2025 Antwerpen
dag 1 woensdag
Heel vroeg in maart met een temperatuurvoorspelling van een graad of 18 a 19 en veel zon voor vier dagen naar Antwerpen vertrokken. De reis kent wat kort oponthoud bij Breda en met name net voor de Belgische grens door kijkers naar een tweetal flink op elkaar geklapte vrachtwagens richting Nederland. Aan die kant staat ook een hele beste file. Bij Antwerpen worden we verrast omdat de afrit Merksem die Miep wil nemen niet meer bestaat. Uiteindelijk kiest ze wel een prima route via de ring naar Hoboken en dan met een lus terug langs de Kaaien naar het hotel wat vlakbij de fietstunnel en dus in het centrum van de stad ligt.
Het hotel is van het Duitse keten “Motel One” en is hagel nieuw, tijdens boeken in november was het zelfs nog niet open. Inchecken gaat wat moeizaam en de dame achter de balie is van mening dat we geen ontbijt mee gereserveerd zouden hebben wat we in ieder geval met de reserveringsmail die we bij ons hebben kunnen weerleggen. Uiteindelijk moeten we € 468,= betalen voor drie nachten inclusief ontbijt en inclusief parkeren in de garage onder het hotel. Dat laatste wordt weer eens een belevenis ik mag voor het eerst van mijn leven via een autolift een verdieping zakken. Om in de lift te komen is nogal wat draaien en keren maar het lukt en de parkeerplaatsen zelf zijn wel ruim en prima.
We krijgen kamer 404 op de vierde verdieping aan het eind van de gang en die is tamelijk klein, basic en vooral zwart-wit ingericht. Vooral douche en toilet zijn erg klein en moet je niet tegelijk willen gebruiken. Het bed is behoorlijk en het blijkt er in ieder geval stil, we zitten namelijk aan de binnenplaats en hebben geen last van de straat, wel hebben we één nacht wat last van gasten die in het hoteldeel tegenover ons zitten en het buiten op die binnenplaats kennelijk erg gezellig hebben. Van de kamers om ons heen hebben we zelfs helemaal geen last wat mogelijk ook aan de gasten ligt maar het lijkt er ook op dat men wel op geluidsisolatie tussen de kamers heeft gelet waarvoor hulde. De conclusie is dat het een serieus groot hotel is waarbij men voor ons gevoel drukker is geweest met design als met praktische en handige oplossingen, maar voor drie dagen is het verder goed te doen en ligt het op een prima plek in de stad.
Tegen vier uur wandelen we naar het centrum rond de Onze Lieve Vrouwekathedraal en het stadhuis. Als we de kerk in willen lopen blijk je daarvoor te moeten betalen waar we allebei niet meteen zin in hebben. We bekijken de nodige oude panden en verbazen ons over de extreme hoeveelheid horeca die we overal zien. We besluiten ergens wat te gaan drinken en willen dat eigenlijk wel in de zon doen wat niet overal kan door of schaduw of een vol terras zodat we naar de Kaai aan de Schelde wandelen waar inderdaad de zon uitbundig schijnt en we een plek vinden op het terras van café “Pardaf”. Aan de Schelde wil overigens zeggen dat we uitzicht hebben op de bekende parkeerplaats onder overkappingen waar we vroeger zelf ook wel gestaan hebben en een hoop verkeer voor onze neus. De Schelde zelf is onzichtbaar op een afstand van een meter of honderd. We nemen een Bolleke voor de dame en een rosé voor mij die me goed smaakt. Later herhaal ik de rosé nog een keer en neemt madame een cola zero. Naast ons zitten twee dames die vragen om een foto van hun te trekken wat ik naar tevredenheid uitvoer. De dames worden ook verblijdt met een koppeltje wat tegenover hun gaat zitten aan het tafeltje voor vier, wat bestaat uit een nogal fout heerschap en een Columbiaanse van twijfelachtig allooi.
Vrij laat via de Kaai terug gewandeld naar het hotel en reisgezel loopt nog even naar een winkel waar sjaals in de aanbieding zijn en ze met drie stuks van terug komt. De douche wordt getest en goed gekeurd en ik begin nog even aan het boek “de Groote Oorlog” van Sophie de Schaepsdrijver, wat een duiding van de gebeurtenissen en gevolgen van WWI in Belgie moet geven en me wel gepast leek om in het land van onderwerp te lezen. Sophie is niet altijd even eenvoudig te volgen maar weet wel een helder beeld neer te zetten van een land wat het onder de Duitse bezetting serieus zwaar heeft gehad en ook nog eens volledig is leeg geroofd, wat ik niet wist. Daarnaast geeft het ook inzicht in het verschuiven van politieke inzichten waardoor na de oorlog het beleid veranderde en met name het streven naar een meer invloedrijk Vlaanderen geboren lijkt.
We hebben vanavond in restaurant “de Sinjoor” gereserveerd waar we eventueel zelfs nog buiten kunnen zitten maar toch maar kiezen voor een tafel binnen. Het is redelijk bezet met andere eters en we komen terecht aan een tafel naast het raam schuin tegenover een wat grotere groep mensen die zowel Duits als Engels met elkaar praten. De bediening is ook in dit land deels in handen van mensen met niet Belgische roots die vaak wel gewoon Belgisch spreken. We kiezen als aperitief een fles Gruner Veltliner van Herzl uit de regio Cardundum die prima smaakt en ook nog te betalen is met 35 euro. De gerechten zijn wat serieuzer aan de prijs, voorgerechten rond de 20 en hoofdgerechten rond de 35 euro en met uiteindelijk ook nog een cappuccino na kom je dan op een rekening van ongeveer 150 euro die we wel fors vinden ook al is het eten goed. Reisgenote gaat voor een vissoep vooraf die goed gevuld en lekker wordt genoemd terwijl ik Scampi’s in een licht pittige tomatensaus neem die goed smaken maar het pittige vind ik niet echt terug. Tafeldame neemt een tweede voorgerecht als hoofdgerecht wat bestaat uit St Jacobsschelpen met mosselen en een portie frites als bijgerecht die helemaal goed is. Voor mij komt kabeljauw met groentes en puree op tafel die me ook al uitstekend smaken, zelfs de spruiten krijg ik probleemloos weg. Helaas is de Bearnaisesaus die erbij zit niet geweldig maar daar kan ik prima zonder.
Na een dikke anderhalf uur staan we weer buiten waarbij het toch wel lekker is dat we een winterjas en sjaal bij ons hebben. Het is prettig naar huis wandelen in een verder rustige stad en we zijn allebei moe. We lezen nog kort wat in bed en doen om tien uur het licht uit waarna ik ook meteen weg ben.
Dag 2 Donderdag
De nachtrust gaat zoals wel vaker in een onbekend bed met horten en stoten maar we slapen nog redelijk wat uren bij elkaar, wel wordt je als je zo vroeg naar bed gaat kennelijk ook echt vroeg wakker want om zeven uur zijn we allebei wel klaar met de nachtrust. Om kwart over acht richting het ontbijt wat zich in de kelder bevindt en nog maar eens bevestigd dat design kennelijk belangrijker is als een praktische benadering aangezien de meeste zitjes buitengewoon belabberde stoelen of banken hebben om op te zitten. Ook zijn de tafels erg klein en missen we zoals wel vaker in Belgie op de tafel het bakje om rommel in te kunnen gooien. De koffie valt niet tegen maar de rest van het ontbijt eigenlijk wel. Geen eieren in een gebakken vorm te krijgen wel overvloedige hoeveelheden zacht gekookte eieren waar meerdere mensen mee zitten te worstelen omdat ze nauwelijks te pellen en vaak veel te waterig zijn. Op zich best veel hartig beleg maar helaas niet voor iemand die zoutarm wil eten. Wel is er een overvloedige keuze in lekker brood en kun je yoghurt en verse vruchten opscheppen. Ook hier is de bediening in handen van vooral niet autochtone Belgische dames. Voor een donderdagmorgen is het nog behoorlijk druk aan het ontbijt en is het publiek vooral verdeeld in zakelijke einzelgangers en heel veel koppels, zowel jong als oud.
Ik maak een ochtendwandeling richting het noorden langs de Schelde, waar het eigenlijk een bouwput is en de stoepen en straten voor een groot deel niet best onderhouden zijn. Wel is het heerlijk weer en heb ik bij de eettent RAS een mooi uitzicht over de Schelde en kom ik langs het Steen. Verderop duik ik de stad weer in en kom langs de St Jacobskerk die gesloten is en in de steigers staat waarna ik weer beland bij het stadhuis en de bekende route terug naar het hotel neem. Prima wandeling en het is in de stad nog heerlijk stil op straat.
Vandaag is ingepland voor een bezoek aan het museum voor Schone Kunsten waar we met de tram naartoe besluiten te gaan. Als we richting de halte lopen komen we langs ds Sint Andrieskerk die ook deels in de steigers staat maar wel open is. Deze vereren we met een bezoek en stellen vast dat er een dame op het kerkorgel aan het spelen is en we het van binnen een fraai exemplaar vinden waar we gelijk maar een kaarsje branden.
Om de hoek van de kerk bevindt zich de halte van tramlijn 4 die we moeten hebben en 2 haltes verder stappen we strak voor het museum uit. Dat is een groot dreigend gebouw van eind 19e eeuw in een Klassieke stijl waarin de entree wat matig geregeld is. Geen balie maar automaten waar je een kaartje moet kopen en allerlei trappen om dan in het museum te komen omdat nergens aangegeven staat dat er ook een lift is, die we uiteindelijk wel tegen komen. Ook is de indeling merkwaardig omdat men de collectie “Modern” verdeeld heeft over de 1e en 4e verdieping wat wel erg ver uit elkaar ligt en de 2e verdieping bestaat dan uit allerlei zalen opgezet naar thema waar vooral oudere kunst maar her en der ook moderner werk wat hier mee te maken heeft tussen hangt. Maar men heeft een absoluut fraaie collectie die mij in ieder geval vele malen beter bevalt en slimmer is opgezet als die in Brussel en waar je ook een kop koffie kan krijgen.
Tussen al het Vlaamse geweld is de topper de Madonna van de Fransman Fouquet. Uit al dat Vlaamse geweld komen toch weer de Vos, van der Weijden en Brueghel als favorieten naar voren. Het moderne werk kent heel veel Ensor, waar je de onwikkeling van zijn impressionistische naar zijn geheel eigen stijl van kleuren en tronies goed terug ziet, en Wauterse waar ik wat minder mee heb. Daarnaast is er een hoop fraais te zien van de niet onbekende heren van Gogh, Dahli, Meunier, van Rijsselberghe, v.d. Velde en Magritte. Maar ook hier komen we dan toch weer een volkomen onbekende naam tegen met een paar prachtige werken: de schilder Leon Frederic. De genoemde koffie gebruiken we halverwege de tocht door het museum in het Grand Cafe wat een sfeervol en bijzonder gebeuren is in een moderne stijl die wel gebaseerd lijkt op de jaren 20 van de vorig eeuw. Men beschikt ook over een indrukwekkende hoge glazen wand gevuld met wijnflessen voorzien van koeling. Een tweede plek voor een kop koffie komen we tegen als we de museumwinkel nog kort bekijken maar die valt verder tegen.
Na twee en een half uur staan we weer buiten en nemen de tram terug naar de Groenplaats waar het druk en zonnig is en we op het terras van Brasserie “de Post” nog een drankje nuttigen voor er gewinkeld moet worden. Naast ons zit een Nederlandse man in zijn eentje te lunchen die sinds een half jaar in Antwerpen woont, hij omschrijft het als vakantie. Het winkelen gebeurd op de Meir waar het ook al behoorlijk druk is en waar een paar schoenen gekocht worden. Ook hier is het rommelig met afzettingen, verbouwingen, niet echt lekker onderhouden straten en stoepen valt op. Uiteindelijk belanden we om drie uur weer in het hotel waar met name de voetjes van reisgezel even wat rust nodig hebben en ik nog wat zakelijke telefoontjes afhandel.
Naast ons hotel zit een wijnbar “Titulus” die we rond vier uur binnen lopen. Het aantal open wijnen is zeer beperkt en ook van zeer beperkte kwaliteit. We kiezen uiteindelijk allebei maar iets omdat je voor je fatsoen wel moet, maar na één glas houden we het voor gezien en voelen we ons genaaid als de rekening € 17.= bedraagt. Honderd meter verderop belanden we op het terras in het zonnetje van café “de Kleine Tunnel” waar het en vele malen leuker zit en vele malen beter betaalbaarder is, voor een hele aardige rosé en een Cola moeten we € 7,10 betalen. Dit dient wel meteen te geschieden en bij voorkeur cash. Om half zes verdwijn ik naar het hotel en haalt Madame nog een paar truien bij de winkel waar gisteren de sjaals gekocht zijn. Tot bijna zeven uur gaat de tijd verder op aan boek, oefeningen en een douche.
Diner is bij Grieks restaurant “Argos” op hooguit tweehonderd meter van het hotel wat ook wel eens lekker is. Minder lekker is dat we gedurende de hele avond de enige gasten zijn. De bediening is in handen van een tamelijk bijdehante Belgische en verder spookt er nog een kok rond. Ondanks de ongezelligheid is het eten wel heel aardig. Vrouw neemt vooral feta Zaganaki die ze eigenlijk net wat te veel vindt, maar uiteindelijk eet ze ook het er op volgende bord Moussaka volledig leeg. Zelf werk ik scampi in look weg en later een prima stuk gebakken tonijn met salade en aardappelkroketjes. Als drankje ga ik hier ook voor de Griekse rosé die wederom heel behoorlijk is en tafelgezel voor een glas Grieks wit die wel erg slap is Ruimte voor een dessert is er niet meer zodat we nog een cappuccino nemen waar we een Metaxa bij krijgen die omschreven wordt als een Griekse Cognac wat we wat te veel eer vinden. Aardige bijkomstigheid is dat het hier stukken goedkoper is en we nog geen honderd euro kwijt zijn die ik wel cash moet betalen omdat de pin automaat niet werkt. Na anderhalf uur weer terug in het hotel waar we lang lezen en nog wat zoeken naar bezigheden die we morgen willen ondernemen. Uiteindelijk om half elf het licht uit voor een moeizame nacht.
Dag 3 Vrijdag
Later aan het ontbijt als gisteren waar we allemaal andere gezichten zien en opeens opvallend veel Duits om ons heen horen, wat mogelijk te maken heeft met het feit dat we hier bij een Duitse onderneming slapen. We nemen ook een ander tafeltje waar de stoelen zoals gehoopt wat beter blijken te zitten. De ochtendwandeling gaat dit keer meer naar de zuidkant van de stad waarbij ik eerst pin en later via de Schelde die hier wel goed zichtbaar is terug wandel, men heeft de boel hier wel fraai opgeknapt met wandelpaden en een soort park die verhoogd liggen.
Uiteindelijk gaan we naar het museum Mayer v.d. Bergh wat op een kwartiertje lopen in een oud pand, naast het moderne politiebureau, gevestigd is. Genoemde Mayer was een kunstverzamelaar en kunsthistoricus uit het tweede deel van de 19e eeuw. De verzameling bestaat dan ook met name uit voorwerpen uit de periode 1400-1800. De nadruk ligt op schilderijen uit de Middeleeuwen, Gotiek en Barok waar ook nu de Vos weer indruk maakt en Matsijs en Brueghel rijk vertegenwoordigd zijn. Hier is de “Dulle Griet” van laatstgenoemde de topper van de dag waar weer een hoop gekke dingen in te ontdekken zijn in de traditie van Jeroen Bosch. Naast de schilderijen is er ook het nodige aan oude wapens, beelden, meubels, porselein en matrijzen uit genoemde periode te zien. De toegang is wel wat overdreven duur met € 20,= als je het vergelijkt met museum voor schone kunsten wat je voor hetzelfde bedrag bezoekt. Vandaag staan we binnen een uur weer buiten.
Ook vandaag wandelen we naar de Groenplaats voor een drankje en is het haast te warm aan het worden als we er in een windstil zonnetje bivakkeren. Ik kak helemaal in en besluit terug te gaan naar het hotel voor een siesta terwijl eega halverwege afslaat en nog wat winkels bezoekt. Uiteindelijk is ze ook vrij vlot terug en houden we dan maar een gezamenlijke siesta die bij mij zo’n anderhalf uur duurt waarna ik besluit de Onze Lieve Vrouwenkathedraal te gaan bezoeken waar echtgenote geen behoefte aan heeft. Voor ik op pad ga nog even een wc-rol geregeld bij de dames die de kamers aan het doen zijn want die is inmiddels op.
De OLVK moet € 12,= kosten en het is er bepaald niet druk. Uiteindelijk wordt het dan toch duidelijk waarom er betaald moet worden, men heeft een viertal enorme schilderijen van Rubens die in het museum voor de schone kunsten hingen in de kerk opgehangen. Uiteraard religieuze stukken als de hemelvaart van Maria en de oprichting van het Kruis. Door de grootte en de lichtinval uit allerlei hoeken zijn deze wel wat lastig te bekijken maar het past natuurlijk wel binnen de grootte en het concept van een kathedraal. De kerk zelf is behoorlijk licht, heeft dan weer fel beschilderde straalkapellen en een mooi Maria kapel. Ook het aantal grafplaten in de kerk is enorm en trekken vooral mijn aandacht, uiteindelijk kom ik zelfs de plaat van Charlotte de Bourbon, vrouw van Willem van Oranje tegen en later haar praalgraf aan de andere kant van de kerk waar ze liggend op te zien is, waarbij de pleurants ontbreken. Wel bijzonder dat de kerk er in het geheel geen aandacht aan besteed in de boeken in de shop en de uitleg die je na betaling mee krijgt. Op zich prima om betaald rond te kijken maar € 12,= is niet in verhouding met wat er geboden wordt.
Op de terugweg naar het hotel zoek ik nog een vrij plekje op een zonnig terras maar alles zit vol zodat we besluiten om maar op de binnenplaats van het hotel te gaan zitten waar nog wat mensen aanwezig zijn. Op zich zit het er prima in t-shirt, alleen is de bediening wel extreem traag en blijk je niets op rekening te kunnen krijgen. Dame gaat voor cola zero en ik doe weer rosé die ook hier heel behoorlijk blijkt te zijn. Na een dik uur verdwijnt het zonnetje en hebben we ook wel genoeg van een Nederlandse man achter ons die al die tijd aan het bellen is over de telefoon van zijn vrouw die geen verbinding meer krijgt. Wij begrijpen daar niet zo veel van als je er net even lekker samen uit bent en met een beetje verstand snap je ook wel dat zo laat op vrijdagmiddag aan de andere kant van de lijn niet zo heel hard gelopen wordt.
Ook hierna maken we de tijd op met lezen en douchen tot we naar restaurant “de Bomma” vertrekken. Hier wacht ons een verrassing als we binnen lopen, het zit namelijk helemaal vol. We krijgen een vier persoons tafel waar we naast elkaar kunnen zitten met uitkijk op “het Steen”. Als ik wat om me heen kijk, verbaas ik me over de ontelbare hoeveelheden foto’s van bomma’s die allemaal netjes in lijstjes aan de muur hangen. We kiezen vandaag dezelfde gerechten en beginnen met een garnalenkroketje die vergezeld wordt van kort gefrituurde peterselie waarvan ik denk dat het boerenkool is. Als hoofdgerecht gaan we voor mosselen in room die prima smaken met de overbekende frietjes. De wijn wordt een riesling van Aldeneyck die niet goedkoop is maar wel heel lekker. Uitermate smakelijk gegeten en het is toch echt veel leuker eten als het ergens vol zit is de conclusie, daarnaast hebben we de indruk dat we hier één van de weinige toeristen zijn. Desserts zien we niet meer zitten zodat hier ook geeindigd wordt met cappuccino.
Na een kleine anderhalf uur zitten wandelen we weer terug richting hotel waarbij we onderweg nog kort een pauze op een bankje houden gezien het lekkere weer. Ook vanavond gaat het licht vroeg uit omdat we moe zijn maar helaas wordt de nachtrust wederom geen hoogtepunt.
Dag 4 Zaterdag
Om half negen zitten we weer aan het ontbijt waarbij de bediening uit andere mensen bestaat. Het hotel zal wel voller zitten zo in het weekend want het is drukker aan het ontbijt waarbij erg veel mensen die kennelijk geen ontbijt geboekt hebben terug worden gestuurd en dat dan eerst bij de receptie moeten gaan regelen. Na een kleine drie kwartier verlaten we de eetzaal en maak ik in wederom prachtig weer ongeveer dezelfde ochtendwandeling als gisteren waarbij het nog stiller is. Iets voor tien uur checken we uit en zijn we nog even aan het stoeien met de autolift, zowel om er in te komen als de juiste verdieping te kiezen. Best wel handig als je een bordje uitgang bij de juiste verdieping zet denken wij dan.
Om Antwerpen uit te komen rij ik waarschijnlijk wat om maar het is dermate stil dat we vlot de ring bereiken en we rijden in minder dan anderhalf uur naar huis. Het is niet erg druk maar het feit dat we vrijwel alleen vierbaans wegen hebben maakt toch dat het allemaal vrij gezapig gaat. Eigenlijk best vreemd als je er eens over nadenkt dat vrijwel de hele snelweg van Utrecht naar Antwerpen slechts vierbaans is.
Maak jouw eigen website met JouwWeb