik nog vrij lang waarbij ik helaas een keelpijn voel opkomen. In bed breekt ook het zweet me uit en begin ik me langzaam ziek te voelen. Ondanks dat lees ik toch het boek uit om er maar van af te zijn want ik vind het niet best. Driekwart van het boek is gewoon saai en stomvervelend omdat het alleen maar over coke snuivende feestjes gaat en reisjes naar Caraibische eilanden om geld wit te wassen. Het boek is autobiografisch en het laatste deel als de schrijver dan toch gearresteerd wordt en uiteindelijk ook maar voor de overheid gaat werken is op zich nog wel interessant, alleen begint de schrijver zich dan op een wel heel opzichtige manier te echtvaardigen en zijn verleden een soort van schoon te praten.
Dag 3 Maandag
Na een lastige nacht is de keelpijn wel aardig verdwenen maar ik voel me niet al te best. De lichte hoop dat een en ander misschien nog over zou waaien is inmiddels wel weg. Ik hang wat langer in bed maar wordt daar ook niet echt blij van zodat ik tegen half elf toch maar eens een rondje over het strand doe en een krant haal in redelijk droog weer. Na wat eten en het lezen van de krant rijden we naar de SuperU waar we vroeger niet zo’n fan van waren maar nu helemaal blij van worden. Voor een maandagmorgen is het erg rustig en het is gewoon vele malen beter uitgerust als de Intermarche, de rest van de vakantie wordt het de SuperU is ons wel duidelijk. Als we terug zijn besluiten we vanmiddag wel iets te doen en naar het musee “du dessin et d’etampes” in het vlakbij gelegen Gravelines zelf te gaan. Dat gaat pas om twee uur open en ik begin aan een nieuw boek van Katya Hoyer “Achter de muur, Oost-Duitsland 1949-1990”. De paar bladzijden die ik er nog in lees zijn gelukkig nu al beter als het hele vorige boek.
Genoemd museum is te vertalen als een prentenmuseum, met afdrukken van etsen en litho’s, wat men heeft ingericht in een deel van een oud bolwerk van de stadswallen. Bij het gebeuren is nog een fraaie tuin met wat beelden aanwezig die we eerst bekijken als we een kaartje hebben gekocht. Het museum zelf heeft een vaste collectie met prenten en uitleg over het maken van etsen en verschillende druktechnieken, de Franse uitleg hierbij is helaas wat moeilijk te volgen voor ons. Daarnaast richt men altijd een tentoonstelling in van een meer hedendaagse kunstenaar die etsen of litho’s maakt. Deze is tijdens ons bezoek van de Zuid Afrikaanse Diane Victor en heet “Les raisons de la colére”. Je ziet inderdaad dat aardig wat werken wel een reactie met een kritische tot zelfs wel boze noot zijn op zaken in het nieuws. Hierin komen bepaalde elementen zoals dieren vaak terug. Veel afdrukken zijn knap gemaakt, soms met humor, soms wat luguber maar ze intrigeren vaak wel. De tentoonstelling is verdeeld over de begane grond van het hoofdgebouw en een zaaltje wat zich in de stadswal zelf bevind, in deze laatste ruimte hangt voor ons gevoel toch wat meer tweede garnituur die ons beduidend minder kan boeien.
De vaste collectie hangt in de kelder en is een kleine selectie uit de collectie omdat men vaak wisselt om de prenten in goede staat te houden. Wij krijgen de nodige werken van Durer, Goya, Hogarth, Rembrand, Vallodon, Kollwitz en Liebermann voorgeschoteld. Vaak wat kleinere afdrukken en ook geen topstukken maar wel leuk om te zien. De toegangsprijs is zeer schappelijk met € 3,50 per persoon en parkeren is het eerste uur naast het museum ook nog eens gratis. Een aangenaam museumpje waar we in alle rust een uurtje vertoeven.
Als we terug zijn kruip ik twee uur in bed omdat ik me wel wat moe en gammel voel waarna ik beneden nog een tijdje lees en later oefeningen doe en een douche neem. Vanavond een eigen hap die bestaat uit aardappels met sla en een tartaartje waar ik behoorlijk van eet. Na het eten de afwas in de afwasmachine gepropt en nog een rondje over het strand gemaakt waarbij het fris maar droog is. Ik puzzel nog wat tot iets na negen uur en dan, omdat ik het wel gehad heb, naar bed.
Dag 4 Dinsdag
Een rommelige nacht waarbij ik vaak wakker ben en al heel vroeg echt wakker wordt van het kabaal van de vuilnismannen die de boel op komen halen. Later blijkt dat we gisteravond van “Good Home” nog een app hebben gehad of we het vuilnis aan de straat willen zetten. Het zou handiger zijn als je dat ergens op een document in de gite terug kan vinden, maar daarin staat helemaal niets over dat soort zaken. Ook vandaag niet al te vroeg uit bed en daarna een rondje over het strand gemaakt waar het stevig waait en de krant gehaald. Vandaag voel ik me nog wat minder als gisteren maar wederom besluiten we wel wat te gaan doen. De keuze valt op een bezoek aan Veurne, ook ingegeven door het feit dat volgens internet in Belgie tussen de middag de winkels open zijn, zodat echtgenote zich daarmee kan vermaken en ik kom iets tegen over een tentoonstelling over “Vrij Vaderland” wat te maken heeft met het feit dat In Veurne tijdens WWI de legerleiding van het nog vrije Belgische deel zat, waar ik me dan weer mee kan vermaken.
De reis bedraagt toch nog zo’n veertig minuten voor we vlakbij de Grote Markt gratis weten te parkeren. Als we die Grote Markt oplopen kunnen we alleen maar concluderen dat die er prachtig bij ligt met fraaie panden rondom. Als we wat rond staan te kijken worden we aangesproken door een oude Belgische man met hond die ons de nodige wetenswaardigheden en historische gebeurtenissen van Veurne verteld. Onder ander dat de St Niklaastoren gratis beklommen kan worden en we ook zeker de Walburgakerk van binnen moeten bekijken. We bedanken de man en wandelen wat over het plein en door omliggende straten waarbij we vooral constateren dat de winkels gewoon dicht zijn en ook de tentoonstelling “Vrij Vaderland” die aan de Grote Markt zou moeten zitten weten we niet te vinden.
We gaan eerst maar eens te gaan lunchen in tearoom “’t Centrum” die aan de Grote Markt ligt. Gezien het weer gaan we binnen zitten waar we allebei een frisje nemen. Als maaltijd volgt voor mij een omelet met tomaat en brood die me prima smaakt. Reisgezel gaat voor 2 pannenkoeken met drie verschillende soorten suiker als topping.
Na het eten besluiten we allebei tot een uur of half drie onze eigen weg te gaan, uiteraard gaat madame winkelen en ik volg het advies van de man op de Grote Markt. Ik begin met de Walburgakerk, die achter het eethuisje ligt, waar ik een kaarsje brand en wat rondkijk. De conclusie is geen onaardig exemplaar maar ook niet heel bijzonder. Hierna een oversteek naar de St Niklaastoren waarvan de deur inderdaad automatisch open gaat waarna een redelijk pittig klimmetje gemaakt moet worden om op een verdieping uit te komen waar eigenlijk nergens goed naar buiten gekeken kan worden, wat dus tegenvalt. Er hangt wel de nodige info over hoe de toren er vroeger uitzag en hoe deze hersteld is en er hangt ook een enorm wandtapijt van de zogenaamde boetprocessie die in Veurne sinds de 17e eeuw wordt gehouden. Volgens de man op de Grote Markt hield men die wel tegelijk met de jaarlijkse kermis zodat mensen er vaak in kennelijke staat aan mee deden. Omdat er nog wat tijd over is wandel ik door een park en maak een lus wat verder het centrum uit en moet concluderen dat er naast de Grote Markt en de panden daaromheen verder niet veel schoons te bekijken valt in Deurne. Daarnaast krijgen we het laatste half uur ook nog regen wat het allemaal nogal troosteloos maakt.
Op de terugweg tanken we in Gravelines waar het druk en chaotisch is en het pinapparaat niet blijkt te werken. Na het tanken stopt de navigatie er ook mee, wat opgelost wordt door maar eens een lading uitgestelde updates uit te laten voeren. We zijn halverwege de middag weer terug en ook vandaag kruip ik een tijdje behoorlijk moe in bed waar slapen helaas niet wil lukken. Om een uur of zes toch maar eens onder de douche waarna we nog een tijdje lezen voordat we naar restaurant “Au Beau Rivage” vertrekken waarbij we onderweg wel serieus nat worden. We krijgen ook hier een plaatsje aan het raam in een uitbouw en als we zitten gaat het buiten helemaal los. We hebben de indruk dat we hier in een familiezaak zitten met een moeder en twee zoons. Eentje probeert ons als we bestellen nog een aperitief met een plankje aan te smeren maar die slaan we over. Voor metgezel vooraf kaaskroketten, waar ik de kaas niet helemaal in kan ontdekken als ik ook een stukje proef. Voor mij scampi’s in Aioli die bloedheet is maar wel heel lekker. We gaan allebei voor moules frites creme a l’ail als hoofdgerecht die op zich prima is maar de mosseltjes van zondag vonden we toch net wat beter. We nemen een goedkoop flesje Muscadet de Sevre et Maine die er buitengewoon lekker bij smaakt en een verrassend zoetje heeft. Als dessert besteld madame nog crepes met aardbeien, ijs en slagroom wat niet verrassend veel te veel is om op te krijgen zodat ik bij moet springen. Zelf neem ik een thé gourmand met stukjes kiwi, vanille ijs met slagroom, een flensje en iets chocolade muffin achtigs, waarvan de eerlijkheid gebied te zeggen dat ik wel betere heb gehad. De wandeling naar huis lukt gelukkig weer redelijk droog en de rest van de avond gaat op met wat lezen.
Dag 5 Woensdag.
Ik slaap vrij vlot maar ben ook weer snel wakker door een enorm gegier in huis en een stormachtige wind buiten. Na wat zoeken kom ik er achter dat er op zolder nog een raam open staat waar het ook nog eens flink inregent. Als het raam dicht is keert de rust gelukkig weer terug, alleen ben ik inmiddels wel klaar wakker en wordt het geen beste nachtrust verder.
Om half negen begin ik aan drie bakken koffie op bed en kom rond een uur of tien eens beneden kijken. Ik voel me nog beroerder als gisteren en het oorspronkelijke plan om vandaag naar Ieper te gaan vergeten we maar even. Ik doe de bekende strandwandeling, wil meteen vers brood halen maar helaas is de bakker op woensdag dicht en ik koop een krant die ik bij terugkomst binnen een kwartier uit heb. We bellen met restaurant “Le PalmBeach” om een tafel voor morgenavond te reserveren.
Het weer is op zich wel heel aardig zodat ik besluit om een wandeling rond en over de stadswallen van Gravelines te gaan maken die me niet al te lang lijkt. Voordat ik vertrek de afwasmachine nog aan gezet. Ik parkeer de auto net buiten Gravelines en het eerste pad wat ik oploop blijkt na tweehonderd meter afgesloten, kennelijk is men aan het werk. Dan maar terug en een ander pad genomen wat vooral buiten de stadswallen ligt en uitkomt bij de “Porte aux Boules”. Hierna verdwijnt het pad tussen allerlei volkstuinen en bosschages met erg weinig uitzicht tot het pad uitkomt bij een wandelbrug over het water naar de stadswal en verder het stadje in. Hier gaat de wandeling langs de eglise “St Willibrord” waar ik even naar binnen loop, tegelijk met een Belgisch echtpaar wat eveneens aan de wandel is, maar het is geen erg fraai exemplaar. Vanaf hier zoek ik een plekje in het zonnetje om wat te eten en dat lukt net buiten de stadswal bij het museum waar een bankje aan het water staat en toevallig ook een grote hoeveelheid bloemen staan. Het laatste stuk gaat dan over de stadswallen zelf en komt weer uit bij de auto. Dit laatste stuk is ook meteen het leukste stuk. De wandeling valt inderdaad mee is in zo’n anderhalf uur te doen en om één uur ben ik weer terug waar ik eerst de afwasmachine uit ruim.
We zien het allebei niet zo zitten om de rest van de middag alleen maar wat te hangen en besluiten wederom nog iets samen te gaan doen. De keuze valt op museum “Mont de Piété” in Bergues. Bergues zelf kennen we van een eerder bezoek en is toch nog een half uur rijden wat ik eigenlijk wat korter in had geschat. Ook hier kunnen we weer gratis vlakbij het museum parkeren en de toegangsprijs bedraagt € 4,= p.p.. Het museum heeft een vast collectie met een aantal Vlaamse meesters waaronder de bekende Anthony van Dijk maar ook het nodige van de ons onbekende van den Hoeck. Men heeft ook een doek van Jan van Rijn wat toch geen familie van die andere illustere van Rijn lijkt. Naast dit schilderwerk komen we nog religieuze werken tegen met ook stukken over de heilige St Winoc die hier geeerd wordt omdat Bergues in het Vlaams Sint Winnoksbergen heet. In de laatste zaal van de vaste collectie hangt het nalatenschap van ene Jeanne Matossian die bestaat uit modernere werken.
De rest van het museum en dat is het grootste deel, is gevuld met een overzichtstentoonstelling van Alphons Pétérelle. De naam van een kunstenaar die ons niets zegt en ook bij nazoeken eigenlijk bij geen enkele stroming wordt ingedeeld en ook niet verbonden is als kennis of vriend aan een wel bekende kunstenaar uit zijn tijd. Wel schijnt er wat van hem in het “Musee des Beaux Arts” in Dijon te hangen wat op ons dan zeker geen indruk heeft gemaakt indertijd want het zegt ons niks. Zijn stijl lijkt te zijn begonnen op een wat impressionistische manier met behoorlijk wat kleur maar gaat over in zeer donkere, haast depressieve werken, van vooral dansende vrouwen die ook slecht herkenbaar zijn. Zelfs een aantal schilderijen met bloemen blinken uit in somberheid. Er hangt echt heel veel maar het is niet ons ding is na een bezoek van ruim een half uur wel duidelijk. Als we buiten komen zien we aan de overkant een terrasje wat bij Hotel “Au Tonneliere” hoort waar het nog wel te doen is in het zonnetje en we een frisje nemen.
We doen de terugweg binnendoor via Bourbourg wat niet erg snel gaat maar de snelweg hier hebben we inmiddels ook wel gezien. Ik kruip thuis nog twee uur in bed waarbij ik gek word van de kriebelhoest maar als ik ga douchen en weer beneden op de bank een boek ga lezen is dat over en komt ook niet meer terug. We eten vandaag een bonenschotel die goed smaakt en na nog een avondwandeling is het de rest van de avond kalm aan met een boek en vroeg slapen.
Dag 6 Donderdag
Ik slaap eindelijk weer eens behoorlijk en ik voel me vandaag ook meteen stukken beter gelukkig. Redelijk vroeg aan de koffie maar niet al te vroeg op waarna ik krant en brood haal tijdens een stevige wandeling. Vandaag dan alsnog naar Ieper omdat het weer ook heel aardig lijkt te worden. Ieper is een dik uur rijden en om half twaalf staan we op de parkeerplaats aan de Grote Markt waar we de auto kwijt kunnen voor € 1,= per uur, en waar we maximaal drie uur mogen staan. De Grote Markt is ook hier weer een bijzondere plaats waar men na volledig plat te zijn gebombardeerd in WWI de nodige panden zoals de Lakenhal, het Belfort, het Stadhuis en het gerechtsgebouw op een fraaie wijze heeft herbouwd. We zijn hier in ieder geval ook om te winkelen waar we mee willen beginnen maar na wat rondsjouwen waarbij het weer steeds slechter wordt weet eega de winkels eigenlijk niet te vinden zodat we bij de VVV naar binnen lopen voor wat uitleg.
Als we weer naar buiten lopen en ik eens op buienradar kijk blijkt er alleen boven Ieper een forse bui te hangen zodat we het programma maar omgooien en eerst het museum “In Flanders Fields” gaan bekijken wat naast de VVV zit. Dit museum kost € 12,= per persoon en is redelijk vol met voornamelijk oudere medemensen. Het museum lijkt qua inhoud sterk op het museum in Peronne over WWI aan de Somme. Ook hier zaken over oorzaak en ontstaan van WWI, de loopgravenoorlog, de uitrusting van de soldaten uit de diverse landen, wapens, herdenkingstekens en andere algemeenheden uit de oorlog. De collectie is hier wel erg donker en ook een stuk onoverzichtelijker ten toon gesteld als in Peronne en daarnaast had men in Peronne ook aandacht voor de wederopbouw na WWI die hier ontbreekt. Over de oorlog in Ieper zelf zijn nog wat specifieke zaken te vinden. In totaal zijn er hier drie veldslagen gevoerd die zoals gewoonlijk in WWI nauwelijks zin hadden en alleen maar mensenlevens kosten. Ieper lag ook nog eens heel ongelukkig in een saillant waardoor het vanaf drie kanten makkelijk bestookt kon worden wat kennelijk de oorzaak is geweest dat het compleet in puin geschoten is. Tijdens de laatste slag wisten de geallieerden een paar kilometer land tot Passchendaele te veroveren wat men na een paar maanden weer opgaf zonder een duidelijk reden, maar wat wel voor bizarre hoeveelheden doden zorgde. Van dat soort dingen wordt je gewoon neerslachtig. We doen niet heel lang over ons bezoek en nemen daarna in het museumcafe een drankje met een gebakje. De museumwinkel spitten we ook nog even door en ik kom buiten met een boek en de vrouw met wat andere zaken over het bekende gedicht “In Flanders fields, the poppies blow”.
Buiten is het inmiddels droog en zonnig en we besluiten allebei een uurtje onze eigen gang te gaan en spreken weer af bij de entree van het museum. Ik kom al snel terecht in de St Maartenskathedraal die op zich al fraai is maar ook nog een paar prachtige kerkschatten in het koor heeft staan, maar dat koor is wel helemaal met glas afgeschermd en kun je helaas niet in. Het lukt wel om toch nog wat foto’s te maken door een vrije ruimte bij een wand waar het glas niet helemaal tot de muur loopt. Ook blijkt dat Ieper kennelijk in de 17e eeuw al eens is vernield tijdens een beleg wat blijkt uit een enorm schilderij van ene Joris Liebaert wat er hangt. Het is druk in de kerk omdat er een orgelconcert wordt gegeven waar ikzelf ook nog een tijdje naar luister.
Vanuit de kerk door naar de “Menen” poort waar nog iedere avond de last post wordt geblazen. Die staat helaas in de steigers zodat alleen de binnenkant enigszins kan worden bekeken, waar je toch weer niet goed word van de 54.000 namen die je in de wanden gegraveerd ziet staan van vermiste Engelsen uit WWI. Vanaf de poort loop ik nog wat over de stadswallen die aan deze kant van de stad kennelijk in tact zijn gebleven en slinger nog door wat niet al te interessante straten terug naar het museum waar ik net op tijd op de afgesproken tijd arriveer. De vrouw heeft gelukkig fijn gewinkeld en veel geld uit kunnen geven. Allebei zeer tevreden over het bezoek aan deze stad word Ieper door ons beiden goed gekeurd.
De terugreis gaat wat vlotter en om half vier zijn we weer op het honk. Ik lees de krant nog even en duik daarna twee uur in bed. Ik voel me wel stukken beter maar ben ook nog steeds moe. Om kwart over zeven wandelen we voor de verandering droog naar het restaurant “Le PalmBeach” wat aan de Aa ligt. We besluiten buiten in een uitbouw te eten, wat prima te doen is met een jasje aan, omdat het binnen geheel leeg en dus dodelijk ongezellig is. In de uitbouw zitten nog een paar mensen en kunnen we ten minste ook nog naar buiten kijken. De kaart kent geen voorgerechten en tafeldame gaat voor moules frites Provencale. De moules zijn prima te eten alleen overheerst de smaak van de Provencale de smaak van de mosselen nogal. De mosseltjes worden vandaag met een Pelforth van de tap weg gespoeld. Voor mij vandaag een pizza met uien, olijven, paprika, kaas, tomaat en tonijn waarvan ik de bodem niet geweldig vind, maar de bedekking smaakt prima. De pizza wordt met een rode Bordeaux weg gespoeld die minimaal matig is en ik maar neem omdat de Cotes du Rhone op is. Na gaat reisgenote voor een dame blanche en ik voor een coup l’Antilliaise die bestaat uit twee bollen rum rozijnen ijs, een kwak rum en slagroom die ik wel met smaak op eet. Al met al een wat saaie avond met redelijk eten wat dan in ieder geval zeer betaalbaar is.
De wandeling terug lukt ook zonder nattigheid en thuis als troost een glaasje Riessling uit de supermarkt genomen, alleen is die ook niet al te best kom ik achter. Iets na tien uur naar bed waarna een heerlijke nachtrust van bij elkaar negen uur volgt.
Dag 7 Vrijdag
Redelijk vroeg op om koffie te zetten maar het weer is helaas niet best zodat we uiteindelijk vrij laat uit bed komen. De ochtend gaat weer op aan boodschappen doen bij de SuperU waar het nu opeens wel erg druk is en het ondanks dat toch nog wel redelijk vlot gaat. Ook constateren we dat de boodschappen hier echt wel wat goedkoper zijn als in Nederland. Als we terug rijden naar ons huis hebben we de indruk dat er bij het busstation van Gravelines een grote groep vluchtelingen uitstapt zonder enige vorm van begeleiding. Terug de krant gelezen en een rondje strand gedaan omdat het dan weer even droog is.
Ook vandaag is het weer even discussie of we vanmiddag wel of niet wat willen gaan doen en ook nu is de beslissing dat we dat wel willen. De eerste keuze valt op het musee “de Flandres” in Cassel maar als we op internet nog even checken blijkt dat dicht wegens het inrichten van een tentoonstelling die al een maand te zien is, je moet het maar begrijpen. Dan maar naar het musee “Benoit de Puydt” in Bailleul waar we al eens voor een dichte deur hebben gestaan. Ook deze gecheckt en die is wel open.
Bailleul is veel groter als dat we ons herinneren als we op het Place Charles de Gaulle gratis parkeren naast het stadhuis met Belfort. Ook Bailleul is plat gebombardeerd in WWI en ook dit stadhuis is herbouwd net zoals de kerk “St Vaast” die er achter staat. Bij het Belfort kun je door het verschil in stenen zien dat alleen de eerste meters van de oude toren nog overeind stonden en deze weer als basis voor de herbouw zijn gebruikt. In de “St Vaast” heeft men her en der aan de buitenkant wat beton gebruikt wat niet erg mooi is maar van binnen is het wel een bijzonder geval als we haar deze keer wel bezoeken. Het hangt vol met indrukwekkend mozaiekwerk en modern glas in lood, alleen is de kleurkeuze van het mozaiekwerk nogal flets ten op zichtte van het rode metselwerk en van het glas in lood nogal somber en bepaald niet flamboyant te noemen.
Het museum staat dan weer schuin achter de kerk en is ook al herbouwt. Het oude pand met de collectie van Benoit de Puydt waar hij woonde is ook plat gegooid en daarbij is negentig procent van de collectie die er toen was of gestolen of verloren gegaan. Men heeft het museum wel op dezelfde plek herbouwd. De overgebleven spullen van de collectie kun je op de benedenverdieping in drie ruimtes bekijken. In één ruimte staat het vooral vol met fraaie kasten of beter kabinetten met prachtig inleg- en schilderwerk. In een andere ruimte hangen schilderijen aan drie wanden. Één wand hangt helemaal vol met allemaal Vlaams, Nederland en Frans schilderwerk uit de 16e-18e eeuw met een Breughel de jongere als opvallendste naam en een leuke “keisnijder” in de stijl van Jeroen Bosch. De tweede wand kent een paar schilderijen en verder heel veel witte doeken met een stuk tekst er op die uitleg geven over de verloren gegane schilderijen tijdens WWI en spookschilderijen genoemd worden. Hier hangt een mooi miniatuurtje van Antoine Dumas tussen. De derde wand is gevuld met moderne werken waarvan ik vooral een werk van Herve Waquet leuk vind waarin hij de liefde voor zijn vrouw duidelijk maakt. Het heeft iets van jaren dertig reclamewerk maar doet ook denken aan René Magritte. In de derde ruimte is vooral het nodige porselein ten toon gesteld.
De bovenste twee verdiepingen zijn ingericht met een overzichtstentoonstelling van de schilder Pharaon de Winter die in 1859 in Bailleul is geboren en en in 1925 in Lille overleden. De man is twee keer getrouwd geweest zijn werkzame leven vooral directeur van de kunstacademie in Lille geweest, waarbij hij ook een uitstapje naar een eigen kunstacademie heeft gemaakt maar na drie jaar weer terug ging toen zijn tweede vrouw overleed. Er hangen diverse prachtige doeken tussen met gewone mensen uit het gewone leven en ook een stuk waar rouw doorklinkt en wat aan Friand doet denken. Verder zijn er de nodige fraaie portretten te zien. De religieuze stukken zijn minder maar ook deze zijn wel gesitueerd in een prettige alledaagse setting. De man zal wel niet bekend zijn omdat hij nooit in opdracht heeft geschilderd maar wij zijn aangenaam verrast. De expositie hangt er nog tot eind 2024 en we zijn eigenlijk wel benieuwd wat er daarna met zo’n tentoonstelling gebeurd.
Na veertig minuten zitten we weer in de auto na een leuk museumbezoek en rijden via Cassel en Bollezeele terug waarbij we in eerste instantie nog behoorlijk wat regen over krijgen en we in Cassel zoals al eens eerder met de auto uit elkaar rammelen over bijzondere wegen. Terug op het honk is het weer gelukkig stukken beter en is het een lekker rondje om de camping wandelen. Laat gedoucht en laat aan de oefeningen en ook vrij laat aan de eigen hap die uit aardappels, Broccoli en een Faux Filet bestaat met yoghurt na. Het glaswerk afgevoerd en nog een rondje over het strand gemaakt waar het serieus koud is maar we wel een prachtige zonsondergang mee maken.
Ik lees het boek van Katya Hoyer deze avond uit. Een goed boek met een duidelijk verhaal over de DDR, zowel het ontstaan, de invloed van de SU, de wat gekke rol in de wereldpolitiek, hoe het leven er was en het einde. Het enige wat ik wel merk tijdens het lezen is dat het op een gegeven moment wel een beetje veel van hetzelfde wordt. Wat ik gek vind is dat bij mij het beeld blijft hangen dat de tekorten, de onvrede in het land en de invloed die de Stasi had wel mee vielen wat ik eigenlijk niet zo goed begrijp en wat ik ook niet te rijmen vindt met de enorme protesten in 1989 die ook gewoon het einde inluiden. Ik begin nog aan het boek Lokerman van Marie-Cécile van Hintum en kruip om tien uur in bed waar ik nog een half uurtje lees.
Dag 8 Zaterdag
Na wederom een prima nachtrust niet al te vroeg op en de zon schijnt eindelijk weer eens. Als ik mijn ochtendrondje loop zie ik in de verte op het strand iets van een aangespoelde boot met er omheen voor mijn gevoel de nodige vluchtelingen, als ik goed kijk zie ik her en der ook politieagenten staan en aankomen. Verder een hoop mensen aan de wandel in het dorp zelf waar ik een krant en brood haal, maar helaas te laat ben voor croissants. De krant nog gelezen en rond elf uur de deur uit voor een wandeling van een kilometer of twaalf rond de “outskirts” van Petit Fort Philippe. De start is over het strand richting de kerncentrale en dan achter de camping langs naar het park “de Polders”. Het strand is inmiddels leeg, wel kom ik nog politie en inderdaad een lekke rubberboot bij de strandopgang tegen. Het park de Polders is niet erg veel aan ware het niet dat ik opeens ergens halverwege een grote groep vluchtelingen tegen kom die zowel kleren aan het drogen als druk aan het bellen zijn. Het komt wat onwerkelijk over maar als ik er tussendoor loop is er niemand die ook maar enige aandacht aan me besteed en uiteindelijk kom ik uit bij de Moulin “Le Briez” waar ik maar eens wat eet en drink en opeens aan de overkant van de weg nog meer vluchtelingen zie maar nu ook met hele kleine kinderen.
Ik begrijp niet helemaal wat hier eigenlijk gebeurd, je zou denken dat er een oversteekpoging van een groep vluchtelingen over het Kanaal mislukt is en vervolgens worden die mensen weer aan hun lot overgelaten, geen idee waar die dan nu heen gaan. Het gebeuren houd me nog een tijdje bezig als ik langs de zuidkant van het dorp langs sportvelden en een enorme speelplek bij de Aa aan kom waar het een stuk gezelliger is met een mooi pad en mooi weer. Het pad loopt door tot aan de kop van de pier en het loopt er lekker langs veel mooie bloemen en ik stop uiteindelijk maar eens voor een hap en een slok zo ongeveer tegenover het pand van de oude reddingsboot aan de overkant van het water en de oversteekplek van het veerpontje. Het pontje is kennelijk gratis en wordt nog door behoorlijk wat fietsers en wandelaars gebruikt. Bij de horeca in het dorp is het druk maar als ik uiteindelijk helemaal op de kop van de pier ben aanbeland is het daar rustig met een paar vissers. Op de terugweg vind ik nog een bank voor een korte stop waarna ik het laatste stuk rechtstreeks over het enorme strand naar de opgang wandel waar ik denk te moeten zijn. Dat is niet helemaal goed ingeschat en het wordt even zoeken maar ik ben binnen drie uur weer terug in de gite.
Ik ben kennelijk nog redelijk vol van het gebeuren onderweg want ik vind het achteraf eigenlijk een bizarre wandeling, het eerste deel geeft bepaald geen vakantiegevoel, het tweede deel was dan juist weer wel genieten van lekker weer en een fijne omgeving. Het houdt me dermate bezig dat ik eens wat op internet snuffel en inderdaad een artikel in een Engelse krant tegen kom waaruit blijkt dat er ook in de contreien waar wij nu zitten regelmatig pogingen om over te steken worden gedaan omdat de controle in de omgeving van Calais enorm aangescherpt is. Het valt ons al wel de hele week op dat we meer politie als anders zien. In het artikel wordt ook aangegeven dat er inmiddels soms veldslagen tussen politie en vluchtelingen uitbreken omdat de politie ook boten lek schiet. Het hele probleem hier is voor ons natuurlijk een soort “ver van je bed show” en ook ik heb wel eens mijn bedenkingen bij het vluchtelingenbeleid zoals we dat voeren, maar wat er bij mij niet in gaat is dat je maar zo als vader of moeder met twee hummeltjes in zo’n gammele boot stapt als je de immense watervlakte voor je ziet, dan moet je toch echt wel een hele goede reden hebben en ten einde raad zijn. Al met al ook wel eens goed om te zien wat hier in de praktijk gebeurd, het leven kan ook op vakantie niet alleen maar een feestje zijn.
De middag verder met een boek door gekomen en nog een rondje camping gewandeld waarbij ik op de terugweg voor de verandering een keer over de begraafplaats loop en een graf tegen kom met twee namen en twee geboortedata maar nog geen overlijdensdata. Dat voelt toch enigszins als het lot tarten al gaat het al wel een tijdje goed want de geboortedata zijn 1947 en 1948. Na een douche wandelen we in lekker weer naar restaurant “Le 116”. Het is er niet druk en ondanks dat komen we aan een tafeltje terecht wat reisgenote niet helemaal bevalt en leidt tot wat gemopper, terwijl we toch naast een enorm Boedha beeld zitten. Een mooiere plek voor bewustwording en een andere benadering is toch niet te vinden lijkt me. Ik zit er wel lekker maar verbaas me dan weer over een Belgische dame naast ons die wat moeilijk zit te doen en uiteindelijk een kussen voor op haar stoel krijgt en langdurig in conclaaf gaat met de bediening over het aanbod en eventuele aanpassingen in desserts. Gelukkig vertrekt ze snel. Ook hier geen voorgerechten op de kaart, partner neem de onvermijdelijke moule frites creme a l’ail en ik ga voor een pasta met gerookte en gebakken zalm die me prima smaakt. Helaas is de portie wat klein maar zoals gewoonlijk kan ik nog aardig met eega mee happen en kom alsnog aan een volwaardige maaltijd. De wijn is een petit Chablis die even wennen is maar uiteindelijk goed bevalt. Het dessert wordt voor madame café gourmand en voor mij een coupe saissonniere die dan opeen weer overdreven groot blijkt te zijn. De drie enorme bollen ijs van meloen, mango en citroen met ook nog een enorme hoeveelheid slagroom zijn eerder geschikt voor twee personen. Daar komt nog bij dat ik ook nog kokosijs van de café gourmand weg moet werken omdat die bij tafelgenoot niet zo in de smaak valt. Lekker gegeten, twee leuke jonge meiden in de bediening waarvan er eentje ook nog eens prima Engels blijkt te praten en ook weer niet overdreven duur.
Dag 9 zondag
Gisteravond vrij laat naar bed en vanochtend vroeg wakker. We hebben gisteren besloten dat we vandaag een rustdag nemen met mogelijk wel een terrasbezoek in de middag als het weer dat toelaat. We zijn dan ook laat met ontbijt en het weer lijkt prima te worden als ik om elf uur in alleen een t-shirt prima een ochtendwandeling over het strand kan maken. Zowel op het strand als op de markt in het dorp is het relatief druk.
Ik lees het boek Lokerman uit waar ik wat gemengde gevoelens over heb. Het eerste deel is nogal een brij aan opsommingen van feiten maar het tweede deel komt wel binnen, zowel interessant als pijnlijk om te lezen om meerdere redenen. Een vrouw die verraad pleegt, martelpraktijken in detail beschreven en een na de oorlog achtergebleven familie Lokerman waarin de relaties de rest van hun leven nogal geschuurd lijken te hebben. Na een wandeling begin ik aan boek nummer drie “De duivel en de duistere diepte” van Stuart Turton.
Gezien het weer besluiten we inderdaad een terras op te zoeken om een uur of half drie en dat wordt het terras van “Face a la Mer” waar het uit de wind prima zit en leuk bezet is. We ervaren wel een verschil met Carnac het is hier toch allemaal wat meer “down to earth” wat ons beter bevalt. We houden het uiteindelijk een uur of twee vol met diverse drankjes, waarbij de twee wijnen die ik probeer niet briljant zijn, mensen kijken en wat babbelen.
Als we om half vijf terug zijn besluiten we meteen maar in de tuin, waar de zon nu nog schijnt, een flesje wijn open te trekken en wat kaasjes met toastjes klaar te zetten als avondmaaltijd. De wijn is een Chablis, de duurste fles die we in de Intermarché konden vinden en die gaat heel lekker bij de kaas. Als kazen hebben we Morbier, Delice de Bourgogne, Fourme d’Ambert en een geitenkaasje. Na een uurtje wordt het wat frisser en zitten we ook wel vol en ruimen we de boel op terwijl de fles wijn nog niet eens leeg is. Voor de verandering eens een lange avond voor de boeg die op gaat met een uurtje rusten, een douche, nog een avondwandeling met zonlicht en veel leeswerk.
Dag 10 Maandag
Redelijk vroeg op voor ons doen omdat we naar museum “Louvre Lens” willen wat nog wel een stukje rijden is. Uiteindelijk doen we er bijna vijf kwartier over in grijs weer met af en toe wat gespetter waarbij de eerste dertig kilometer binnendoor gaat en we daarna een kilometer of zeventig flink gas kunnen geven op een stille snelweg. Bippie doet het gelukkig ook nog steeds. In Lens volgen we een wat merkwaardige route van Miep wat wel zal komen door de enorme hoeveelheid straten met éénrichtingsverkeer. We parkeren vrijwel naast de entree Nord van het museum. Dat ligt naast het stadion van OLSC Lens en blijkt een enorm gebouw van maar één verdieping te zijn en staat in een fors park. De entree is ook al enorm groot en heeft diverse ingangen. De controle is hier nog streng, bagage door de scanner en wij moeten alles uit de zakken halen en door een poortje. We hebben allebei een probleem want zijn in het bezit van een zakmesje wat we achter moeten laten bij de bewaking en later met een ontvangstbewijs weer op kunnen halen. De jassen en tas kunnen we beneden kwijt in kluisjes waar ook nog vier Iconen uit de Oekraine hangen. Parkeren is gratis en omdat er geen tentoonstelling is hoeven we geen entree te betalen.
De vaste collectie heet “La Gallerie du Temps” en is een reis door de kunstgeschiedenis van ongeveer 5000 VC tot 1850 NC met vooral zaken uit Egypte, Griekenland, het Romeinse rijk, Midden Oosten en Europa en een paar stukken uit Zuid Amerika en Nieuw Caledonie. Vaak mooi en indrukwekkend spul maar er is wel een behoorlijk gat aanwezig in de periode tussen grofweg 0-1000 NC. Ook lijken de laatste eeuwen voorzien van iets te veel schilderwerk van Franse ingezetenen. LeBrun, Vernet en Corot die op zich prima kunstenaars zijn staan toch niet symbool voor grootse vertegenwoordigers van een hele specifieke periode in de genoemde tijdlijn al kun je daar bij Corot mogelijk nog over twisten als vertegenwoordiger van de school van Barbizon. Dat we eindigen met een schilderij van Napoleon zal ook wel geen toeval zijn. De Ingres die er hangt is zelfs serieus beschadigd en heeft niets in de collectie te zoeken en een Tintoretto valt nogal tegen. Van Nederlandse bloede hangt er een werk uit de school van Rembrand, niet van de meester zelf in ieder geval en een Jan van Scorel met een fraaie kop maar zijn landschap op de achtergrond valt me weer tegen. Mooiste stukken zijn voor mij een Raphael, Memmling een paar beeldhouw- en mozaiekwerken. Een leuk opgezette tentoonstelling, overzichtelijk, afwisselend en niet te groot en het mag zich verheugen in behoorlijk wat bezoekers waaronder veel oudere Belgen.
Na de tentoonstelling is het de hoogste tijd voor een kort verblijf in het museumcafé met een drankje en een hapje gevolgd door een dringend toiletbezoek en een bezoek aan de museumwinkel die erg groot is maar mij niet zo veel te bieden heeft. Vakantiegezel struint hier nog een tijdje rond terwijl ik het park in wandel waar ook nog wat kunstwerken staan en ik zo´n twintig minuten bezig ben om rond het pand te wandelen. Dat had ik toch niet helemaal en maakt wel duidelijk hoe groot het complete museum is.
Lens uit is weer even wat gedoe maar verder gaat de terugweg zeer voorspoedig in ook veel beter weer als vanochtend. Ik maak de fout nog langs de snelweg te tanken wat duur blijkt te zijn en ook niet erg opschiet omdat maar één persoon de restauratie en de kassa bediend zodat we lang staan te wachten terwijl er in totaal toch maar drie auto´s gestopt zijn. Terug in Gravelines schijnt de zon en is het nog even lekker om een wandeling te maken en zelfs in het zonnetje in de tuin nog wat te lezen. Tegen zes uur wordt het toch wat fris en besluit ik nog even een uurtje te gaan liggen met een boek en daarna te douchen.
Voor we gaan eten bij restaurant “Au Retour d`Islande” het vuilnis nog aan de weg gezet. Ook in dit restaurant al eens eerder gegeten met wisselend succes. Het is in ieder geval volledig anders ingericht met veel rood maar ik denk de dame in de bediening nog te herkennen. Er is nog één andere tafel bezet en we zitten er uiteindelijk een kleine twee uur met een prima fles Sancerre. We beginnen met drie amuses die wel bevallen, vooral de zalm in gember is lekker. Vooraf gaat reisgezel voor de vissoep die ze te zout vindt, zelf heb ik drie coquilles st Jacques op oosterse wijze die me heel goed smaken. De coquilles sneeuwen hier niet onder in de oosterse smaken wat nog wel eens het geval is. Voor tafeldame wordt het hoofdgerecht ook een voorgerecht en wel een meli melo van vier verschillende gerookte vissen die ik als ik er wat van proef dan weer te zout vind. Uiteindelijk valt het bij haar ook allemaal niet zo goed want ze krijgt als ze klaar is met eten het gevoel dat ze over moet gaan geven en gaat een tijdje buiten op het terras zitten. Zelf heb ik als hoofdgerecht gestoomde tarbot met groenten, aardappels, rijst en een Hollandaisesaus die op zich wel lekker is, alleen kom ik in ieder geval tot de conclusie dat ik meer heb met de gebakken versie van de tarbot. Na voor eega alleen een kop koffie en ik neem een café gourmand die bestaat uit alle desserts op de kaart in een kleinere vorm, Ile Flottante, mousse au chocolat, creme brulee, tiramisu speculoos en tiramisu Grand Marnier en dat is me eigenlijk net wat te veel. De rekening is fors en als ik ook nog fooi denkt te betalen wordt dat niet geaccepteerd. Op de terugweg hebben we serieus wind tegen en is het niet echt lekker lopen.
Dag 11 Dinsdag
Gisteravond de ramen dicht gedaan om niet weer bij nacht en ontij gewekt te worden door de vuilnismannen en dat helpt. Na een wel wat rommelige nacht pas om half negen wakker. Reisgezel heeft niet best geslapen en wijt dat aan het eten van gisteravond. Om een uur of tien het strand opgelopen voor een wandeling en op de terugweg de krant en brood gehaald. We hebben inmiddels, gezien de goede weersverwachtingen, besloten om zaterdag pas te vertrekken en na het lezen van de krant reserveer ik een tafel voor aanstaande vrijdagavond bij restaurant “l’Atelier”.
Volgens de weerberichten blijft het droog zodat ik om kwart voor twaalf met behoorlijk wat wind en grijs weer in de auto stap en naar Les Encardines rij om een wandeling te gaan maken in het westelijke deel van het Platier d’Oye. De wandeling gaat in eerste instantie naar twee bunkers op het strand waar we eerder hebben gestaan en die leken toen langzaam weg te spoelen. Dat blijkt wel mee te vallen als ik er nu arriveer, voor mijn gevoel staan ze nog net zo als toen. Op deze plek staan ook heel veel houten palen op het strand en ik kom er achter dat die bedoeld zijn om zand vast te houden en te voorkomen dat het strand weg spoelt. Ik zoek een steen op waar ik kan zitten en wat eet terwijl ik vergast wordt op een aantal militairen die opeens het strand op komen en ook in de bunkers ronkijken. Ze groeten in ieder geval wel vriendelijk.
Vanaf hier loopt een pad naar het zuidenn wat uiteindelijk weer uit komt op de GR120 en ook hier loop ik het strand op wat vele malen breder is en waar de golven ook wat meer te keer gaan. Vervolgens kom ik uit bij een kleine slufter met schuilhut. Er zitten nogal wat vogels op het water dus ik denk die toch eens te gaan bekijken vanuit de schuilhut maar die is hermetisch afgesloten wat me haast iets te maken lijkt te moeten hebben met de vluchtelingen in de omgeving. Ook hier is er weer een gebrek aan bankjes en ergens op een betonnen muurtje eet en drink ik wat. Terug naar Les Encardines gaat langs de GR120 die vooral over een houten pad van vlonders loopt en langs de nodige campings komt. Het eindigt bij het maison de Platier d’Oye wat dicht is. Bij het maison bevindt zich een mooie overdekte ruimte met bankjes en een toilet waar ik weer weer wat eet en drink tegelijk met twee oudere Nederlandse dames die me geen blik waardig keuren en me op pad lijken om foto’s van vogels te maken als ik de camera’s en lenzen zie die ze mee zeulen. Hier is het pad opeens weg en lijkt het er op dat ik eigenlijk verder moet door een veld waar net de boer hooi aan het schudden is wat ik maar niet doe want hij gaat nogal wild te keer. Ik pak de kaart erbij en maak de wandeling dan maar af door een stuk over de weg te nemen waar het in ieder geval niet druk is. Op de terugweg naar huis rij ik nog even het centrum van Grand Fort Philippe in om eens te kijken of dat wat is. Conclusie het is niets en na precies drie uur ben ik weer op het honk.
De rest van de middag gaan op aan een paar uurtjes rusten en douchen. Weer beneden de fles Chablis leeg gemaakt en de Riesling door de gootsteen gespoeld. Het avondmaal wordt Linguini en na de afwas is het weer tijd om wat glaswerk af te voeren en een avondwandeling te maken. De rest van de avond een tijd zitten praten en nog wat gelezen tot we om tien uur naar bed gaan. In bed lees ik mijn boek nog uit. Het boek leest op de een of andere manier wel vlot maar is eigenlijk een chaotische mix van een historische (onverantwoorde) roman, een doktersromannetje en haast een hommage aan Sherlock Holmes. Snel vergeten, allemaal wat te onwaarschijnlijk voor mij.
Dag 12 Woensdag
Laat wakker en laat op. Tijdens ochtendwandeling op zoek naar een pinautomaat die niet gevonden wordt. Deze ochtend de laatste keer boodschappen doen bij de SuperU wat redelijk vlot gaat en als we terug zijn de krant gelezen. Voor vandaag was zonnig weer voorspeld maar de hele morgen blijft het toch grijs, ondanks dat besluiten we naar het Blockhaus d’Eperlecques te gaan wat een minuut of dertig verderop ligt en onderweg begint inderdaad de zon te schijnen.
Dit Blockhaus is een bunker uit WWII waar de Duitsers V2 raketten wilden assembleren, opslaan en afvuren maar ook vloeibare zuurstof produceren en opslaan die als brandstof voor de raketten diende. De plek werd gekozen vanwege de spoorlijn Dunkerque-Lille die vlakbij ligt en dus de aanvoer van materialen makkelijk maakte. De bouw begon in mei ’43 en moest in september ’43 klaar zijn door drieduizend gevangenen in te zetten die in vol continudienst moesten werken en vlakbij de bunker in drie kampen werden onder gebracht. De plaatselijke bewoners waren in de veronderstelling dat hier een energiecentrale werd gebouwd, de geallieerden dachten er kennelijk iets anders over en hebben het complex in augustus ’43 met honderdvijfentachtig bommenwerpers bestookt toen ongeveer twee derde van het complex gereed was. Het bombardement werd een succes, niet zo zeer omdat men de bunker plat gooide maar doordat men bommen gebruikte die in de grond ontploften en aardbevinkjes veroorzaakten waardoor de fundering zo zwaar beschadigde dat de Duitsers het niet meer in gebruik durfden te nemen. Kennelijk is men daarom begonnen met de bouw van “La Coupole” in november ’43 die we ook in het verleden bekeken hebben en eveneens voor het opslaan en assembleren van de V2 raketten was bedoeld.
Het bezoek is wel heel anders opgezet als in “La Coupole”, daar ging het voornamelijk over de V1 en V2 en was de tentoonstelling binnen. Hier bevindt de tentoonstelling zich voornamelijk buiten en gaat over allerlei aspecten van de oorlog terwijl we toch iets meer geinteresseerd zijn in dit complex zelf wat wel een sterk staaltje Duits vernuft was, wat je er verder ook allemaal van vind. De bunker waarin brandstof vervaardigd moest gaan worden staat nog wel overeind, maar het deel waar raketten over rails naar binnen en buiten gereden moest worden is deels zwaar beschadigd. In de bunker zelf is het serieus koud, erbuiten gezien het weer inmiddels zeer aangenaam. De tentoonstelling op het terrein bestaat vooral uit uitlegborden, sommige wel erg simpel en sommige van een veel beter niveau, mogelijk dat de laatsten later zijn bijgeplaatst. Verder kun je op een paar plekken films kijken begeleid door een naar keuze in te stellen commentaar in Frans, Duits, Engels of Nederlands.
In “La Coupole” was ook veel info te vinden over de raketprogramma’s in diverse geallieerde landen waarbij Duitse technici in werden gezet, ik vond het toen jammer dat ik helemaal niets kon vinden over hoe dat dan in Frankrijk gegaan was. Hier kom je wel wat info tegen die er op neer komt dat men begonnen is met het programma door de nodige V1 en V2 raketten uit de Franse zone in Duitsland na de oorlog naar Frankrijk te halen waar men een en ander heeft samen gebouwd en proeven mee is gaan doen. In 1946 en 1947 zijn ze in Duitsland honderden ingenieurs een baan met loon en huisvesting aan gaan bieden om bij het programma te komen helpen, kennelijk hadden ze toch Duitse kennis en info nodig om verder te komen ook al staat dat er niet bij.
Na het bezoek genieten we met een drankje even aan een tafeltje in het zonnetje bij de ingang. Het zit daar leuk in een bosrijke en heuvelachtige omgeving die nogal afwijkt van waar wij zitten. Tijdens het bezoek wat ongeveer een uur in beslag neemt komen we nog redelijk wat andere bezoekers tegen die met name uit Belgie, Engeland en Frankrijk komen. De conclusie voor ons is dat dit met het weer wat wij nu hebben een prima informatief uitje is maar je uiteraard ook wel weer met de neus op een aantal gruwelijke feiten van WWII word gedrukt.
We zijn vroeg terug zodat er een wat groter rondje over het strand wordt gedaan waar opeens veel kiters bezig zijn en er nogal wat dames op leeftijd bij hun strandhuisjes zitten. Voor de vuurtoren zitten alle bankjes ook vol en op de Aa zijn kinderen aan het zeilen in optimistjes of op een surfplank. Pinnen lukt nu wel bij een automaat van Credit Agricole. Terug thuis duik ik buiten in een nieuw boek van Rob van den Berg met de titel “Een passie voor precisie” wat een biografie is over Frederik Kaiser die de vader van de Leidse sterrenwacht wordt genoemd. Het eind van de middag bestaat uit even rusten, douchen en nog wat puzzelen.
Vanavond gaan we weer bij restaurant “Face a la Mer” eten. Wederom is het prima en we krijgen hetzelfde tafeltje waar we dan maar wel van plaats wisselen zodat het toch nog net iets anders lijkt. Het is een stuk minder druk als de eerste keer en naast ons zit een zeer forse dame alleen te eten die een Duits boek bij zich heeft maar wel probleemloos Frans praat met de bediening. Misschien in de kost voor werk zoals van wel meer mensen duidelijk is. Achter mij zit een wat ouder echtpaar die een enorm tableau “fruit de mer” voor zich hebben staan maar dat absoluut niet op krijgen en de restanten verdwijnen in een doggy bag.
Wij bestellen weer de rosé van de vorige keer maar krijgen een andere fles die helaas iets minder is. Voor mij garnalenkroketjes als entree waar echtgenote een hapje van mee eet en die prima smaken. Als hoofdgerecht gaan we allebei voor moules frites a creme l’ail die hier toch echt het beste zijn. Na allebei nog aan een redelijk café gourmand en de rekening is wederom niet overdreven hoog. De rest van de avond wat puzzelen en lezen en rond half elf naar bed.
Dag 13 Donderdag
Bij het ontbijt is het weliswaar zonnig maar ook heiig wat de hele dag zo blijft. Aan het eind van de morgen vertrekken we naar het museum “Foundation Paul Delvaux” in Koksijde. We rijden hierbij zo ongeveer dwars door het hele stadje de Panne. Voor de wethouder Lot van Hooydonk van verkeer in onze eigen woonstee Utrecht moet dit toch wel de ultieme droom zijn want de route door de Panne is zo ongeveer één grote fietsstraat waar dan deels ook nog de tram bij komt, wij vinden het helemaal niks. Ook passeren we Plopsaland wat een zeer fors complex lijkt met nogal kitscherige gebouwen.
Het museum ligt midden in een woonwijk met in de buurt een parkeerplaatsje waar je voor € 1,= per uur kan staan, de toegang voor het museum bedraagt € 11,= per persoon. Het pand zelf is wel interessant want onder de grond vele malen groter als boven de grond. De gehele collectie bevindt zich in de kelder en blijkt ook heel behoorlijk bezocht te worden door Belgische bezoekers. Het bijbehorende restaurant is helaas “volzet” dus eventueel een hapje en een drankje na het bezoek zit er niet in. Wij kennen Paul Delvaux niet heel goed behalve van het museum in Brussel begin dit jaar. Als we hier in Koksijde zo rondkijken begon hij met aquarellen die niet erg bijzonder zijn en moet hij iets met trams en treinen hebben gehad want daar hangen veel doeken van. Ook komt veel vrouwelijk naakt aan bod waar wij niet zo kapot van zijn. Nogal slordig met uitdrukkingsloze gezichten. Er hangen wat studies voor portretten die wel heel knap en waarheidsgetrouw zijn. Zijn latere werken doen wat denken aan Carel Willink, niet zo zeer in schilderstijl want die is veel minder fijn maar wel de combinatie van gebouwen uit de oudheid met personen. Ook zit er her en der wat van Magritte in. Na een minuut of veertig zijn we er doorheen en is eigenlijk de conclusie dat we geen hele grote bewonderaars van de man zijn geworden. Later kijk ik op internet nog eens wat er in Brussel van hem hangt en dan moet je toch concluderen dat de werken in Koksijde ook gewoon niet de kwaliteit hebben die in Brussel hangen. Daarin zie je nog duidelijker dat hij door Willink en Magritte beinvloed is.
We rijden terug naar de Panne waar we wat moeite hebben om een parkeerplaats te vinden. Maar het lukt uiteindelijk en we mogen maximaal vier uur blijven staan voor € 1,50 per uur wat nog wel schappelijk te noemen is. We staan in ieder geval vlakbij het strand waar strandstoelen verhuurd worden. Wij komen terecht bij verhuur “Paula” waar een soort haventjes met windschermen zijn gemaakt waar de stoelen in staan. Ik maak de fout iets midden in het gebeuren uit te kiezen waardoor we geen uitzicht hebben en alleen maar zee en heel soms mensen horen. Ondanks alle windschermen hebben we wel wat last van zand wat rond waait maar we kunnen er in ieder geval in een korte broek en t-shirt in de zon zitten.
De middag gaat op met een flinke wandeling over het strand waarbij het gewoon druk op het strand is met ook de nodige schoolklassen. De wandeling is eigenlijk ook bedoeld om wat broodjes als lunch te regelen maar dat lukt niet zodat we maar een lading stroopwafels opeten die nog in mijn rugzak zitten. De ogen worden af en toe gesloten en af en toe weer geopend om wat te lezen. Ik smeer me toch ook maar een keer in met zonnebrandcreme en raak aan de praat met de verhuurder als ik sta te kijken naar allerlei kinderen die verderop met rafts en andere zaken in de weer zijn. Het blijkt dat er een organisatie op het strand zit die sportdagen organiseert en heel toevallig doet de schoolklas waar zijn dochter in zit vandaag ook mee. De man is drie maanden per jaar in de weer met de verhuur van juli tot en met september en de rest van het jaar is hij postbode in de Panne. Hij verteld dat van de vierentwintighonderd appartementen waar hij onder andere de post rond brengt er maar driehonderd bewoond zijn en de rest tweede huizen zijn. Volgens hem geld die verhouding voor alle appartementen waar heel de Panne langs het strand mee vol is geplempt en er wat ons betreft bepaald niet fraai uit ziet. Buiten het seizoen is het dus de vraag hoe leefbaar het hier eigenlijk is. Achter die betonnen wand van appartementen richting het binnenland liggen vrijwel alleen maar woningen, wat er wel een stuk leuker uitziet. Aan het eind van de middag volgt nog een wandeling langs de zee de andere kant op, wat wel oppassen is want het strand ligt bezaait met kwallen.
Om vier uur weer in de auto terug waarbij we binnendoor via Bray-Dunes rijden om de Panne te omzeilen maar dat schiet ook niet op omdat je hele stukken weg niet harder als dertig km/u mag. Als we terug zijn nog een wandelingetje rond de camping, wat dingen opruimen en inpakken, even kort rusten en een douche. We hebben vanavond niet gereserveerd en stappen voor alle zekerheid maar iets vroeger naar buiten als anders om naar een restaurant gaan. De keuze is min of meer al gevallen op “l’Imprevu” omdat het er vanochtend uit zag alsof die eindelijk open is en dat blijkt ook zo te zijn.
l’Imprevu zit in wat vroeger restaurant l’Arlequin heette en we toen diverse malen bezocht hebben. Het is nog steeds een lang en smal pand en ook de bar zit nog op dezelfde plaats maar de inrichting is totaal veranderd, modern en frisser als het was. Tijdens de maaltijd raken een achttal tafels bezet maar iedereen zit zo ver van elkaar af dat over de andere gasten weinig te vertellen valt, wel valt op dat er drie gezinnen met jonge kinderen zitten te eten wat in een prettige harmonie en rust gaat. Het lijkt er op dat een redelijk jong stel de tent inmiddels runt, hij doet de keuken en zij de bediening en dat loopt toch aardig vlot door. De entree’s bestaan hier uit een plankje kaas of worst en slaan we dus over. De wijn wordt een fles Chablis die eigenlijk wel wat duur maar in ieder geval ook lekker is. Madame gaat voor de zesde keer deze vakantie aan de moules frites en voor de vijfde keer aan de variant creme a l’ail. Voor mij wordt het tagliatelle met garnalen en creme a l’ail. Ik eet prima maar het is wel wat weinig dus ook hier ben ik blij dat ik nog wat mee kan eten van de maaltijd van tafeldame. Als dessert gaat de dame voor een coupe Colonel en ik voor een café gourmand met creme brulée, mascarpone met rood fruit, mousse au chocolat en chocoladetaart. Klassiek te noemen, wel erg weinig maar ook lekker.
Tijdens het diner de vakantie tot op heden de revue eens laten passeren en de conclusie is dat we nog wel een keertje voor een weekje deze kant op willen waarbij de eerste optie de camping is. Dat lijkt toch wel voldoende bewijs dat we het hier wederom naar ons zin hebben gehad. Na anderhalf uur afgerekend en de prijs valt nog wel mee als je ziet dat de wijn bijna de helft van de prijs bepaald. Terug in het huis tot tien uur gelezen en dan naar bed en vrijwel meteen het licht uit.
Dag 14 Vrijdag
's Morgens bij het koffie zetten is het nog grijs en heeft het kennelijk geregend. Voor we aan het ontbijt gaan op de slaapkamer alles opgeruimd en ingepakt voor zo ver dat kan en als we beneden komen voor het ontbijt schijnt de zon weer. Bij het ochtendrondje strand blijkt dat het ook vandaag weer heiig is. Op het strand zijn waarschijnlijk gezien het mooie weer de nodige schoolklassen aan het sporten. Bij de bakker de nodige broodjes gehaald omdat we besloten hebben later op de dag weer naar het strand te gaan en we nu wel graag wat te eten bij ons willen hebben. Ik lees de krant die waarschuwt voor smog, wat me verbaasd gezien de wind die wel minder is als gisteren maar nog steeds stevig is te noemen.
Ik maak aan het eind van de ochtend een wandeling heen en terug naar de kop van de pier waar ik ruim een uur mee bezig ben en in t-shirt door de harde wind maar net te doen is. Op de kop zijn aardig wat vissers in de weer en ik pak nog even een bankje met uitzicht op een witte reiger die ook al zit te vissen in de Aa.
Terug samen nog wat gegeten en na een sanitaire stop weer naar de Panne vertrokken waar we om een uur of één dit keer de auto zo wat op het strand weten te parkeren. We huren weer een haventje met stoelen bij “Paula” maar nu wel eentje met uitzicht. We hebben vandaag geen last van rond waaiend zand wat het wel aangenamer maakt. De dagindeling is weer zo’n beetje hetzelfde, keertje smeren, ogen dicht, wat lezen, wat wandelen en als nieuwigheid vandaag naar het openbaar toilet waar je uitsluitend met je pinpas kan betalen. Vandaag minder druk op het strand en naast ons horen we Duits en Frans en als we een croissant zitten te eten krijgen we last van een opdringerige jonge meeuw die steeds dichterbij komt maar het uit de hand komen halen toch nog net een stap te ver vindt.
Ook vandaag na een uur of drie weer vertrokken waarbij we dit keer maar gewoon de snelweg nemen die vele malen drukker is als gisteren terwijl we toch ongeveer op hetzelfde tijdstip rondrijden, kennelijk weekendverkeer. Terug nog een wandeling, de laatste opruimacties, wat lezen, rusten en douchen. Eten doen we dus bij restaurant “l’Atelier” waar we aan een tafeltje worden gezet tegenover de deur naar de wc en naast de op dat moment enige bezette tafel met drie personen waarvan de dame enigszins op een jong uitgave van Marine le Pen lijkt. We zijn eigenlijk niet zo blij met ons plekje maar ook weer niet zo bij de hand om een andere te vragen.
Ook hier alleen voorgerechten in de vorm van een plankje kaas of worst dus dat wordt hem niet. Men heeft Kwak van de tap zodat ik mijn reisgezel kwijt ben voor een gezamenlijk flesje wijn. Zelf neem ik dan maar een glas Uby6 uit de Gascogne. In bijna alle restaurants in het dorp komen we wel Uby tegen met allerlei nummers maar dit is de eerste die ik dan maar eens probeer. Een hele behoorlijke rosé van voor mijn gevoel Sauvignon Blanc druiven waar ik uiteindelijk drie glazen van weg drink. Tafelgenote neemt heel verrassend moules frites creme a l’ail, die niet in de bekende mosselpan worden geserveerd maar in een soort schaal met als nadeel dat de mosselen snel koud worden. Zelf heb ik een cassolette van zalm met schelpdieren, frites en sla die me helemaal prima smaakt maar wel met een snuifje te veel zout. Na voor metgezel een Dame Blanche vergezeld van koffie, waarbij behoorlijk wat Dame Blanche over blijft. Ik doe Panacotta in drie varianten met koffie. De drie varianten blijken drie keer dezelfde Panacotta met daarop drie verschillende smaken coulis wat toch wel wat tegenvalt. Een wat wisselende ervaring deze tent maar de rekening valt in ieder geval mee.
Om negen uur weer thuis en we hebben in ieder geval alle restaurants in de directe nabijheid die ’s avonds geopend zijn met een bezoek weten te vereren wat geen geringe prestatie is. De gezamenlijke favorieten zijn toch wel “Face a la Mer”, “Le 116” en “l’Imprevu”. “Au Retour d”Islande” wordt door reisgenote volledig afgebrand wat ik niet helemaal onderschrijf, maar “Le PalmBeach” en “A l’Atelier” worden door ons beide als wat mindere ervaringen geklassificeerd. In zijn algemeenheid goed gegeten voor betaalbare prijzen.
Tot 22:00 uur lezen in de biografie van Frederik Kaiser. Het is wel opvallend dat het nauwelijks over zijn privé leven gaat, het lijkt er op dat de biograaf vooral een reconstructie heeft gemaakt die is gebaseerd op allerlei wetenschappelijke documenten en boeken uit het verleden. Wat blijft hangen is dat de man ongetwijfeld een groot astronoom was maar mogelijk ook wel een wat onplezierige persoonlijkheid had, ijdel, haatdragend, betweterig en negatief. Wel een leuk boek om iets meer te leren kennen over de wereld van de astronomie in de 19e eeuw, wat natuurlijk nog gebeurde met relatief eenvoudige middelen en ook wel boeiend is de enorme rol die de overheid in die tijd nog speelde in de onderwijswereld.
Dag 15 zaterdag.
Al vroeg wakker na een hele aardige nachtrust. Om kwart over zeven al koffie gezet en tegen acht uur de bagage beneden verzameld. Daarna een laatste rondje over het strand en bezoek aan de bakker voor de nodige croissants voor onderweg en als ontbijt. Eega blijkt zich niet bepaald honderd procent te voelen wat lijkt te komen van een verkeerd mosseltje en ons noopt tot enige sanitaire stops onderweg naar huis. Om kwart voor negen vertrokken na het nodige gepiel met het sleutelkluisje wat niet zo lekker wil sluiten. Onderweg lekker weer en het rijdt ook lekker door totdat we tussen Dordrecht en Gorcum in een file terecht komen en het op de A2 ook nog even stil staat. Uiteindelijk vier uur in de auto gezeten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb