2023 Saint Mihiel

 

Dag 1 Vrijdag

 

De start van de vakantie valt niet mee doordat we lange tijd stil staan op de A2 en uiteindelijk maar besluiten om via Nijmegen om te rijden naar onze bestemming in Roosteren. Weliswaar zijn we uiteindelijk zo’n drie kwartier langer onderweg als normaal, maar we kunnen in ieder geval behoorlijk doorrijden. In hotel de Roosterhoeve is men inmiddels klaar met de verbouwing van het restaurant, wat mooi is geworden, en heeft men ook een leuk semi overdekt verhoogd buitenterras aan laten leggen. We hebben dit keer kamer 41 recht boven de entree met balkon. De kamer is ruim en voorzien van prima bedden. Alleen glijdt de douchekop steeds langs de douchestang naar beneden zodat douchen voor mensen groter als een lilliputter lastig wordt.

 

 

Ik maak nog een wandeling rond Roosteren, inmiddels iets meer thuis in het plaatsje wordt het een rondje door de polder naar de provinciale weg en door het dorp terug naar het hotel waarbij je langs het kasteel Eyckholt kom. Hierna gezien het prachtige weer samen nog even op het terras plaats genomen en een biertje gedronken.

 

 

Op de hotelkamer nog begonnen aan het boek “Notre Dame” van Agnes Poitier voordat ik dus aan een moeizame douchebeurt begin. Rond zeven uur worden we aan een tafeltje in de serre gezet waar het erg druk en lawaaiig is zodat we elkaar moeilijk kunnen verstaan. Gelukkig vertrekken er vrij vlot nogal wat mensen, waaronder een zoon met zijn partner en zeer oude ouders, waardoor het later wel rustiger wordt. Helaas houden we wat last van een tafel nabij de onze waar een wat vadsige man het hoogste woord voert. Na een frisje en een korte studie van de kaart gaat eega voor een ossenstaartsoep en ik voor een cocktail Roosterhoeve die bestaat uit kip, mandarijn en bleekselderij met nogal wat Whiskysaus. Vervolgens gaan we na zo’n dertig jaar weer eens samen voor een Chateaubriand als hoofdgerecht met erbij Stroganoffsaus die de eigenaar weer zelf in elkaar staat te draaien bij de entree van het restaurant. Wat mij betreft een prima keuze, een heerlijk stukje vlees, met erbij ook nog frites, aardappelkroketjes en broccoli. Bij het hoofdgerecht neem ik twee glazen Corbieres die er lekker bij gaan en madame een glas Chardonnay. De Chateaubriand wordt in twee gangen opgediend wat even een verrassing is maar er wel voor zorgt dat we geen zin meer in een dessert hebben. We eindigen dan ook met thee en cappuccino met veel chocolaatjes en nogablokjes die allemaal op gaan.

 

 

Dag 2 Zaterdag

 

Gisteravond nog een tijd buiten op het balkon met heerlijk weer wat uit zitten buiken en later in bed nog tot half elf liggen lezen. De nachtrust gaat redelijk, we zijn wel allebei vroeg wakker zodat we om acht uur maar gaan ontbijten wat ook in het nieuwe restaurant gebeurd. Het ontbijt is prima verzorgd met veel verschillende soorten brood en beleg. Ik hou het gezien zoutarm vooral bij diverse varianten eieren en tomaat met komkommer. De koffie is behoorlijk en verder is er een ruime keuze in fruitsappen, yoghurt en fruit. Na een half uur worden we overvallen door een grote groep Belgen. Op zich hebben we er weinig last van omdat we vlakbij het buffet zitten en als er af en toe ergens een gat valt snel wat halen. Na het eten nog een korte wandeling door het dorp zelf gemaakt en om kwart over negen weer onderweg met zonnig weer.

 

De reis gaat bijzonder vlot, eigenlijk te vlot als we om twaalf uur Frankrijk inrijden bij Longwy waarbij het ook voor het eerst begint te spetteren. Onderweg is de boel aardig dicht getrokken en houden we nog een stop bij de aire de Sprimont omdat je daar nog fatsoenlijk naar een toilet kan. Omdat we pas om vier uur de gite in kunnen besluiten we dan maar ergens onderweg uitgebreid te stoppen en gelijk wat te eten. Dat valt niet mee in dit gebied komen we al snel achter en het lukt pas na wat zoeken om in Etain bij cafe central een koffie en een cola weg te werken waarbij ook even de wc bezocht wordt. We zitten een tijdje op ons gemak buiten wat net goed gaat met het weer, waarna we een bedrag af moeten rekenen wat we niet meer gewend zijn.  We halen wat broodjes in de tegenover gelegen Carrefour die we als lunch bij de auto opeten.

 

 

De rest van de rit naar St Mihiel doen we op het gemak met steeds meer regen en ook een klein stukje snelweg om te kijken of Bippie het nog doet, wat het geval blijkt te zijn. In St Mihiel denken we boodschappen te doen bij de Carrefour maar die is er niet meer zodat we de brug over de Maas, die maar voorzien is van één rijbaan door werkzaamheden, naar Chauvoncourt oversteken en we even aan het zoeken zijn voor we de Intermarché aldaar weten te vinden. Prima winkel, fijne wijntjes en ze hebben de krant de l’Est Republicain. Alleen valt de groente- en fruitvoorziening wat tegen.

 

Om half vier staan we voor de deur van de gite “La Paliole”. Na wat bellen kunnen we via een groot hek de auto binnen op het terrein zetten. Dit is echt wel een bijzondere plek, het terrein is ommuurt en onderdeel van het paleis van de Bisschop van Bar geweest. Het paleis is inmiddels in drieeen gedeeld en de eigenaren van de gite wonen in één deel daarvan en hebben kennelijk het grootste stuk tuin erbij die er fraai uit ziet en waar een beekje doorheen stroomt waar jonge forel in zit. Het pand staat vlak naast de eglise St Etienne waar de Bisschop vroeger de diensten leidde. De gite zelf staat los in een hoek van de tuin en is waarschijnlijk vroeger en woning en stal geweest. De indeling bestaat uit een woonkamer met open keuken, 2 slaapkamers en een natte groep. Alles min of meer gelijkvloers, leuk ingericht, niet te klein, knus, geen overdreven luxe, wel goed uitgerust en fijne bedden. Buiten hebben we nog een flink afgeschermd terras met grote tafel en stoelen. Gewoon helemaal goed. De rondleiding is kort, de wifi wordt aangezet en we krijgen nog wat uitleg over het hier ook weer bijzondere schema hoe afval te scheiden en wanneer aan de straat te zetten. Er staat nog een fles zelf gemaakt appelsap en een pot zelfgemaakte pruimenjam uit de tuin klaar. De appelsap is prima, de jam laten we staan, alleen komen we er pas aan het eind van de vakantie, als we het terug geven, achter dat het compote voor bij het eten is. We krijgen 3 sleutels: één van de gite, één van de deur in de muur naast de gite waar we lopend doorheen kunnen en één van het hek waar we met de auto doorheen kunnen.

 

 

Na inruimen, vullen koelkast, testen wifi, een drankje en rustmoment op de bank, tegen half vijf het stadje in gelopen naar het centrum wat richting de Maas ligt. Opvallend veel panden in het stadje zijn vervallen om niet te zeggen haast wat verpauperd, helemaal in Vieux St Mihiel waar ik later regelmatig een rondje wandel en wat in de buurt van de gite ligt. Wel is het toevallig net dit weekend kennelijk iets van open monumentendag want diverse kapitale panden zijn te bezichtigen en daar lijkt behoorlijk gebruik van te worden gemaakt. We nemen een paar frisdrankjes op het terras van de PMU die aan de hoofdstraat ligt en ontsiert wordt door vervuilend kabaal vanuit een aantal luidsprekers van de gemeente die op straat hangen, gelukkig blijken die alleen op zaterdag te werken. Om zes uur maar eens op zoek naar een restaurant maar we zijn nog wat te vroeg. We zien wel beweging bij “Les Jumeaux” waar we informeren of we kunnen eten. Dat kan, als we binnen onder een tent willen zitten, maar pas om half 7 en we moeten om 8 uur weer weg voor een andere reservering. Of we moeten op het terras gaan zitten wat we niet zo zien zitten omdat er vanavond wel regen voorspeld is. We lopen nog wat rond en gaan om half 7 als eersten aan tafel, na ons loopt het snel vol. We nemen een frisje en bestellen een pizza Bolognaise voor reisgenote die wat zwart geblakerd is maar wel goed eetbaar. Zelf neem ik de piece du boucher wat een goed smakende faux filet is met groene pepersaus, 3 slablaadjes en frites zonder zout. Na een café gourmand voor tafeldame en voor mij een tarte tatin met cafe creme. De tarte is warm en lekker met een bol ijs en slagroom erbij. Leuk tentje, vriendelijk personeel, familiegeval zal later blijken en dat merk je toch wel.

 

 

Vroeg terug in de gite, nog net in de schemering en net voor de regen die de rest van de avond behoorlijk aanhoudt. De douche getest, wat op het eerste gezicht een lekkere plensdouche lijkt maar in de praktijk wat tegenvalt door te weinig waterdruk. Verder een prima douche. De rest van de avond voornamelijk doorgebracht met het doorspitten van de nodige toeristische info die in de gite ligt en een nog veel grotere hoeveelheid documenten en boeken over WWI in deze streek. We begrijpen later van de eigenaren dat de meeste gasten hier ook komen voor een bezoek aan de slagvelden.

 

Dag 3 zondag

 

We kunnen hier ’s morgens aan de Senseo wat bijzonder prettig is. Vanochtend eigenlijk de enige ochtend dat er buiten ontbeten wordt in het zonnetje. Al vroeg voor een flinke wandeling het dorp in ook om brood en een krant te halen. Deels langs gisteren genomen routes en deels anders omdat ik de Benedictijner abdij wil bekijken. Toevallig een pand wat er nog wel strak uitziet. Dit is een zeer fors en indrukwekkend complex uit de tweede helft van de 17e eeuw en in 1792 tijdens de Franse revolutie ontdaan van monniken en ingezet voor volk en vaderland. Nu wordt het bevolkt door het stadhuis, de vvv en twee musea. Aan het complex zit de abdijkerk vast die niet in gebruik is voor diensten en momenteel zowel van binnen als buiten gerestaureerd wordt wat men name binnen zeker wel nodig is. De kerk is open en te bezichtigen tijdens de werkzaamheden. Er staat een prachtig houten beeld toegeschreven aan Ligier Richer, geboren in St Mihiel, die hier in de streek grote beroemdheid geniet en niet onterecht. De man heeft zijn beeldhouwwerken in de 16e eeuw gemaakt tijdens de Renaissance en zijn zeer sprekend en levensecht.

 

 

Gezien de voorspelde temperaturen van 29grC willen we vanmiddag naar het lac de Madine met als tussenstop de Butte de Montsec. De kortste route die Miep ons stuurt bevalt niet erg, dit is een smalle stuiterroute en terug maken we een kleine omweg via de RN en dat gaat minimaal net zo snel. De Butte is een heuvel maar zo midden in een stuk laagland met daarop een monument voor de Amerikanen die in 1918 verantwoordelijk zijn geweest voor het hier dan eindelijk terug slaan over een groot gebied van de Duitsers. Het bouwwerk is groot en indrukwekkend maar niet echt mooi te noemen, daar tegenover staat dat het uitzicht her en der wel fraai is. Ook hier weer Duitse bezoek(st)ers bij een monument waar ze toch, zou ik denken, enige discretie aan de dag mogen leggen en niet gaan lopen giebelen als een stel bakvissen. Ondanks dat ik geheel achter het principe sta dat je kinderen niet verantwoordelijk kan stellen voor de daden van hun voorouders past hier wel enige bescheidenheid. Als we om half twaalf aankomen is het er nog prettig rustig, als we weg rijden is het in korte tijd een verrassend stuk drukker geworden.

 

 

We rijden vanaf hier naar een strandje aan het meer bij het plaatsje Nonsard, waar we gratis kunnen parkeren, de nodige horeca aanwezig is, plenty wc’s te vinden zijn en ook genoeg bomen voor schaduw. Een leuke plek en vandaag redelijk druk. Onder een paar grote bomen houden we het drie uur vol met vooral lezen, wat rondkijken en het maken van een tweetal wandelingen. De eerste gaat naar de jachthaven en langs de horeca gelegenheden die er niet heel fraai uit zien maar waar het wel druk is. De tweede gaat de andere kant op langs de overloop van het meer en langs een bosje waar het wemelt van de fluitende vogels, die je verder waar we zitten gek genoeg opvallend weinig ziet en hoort. Het pad komt ook langs een enorme camperplaats die uit meerdere grote grasvelden met bomen bestaat. volgens mij de eerste echt aantrekkelijke camperplaats die ik ergens tegen kom.

 

 

Laat in de middag als we weer terug op het honk zijn maken we kennis met de katten Trompette en Tambour van de eigenaren. Met name Trompette is wel geinteresseerd in ons als de eigenaren zelf niet thuis zijn en komt zelfs een keer een bezoek in de gite brengen. Tambour is alleen maar druk met vogels vangen. We lopen de eglise St Etienne waar we naast wonen nog even in. De kerk zelf heeft een merkwaardige vierkante vorm en modern glas in lood die niet bijster kan bekoren. Wel heeft men een indrukwekkende stenen beeldengroep van de eerder genoemde Ligier Richer die de aflegging van Christus lijkt voor te stellen. Normaal gesproken zit dit achter een, weliswaar deels doorzichtig, gesloten ijzeren hekwerk maar vandaag is dat in verband met de monumentendag open.  Wederom een zeer sprekend gebeuren waarbij de voeten gewassen worden, de doornenkroon klaar wordt gehouden en de lijkwade wordt opgepakt. Als eega een en ander bekijkt is haar droge opmerking dat ze dan toch de gaten van de spijkers in handen en voeten mist, hoezo levensecht.

 

 

Vanavond diner in restaurant “Le Lion d’Or” die niet onaardig ingericht is en waar het vol en warm is en het maar goed is dat we gereserveerd hebben. Met een volle tent, één dame die wat gestresst overkomt in de bediening en veel afhalers schiet het allemaal niet erg op. De dame wordt in de loop van de avond wel wat vriendelijker en rustiger. We doen twee uur over een pizza en een dessert wat wij toch wel vrij lang vinden. Een Duits stel wat kort na ons binnen komt vergaat het nog slechter, die zijn net klaar met hun pizza als wij af gaan rekenen. De pizza’s zijn wel lekker, een Norvegienne met zalm voor tafeldame en voor mij een St Jacques met genoemde coquilles die me goed smaakt maar kennelijk zoveel beurre d’ail bevat dat ik de ochtend erna nog een enorme knoflooksmaak in mijn waffel heb. Ik maak de fout er een glaasje huisrosé bij te nemen die minimaal matig is. Desserts worden profiterolles en een dame blanche die lekker zijn. Duur is het niet, maar reserveren voor volgende week zondag lukt niet want dan zijn ze om voor ons onverklaarbare redenen dicht. Lastig vind ik dat ik tijdens het eten uitzicht heb op een dame die verstijfd lijkt en nauwelijks kan bewegen. Mogelijk ALS denken we maar in ieder geval pijnlijk om naar te kijken.

 

 

Vanavond nog even een probleempje in de gite omdat we kortsluiting maken met een stekkerdoos die we mee hebben genomen, waar, als we na oplossen probleem eens goed kijken, vloeibaar wasmiddel uit een kapotte tube in is gelopen. De rest van de inhoud van de tas zit ook onder. Om elf uur naar bed voor een onrustige nacht met veel onweer en een overweldigende knoflooksmaak.

 

Dag 4 maandag

 

Redelijk op tijd vertrokken naar Nancy voor een bezoek aan het musee des Beaux-arts aan het place Stanislas. We volgen eerst de Maas stroomopwaarts waarna we de snelweg op kunnen en uiteindelijk binnen een uur op de parking Vaudémont staan, letterlijk naast het place Stanislas. Plek zat, goed bereikbaar en betaalbaar, moet je in het centrum van een grote Nederlandse stad voor komen. Na 15 jaar weer terug op het plein wat toen een enorme indruk maakte en nu weer. Alleen jammer dat men net stellages aan het opbouwen is voor iets onduidelijks wat wel het uitzicht verpest.

 

 

Ons vorige bezoek aan het museum was na een late lunch met te veel wijn waarna we het er warm en niet zo interessant vonden. Maar goed dat we weer een keer gaan, we herinneren er ons nauwelijks iets van maar zijn echt wel onder de indruk van met name de collectie modernere kunst. We starten op de tweede verdieping na € 7,= per persoon te hebben betaald en wat spullen in een kluisje te hebben gestopt. De tweede en eerste verdieping bevatten veel oud werk uit de periode 14e-18e eeuw van vooral Italiaanse en Franse meesters en kunstenaars uit de toenmalige Nederlanden. Niet helemaal onze periode en van veel stukken zijn we niet echt onder de indruk. Maar uiteraard komen we ook hier wel een paar “specials” tegen. Een doek van Caravaggio waar je toch je twijfels over krijgt of het wel echt van hem is als je ziet hoe statisch qua beweging en flets qua kleuren het is. De transfiguratie van Rubens is één van de weinige doeken die nog onthouden zijn en is indrukwekkend groot, nu weer. Een bijzonder doek is “La dame au puces” van George de la Tour zowel het kleurgebruik en het onderwerp zijn opmerkelijk. De dame in kwestie is halfnaakt bezig vlooien dood te knijpen, waarbij je gezien de beperkte kleding je je af kan vragen waar de vlooien vandaan komen. Een gezicht op Dieppe van Isabey bevalt ook vanwege het hoge herkenningsgehalte voor ons van deze al eens bezochte stad. De art Déco werken van Victor Prouvé kan ik me ook nog herinneren en spreken me meer aan als de vorige keer. Ik raak wel even in verwarring als ik later ook nog ergens allerlei industriele- en schoolmeubelen uit vervlogen tegen kom en die ook door ene Prouvé zijn ontworpen. Maar dat blijkt dan van Jean Prouvé te zijn geweest.

 

 

Op de begane grond krijgen we dan een werkelijk prachtig overzicht van schilderkunst uit de 19e en 20e eeuw. Er hangen de nodige indrukwekkende werken van Friant en het lijken er meer als de vorige keer te zijn. Wat we niet meer tegen komen is de Picasso die hier in het verleden wel hing, maar we zien nu prachtige werken die we ons totaal niet kunnen herinneren van onder andere Dufy, Valadon, Seurat, Bonnard, Gris, Utrillo, Monet, Denoyer, De Vlaeminck en Matisse en ook een paar prachtige stukken van ons minder bekende schilders als Manguin, Kupka en vooral Lebasque. We brengen op deze verdieping veel tijd door en blijken allebei zo onze specifieke voorkeur te hebben wat we het mooiste werk van Friant vinden.

 

 

In de kelder bekijken we ook de collectie Daum van de periode 1890-1960 dit keer zeer uitgebreid en die is niet anders als indrukwekkend en fraai te omschrijven, kennelijk was ik de vorige keer ernstig in de war door deze “iets te veel van hetzelfde” te noemen. Met name bijzonder zijn een aantal stukken glaswerk in zowel vormgeving als kleurstelling van begin 20e eeuw die je eerder een stuk later in de 20e eeuw zou plaatsen.

 

 

Tussen de middag blijkt de museumwinkel dicht zodat we eerst maar eens iets gaan eten in een zijstraat van het plein. We komen uit bij een terrasje van “Champetre”. Gaan zitten heeft niet veel zin komen we al snel achter, we moeten eerst binnen een keuze maken op de computer en vervolgens elektronisch betalen. Beetje te modern voor ons maar met wat gepruts lukt het allemaal wel en dat ook nog eens in het Frans. Hierna arriveren er vlot een paar colaatjes en een broodje Pastrami voor reisgenote die daar zeer tevreden over is en voor mij een salade “Soleil”, met veel sla, Ricotta, tomaat, gedroogde tomaat, olijven, wederom knoflook en azijn. Met een broodje erbij lekker, alleen wel een beetje wennen aan de, zoals wel vaker in dit land, erg grof gesneden sla waardoor je ook een berg nerven naar binnen mag werken, het zit er in ieder geval lekker en is niet overdreven duur.

 

 

Na de hap terug naar de museumwinkel waar reisgenote de nodige zaken die met Friant te maken hebben koopt en vervolgens een tijdje op het plein gaat zitten terwijl ik nog een kort rondje in de buurt van het plein doe over het place de la Carriere en langs de eglise St Epvre en het palais Ducal.

 

 

De terugreis doen we binnendoor onder andere langs de wijgaarden van de Cote de Toul. Ook komen we verrassend veel fruitbomen tegen wat ook al opviel toen we gisteren binnendoor naar het lac de Madine reden. We zijn niet al te laat terug en er is nog voldoende tijd voor een wandeling en een boek voor we om een uur of zeven gaan eten bij restaurant “Rive Gauche”, de naam zal wel zijn omdat het aan de linkerkantkant van de Maas ligt. Het is in ieder geval wat verder lopen als de overige etablissementen in het dorp. Als we aankomen gaat het restaurant wat bij een hotel hoort net open. Het is er niet druk wel zit er ook nog een ander Nederlands stel. Het menu is hier simpel, eten wat de pot schaft, komt ons een kleine, vrolijke en snelle dienster vertellen als we wat verveelt uit het raam naast ons zitten te kijken naar een oud stuk spoorlijn en een hoop rotzooi. Het menu voor vanavond is vooraf terrine saumon, hoofdgerecht een fricassee volaille en na ijs of rabarbertaart. Op zich ook wel eens fijn om niet na hoeven te denken over de kaart en we beginnen maar eens met een glas witte Port die van goede kwaliteit blijkt te zijn. De terrine is lekker en de Port past er ook heel aardig bij als de terrine wel heel snel na het aperitief opgediend worden. De fricassee blijkt een tweetal kippenpoten te zijn met nog wat ander gevogelte in een voor mij ietwat te zoute saus met erbij gekookte aardappels en witte bonen met snijbonen. We nemen er een glas witte wijn bij die wat merkwaardig smaakt. Na voor tafeldame het ijsje wat wel erg saai uit alleen vanille ijs bestaat met slagroom en ik krijg twee stukken rabarbertaart die me wel smaken. Al met al best lekker gegeten, anders als anders en erg vlot. We reserveren gelijk maar weer voor volgende week maandag als we afrekenen.

 

 

het is lekker weer om naar huis te lopen waar we de avond verder vullen met lezen. Ik lees mijn boek over de Notre Dame uit wat gewoon prettige vakantielectuur is die ook nog eens goed past bij Frankrijk. Vooral interessant om eens te lezen wat er nu precies tijdens de brand gebeurd is, dat heeft eigenlijk niet in de Nederlandse kranten gestaan. De rest van het boek behandeld allerlei leuke weetjes en gebeurtenissen in of rond de Notre Dame die in de loop der eeuwen plaats hebben gevonden. Ik begin nog aan het boek Midzomernachtmoord van Henning Mankell.

 

Dag 5 dinsdag

 

Vandaag gekozen voor een wandeldag en rustig opgestart met het halen van een krant en lekkere broodjes, ook voor onderweg. In het dorp is men druk aan het soppen bij restaurant “Les Jumeaux” en “Pont Aven”. Gezien het feit dat het aantal eethuizen beperkt is en zeker rond het weekend alles vol gereserveerd is besluit ik bij beide maar eens te vragen of ik kan reserveren wat allemaal lukt.

 

Om een uur of elf aan de wandel met prima wandelweer. Het eerste stuk gaat stroomafwaarts langs de Maas, die hier donker, breed en rustig is, richting een begraafplaats uit WWI “Vaux Racines”. De panden langs de Maas zien er toch wel beter uit als in het stadje zelf maar de volkstuinen die hier ook veelvuldig aan de Maas grenzen zijn dan vaak overwoekerd en minimaal slecht onderhouden. Op de begraafplaats blijken, als ik rondkijk, ook wat graven van soldaten uit WWII aanwezig te zijn. De begraafplaats heeft te maken met het feit dat St Mihiel tijdens WWI in handen van de Duiters was en hier dus de gevechtslinie lag. Het is er stil en het ligt naast het Joodse kerkhof van het stadje. Bij het terug wandelen langs de weg richting St Mihiel kom ik langs “les Roches”. Dit zijn steile rotswanden die door de Franse klimvereniging ingepalmd zijn en waar her en der ankerpunten zijn aangebracht om te oefenen. Vandaag is er in ieder geval niemand aan het klimmen. In het stadje neem ik de route naar “Les Capucines” wat een heuvel is die boven het stadje uittorent waar vroeger een abdij gestaan moet hebben. Een buitengewoon steile klim die me op zich goed af gaat maar ik ben wel teleurgesteld als ik boven kom en er geen sprake van een mooi uitzicht is, wel krijg ik her er behoorlijk warm van. Op zoek naar een pad terug naar beneden blijken die deels afgesloten of niet meer aanwezig en moet ik uiteindelijk via een niet al te leuke route langs de doorgaande weg weer terug naar het stadje. Na ruim twee uur sta ik weer voor de gite.

 

 

Na terugkomst een tijdje de pootjes laten rusten, de ogen gesloten wat gelezen en ook nog wat gegeten en om half vier besluit ik nog een wandelingetje stroomopwaarts langs de Maas te maken. Als ik naar de Maas loop kom ik nog een fronton van een kazernegebouw uit de 18e eeuw tegen wat men kennelijk tijdens de sloop van het pand bewaard heeft en nu plompverloren op een grasveldje ligt. Op de plaats van het gebouw staat nu een lelijk betonnen pand van de gendarmerie national. De wandeling is hier eigenlijk leuker, een stuk stiller met veel groen en nog een leuk sluisje. Onderweg kom ik de kano-club en tennisvereniging tegen en zie ik de gevangenis die hier net buiten de stad ligt waar 350 delinquenten schijnen te zitten. Het pad langs de Maas loopt leuk en als ik na een tijd een bruggetje over kan denk ik langs een pad aan de andere kant weer terug te lopen maar ik kom zo veel borden verboden toegang tegen dat ik uiteindelijk hetzelfde pad maar weer terug neem. Na anderhalf uur weer thuis en ik merk dat de voeten voor de rest van de dag wel klaar zijn.

 

 

Dag 6 woensdag

 

Gisteravond zelf koken en de afwas doen en de rest van de avond vooral met een boek op de bank en later ook in bed. Licht laat uit gedaan en ook pas om 9 uur wakker. We zijn vrij laat op en besluiten naar het meer te gaan want we krijgen een mooie dag. Morgen en overmorgen zijn de voorspellingen slechter met regen zodat we definitief beslissen om die dagen naar Metz te gaan en een overnachting in een hotel te nemen, die ik maar meteen reserveer. Dit wordt het Mercure Centre omdat die ook een eigen parkeerplaats hebben. In het dorp hangt een mestlucht als ik de krant en broodjes voor aan het water haal. De ochtend verder lezend doorgebracht en na enen zoeken we een plekje aan het water bij het Lac de Madine. Het wordt dit keer in verband met de harde wind die over het meer staat, een plaats wat dichter bij het water in de beschutting van wat struiken en ook nog een boom voor schaduw. Het is stil, maar de horeca is wel open zodat reisgenote in de loop van de middag maar eens twee flinke ijsco’s haalt die onderweg wat gesmolten zijn maar lekker smaken. Ik maak nog een flinke wandeling waarbij het opvalt dat de camperplaats nog maar nauwelijks gevuld is. De camperplaats is wel bijzonder, waar ik toch vooral een soort “strafkampjes” tegen kom in de regel, is dit een enorm terrein met verschillende grasvelden omzoomd met bomen met veel schaduw en zelfs nog een klein laantje met wat luxere plaatsen waar elektra beschikbaar is en de plaatsen afgeschermd zijn door heggen. Hier zou ik zelfs nog wel willen staan.

 

 

Na een relaxte middag om een uur of vier richting de Cotes de Meuse vertrokken omdat we wel eens wat wijn uit de streek willen proeven. Op internet maakt er eentje in Saintes Maries sous la Cote reclame, maar wij kunnen hem niet vinden tot onze redelijke verbazing. Uiteindelijk vinden we, middels een bord langs de weg, in Vieville sous la Cote de “Cave l’Aumoniere”. Letterlijk een kelder waar een dame op leeftijd een forse uitstalling van wijnen en likeuren heeft staan. Wij houden het bij wit en wat bubbels om te proeven, terwijl naast ons een Fransman uit Marseille er serieus werk van maakt en alles aan het proeven is. De Cote de Meuse is een IGP, weliswaar een beschermde gebiedsbenaming maar doet vermoeden dat het kwalitatief nog niet helemaal top is. Dat klopt deels en deels niet. De Chardonnay is saai en zit hoog in de zuren, de rosé brut is gewoon niet te drinken, maar de Auxerrois is fruitig en vol, had iets droger gemogen voor ons maar gewoon leuk en lekker, de blanc de blancs brut drinkt net zo lekker weg als een andere bubbel en een vin gris van pinot noir druiven is interessant. We nemen 12 flessen mee voor € 70,= waar lukt je dat nog?

 

 

Door het nodige gezoek voor ons doen laat terug in de gite waar het alleen nog kort wat rusten en douchen wordt voor we bij restaurant “Le Pont Aven” gaan eten. We krijgen een plek in een wat afgezonderd hoekje waar het wel wat lang wachten is en we naast een Belgisch stel zitten die vrij vlot vertrekken en in ieder geval geen fooi geven. Aardige zaak die, niet zo gek gezien de naam, vooral in Bretonse galette’s doet en ook cider en bieren uit die regio aanprijst. Veel keus is er verder niet op de kaart zodat we inderdaad voor een galette gaan. Tafelgenote doet een Norvegienne met vooral zalm en ik een Ar Men die voorzien is van tonijn, ei, champignons, prei en creme. Een en ander wordt nog begeleid door wat sla met een prettige dressing en een frisje. Best te eten maar niet meteen onze favoriete avondmaaltijd. Na gaan we dan ook nog eens voor de crepes. Zelf eentje met perenijs, chocoladesaus en slagroom en reisgezel een wat avontuurlijkere, een flambée met Grand Marnier waar de fik in gaat. Geen Grand Marnier liefhebber zijnde moet ik na een hap toegeven dat het zo wel lekker smaakt. Al met al niet onaardig en goedkoop gegeten met in ieder geval ook eens een verzorgde dame in de bediening al heeft ze wel een plastic lach.

 

 

Dag 7 donderdag

 

Gisteravond voor het eerst fris is als we naar huis wandelen maar vanmorgen tijdens de kranten en broodjes halen is het weliswaar dicht getrokken maar hebben we nog steeds een aangename temperatuur. Een luie ochtend, laat op en allebei een rugzakje met wat noodzakelijke spullen voor een nacht in een hotel gevuld. Aan het eind van de ochtend vertrokken en precies om één uur staan we voor de entree van museum "Metz Pompidou”. Een bijzonder bouwwerk uit vooral hout, glas en kunststof doek. Het ligt aan een groot plein met diverse moderne panden naast het station. Bij de entree worden de tassen nog gecontroleerd waarna we € 14,= p.p. betalen voor vier verdiepingen kunst. De start is op de derde verdieping en betreft de tentoonstelling “World Building”. Dit blijkt iets ultra moderns met allerlei videotechnieken te zijn. Het is er ook nog eens druk maar met name de wat oudere medemens lijkt, net zoals wij, nogal overvallen door een hoop kabaal en felle kleuren op allerlei schermen. Hoe dit precies kunst is blijft voor ons een raadsel, het enige interessante is dat we voor het eerst van ons leven ook eens op wat knopjes van spelcomputers kunnen drukken. Hoogtepunt van deze afdeling is voor mij het panoramaraam met bankstel waarbij we even tot rust kunnen komen en over de stad uit kunnen kijken.

 

Na een overkill aan prikkels denken we dan maar even wat te gaan eten in het restaurant, maar dat blijkt in gebruik voor allerlei belangrijke hippe mensen waar de gewone bezoeker dan helaas niet onder valt. Dan maar terug naar de tweede verdieping naar een tentoonstelling van Suzanne Valadon en daar van genieten, maar helaas die is inmiddels beeindigd, wat bij goed lezen van de website ons ook wel duidelijk had kunnen zijn. Dan maar weer omlaag naar de eerste verdieping voor een tentoonstelling met kunst uit het Pompidou. Er hangen wat stukken van bekende namen als Dumas, Warhol en Picasso maar dat zijn niet bepaald hun topstukken en verder wat onbekende grootheden waar nog wel wat aardigs tussen zit maar het is gewoon erg weinig en ook weinig spannend allemaal.

 

Op de begane grond mogen we dan nog naar de tentoonstelling “Bonne Chance” van Elmgreen en Dragset. Een Noor en een Deen die samen objecten en inrichtingen maken met een twist en een knipoog die zowel iets hebben van kunst, architectuur als design. Probleem is eigenlijk dat we gewoon balen van de tentoonstellingen die er zijn en ons fors tegenvallen, met het gevolg dat dit ook niet erg in de smaak valt terwijl het op zich niet onaardig is. Zeer wel mogelijk dat als we met deze tentoonstelling waren begonnen we er iets positiever over waren geweest.

 

Na de museumwinkel, die groot en totaal oninteressant is, vinden we op de begane grond dan wel een café waar we buiten kunnen zitten en een drankje met een plak cake tot ons nemen. We zijn veel vroeger klaar als verwacht en kunnen voorlopig het hotel nog niet in zodat er een wandeling rondom het pand gemaakt wordt. Eigenlijk is het bekijken van het pand leuker als de genoten exposities. Het is van zichzelf al bijzonder maar als je goed kijkt zie je binnen en buiten ook weer her en der de grote ventilatiebuizen lopen net zoals bij het originele Pompidou, alleen zijn deze hier wit. Het hele gebeuren doet mij denken aan de begintijd van de vliegerij. Om de tijd verder te doden lopen we nog het winkelcentrum “Muse” naast het museum in waar het niet druk is, weinig bijzondere winkels gevonden worden en het opvallend netjes is vergeleken met wat we in Saint Mihiel aan uitdragerijen aan hebben getroffen.

 

 

De reis naar het hotel is precies 1 kilometer maar schiet niet erg op door straatjes waar Miep wel in wil en wij niet, maar na een kwartier toch de auto op de parkeerplaats achter het hotel “Mercure Centre” neer gezet. Inchecken gaat in het Engels en we krijgen twee sleutels van kamer 101 op de 1e verdieping naast de lift. De kamer blijkt niet anders te omschrijven als een hok met ook nog eens een natte groep die niet erg slim is gemaakt waardoor zaken langzaam weg rotten. Het past wel bij de buitenkant van het pand die er ook niet uit ziet, maar we blijken er buitengewoon fijn te slapen en de douche is ook top, wat wil een mens nog meer.

 

Na wat rust en een paar koeken om een uur of vier weer de deur uit, gewapend met een stadsplattegrond van de receptie, om een wandeling in de omgeving van het hotel te gaan maken. We zitten hier in het stadsdeel van de keizerlijke villa’s en er staan inderdaad diverse prachtige panden uit de 18e/19e eeuw met als grootste blikvanger het station. De stad maakt alleen al in dit deel een rijke indruk. Er lopen ongelofelijk veel scholieren rond en er rijden ook onwaarschijnlijk veel bussen rond. Terug gaat de wandeling langs de Porte Serpentine, het arsenaal en de eglise st Martin door een wat ouder stukje van de stad. Halverwege de route begint het langzaam te regenen en prijs ik me gelukkig een paraplu bij me te hebben want als ik in de omgeving van het hotel kom wordt het echt slecht en ik weet net voor een behoorlijk noodweer het hotel weer in te lopen.

 

 

Door het aanhoudend noodweer besluiten we dan ook maar het diner in restaurant “Emil Lola” van het hotel te gebruiken. Dit zijn de namen van de keukenprins en -prinses staat op de kaart maar je zou toch ook een woordspeling richting Emil Zola vermoeden. Hoe het ook zij ze kunnen koken en we eten uiteindelijk prima. Het zit wel wat vreemd op hele lage stoelen, wat niet heel vervelend is, maar je zit wel met je benen wijd wat voor de dames bij bepaalde kleding misschien toch wel wat lastig is. We schuiven rond half acht aan en er zitten dan vooral al veel hotelgasten te eten waaronder de nodige Nederlanders, Duitsers en zakenlui. Om half negen komen dan vooral Fransen van buiten het hotel binnen vallen.

 

We beginnen met een fijne fles Chablis te bestellen van Moreau et fils die prima bevalt. tafeldame neemt vooraf een salade de la mer en ik een broodje met avocado en zalm. Allebei fris en lekker. Hoofdgerecht voor mij kabeljauw met inktvisrisotto en broccoli die heerlijk is maar niet helemaal lijkt te passen bij een zoutarm dieet. reisgezel heeft een hamburger van Schotse zalm die ook prima is. Na gaat madame aan de kaas die het predicaat saai krijgt en voor mij is er mascarpone met tropisch fruit die bepaald niet saai maar lekker is. Gewoon fijn gegeten en vooral ook beter als in Saint Mihiel stellen we vast.

 

 

Een lange avond op onze hotelkamer door gebracht waarbij ik het boek van Mankell uit lees. Ongeveer halverwege kom ik pas tot de conclusie dat ik het al eens gelezen heb maar ik lees het uiteindelijk wel uit. Vroeger was ik redelijk idolaat van zijn boeken inmiddels merk ik dat ik het wel erg traag vind en zal ik er niet zo snel weer eentje pakken.

 

Dag 8 Vrijdag

 

Zoals al gememoreerd slapen we prima en worden we rond half acht op ons gemak wakker en zitten om half negen aan het ontbijt waar het al druk is en we bij de laatste eters horen, meestal is dat wel anders voor ons rond dit tijdstip. Het ontbijt is goed en uitgebreid alleen wat beperkt voor wie zoutarm wil eten qua beleg. Maar er zijn scrambled eggs en gebakken kip zonder gedoe waar ik het prima mee red. Ook veel vers fruit, waaronder de in deze regio populaire mirabelle die niet zo aan mij besteed is. De koffie is even zoeken maar de espresso is stukken beter als de standaard american coffee die op de machine zit. Tijdens het eten constateren we dat landgenoten, inclusief wijzelf, veel naar binnen werken en Fransen toch een heel stuk bescheidener zijn.

 

Om half 10 de sleutels ingeleverd en met de auto naar de parkeerplaats aan de place de la Republique gereden om te parkeren en het centrum te gaan bezoeken. Bij de bouw van de garage hadden ze kennelijk geld over want boven iedere parkeerplek brand een lampje groen of rood al naar gelang deze vrij is, nooit eerder gezien. Het plein zelf is niet erg gezellig maar al wel verrassend druk. Voor we de kathedraal in lopen bekijken we eerst nog even de overdekte markt die er naast ligt.

 

 

De kathedraal verrast nogal, aan de buitenkant eigenlijk geen echte torens, wel boven de entree bijzondere beeldhouwwerken waarbij onder andere hemel en hel een prominente rol spelen. Binnen is de kerk erg hoog en druk met aardig wat rondleidingen. We zakken eerst maar eens een tijdje neer op een kerkbank na het branden van een kaars en bij ons leeft de indruk dat we hier toch niet in een erg interessante kathedraal zijn beland. Als we later een rondje door de kerk maken moeten we dat oordeel toch echt wel bijstellen. We komen prachtig glas in lood tegen van Chagall, een drietal ramen waarvan er twee helaas moeilijk te zien zijn en ook van de voor ons totaal onbekende Fillon die een hele zijbeuk vernieuwd heeft wat er ook bijzonder fraai uitziet. Ergens in een straalkapelletje die afgesloten is met een ijzeren hek staat ook nog een tentoonstelling klaar van Jean Cocteau die natuurlijk morgen pas officieel open gaat. We kunnen er wel het een en ander van zien en het gaat over glas in lood ramen in een andere kerk in Metz die Cocteau ontworpen heeft.

 

 

Na een behoorlijk lang bezoek de kerk weer verlaten en er eens omheen gewandeld waarna we naar het Ile du petit Saucy in de Moezel afzakken en na een kort rondje over het eiland langs de Opera en de Temple Neuf weer terug komen bij de Kathedraal. Hier maar eens op het terras van cafe brasserie “Blondel” aan de koffie en frisdrank waarbij we naast ons bezoek krijgen van wat we inschatten als criminele typjes van Tjetsjeense komaf die na een vlotte koffie weer vertrekken. De bediening is dan weer in handen van een jongen die nog ingewerkt wordt wat allemaal wat onhandig gaat maar we komen er wel.

 

 

Na de koffie nog wat door het centrum gedwaald waarbij de wandeling via musee le Cour d’Or, de eglise St Segolene en diverse winkelstraten uit komt bij de Moyen Pont waar je nog een fraai uitzicht op de Temple Neuf heb. Na zo’n twee en een half uur rondstruinen door Metz weer richting de auto vertrokken waarbij onderweg nog wel enige bijoux voor madame aangeschaft worden.

 

 

Metz verlaten gaat niet heel makkelijk en een lunch onderweg blijkt nog lastiger. Het enige etablissement wat we in een wat grotere plaats onderweg tegen komen gaat net zo’n beetje dicht als wij denken er nog even wat te gaan eten. Wel slagen we er in om onderweg boodschappen bij een Colruyt te doen en begint het in de loop van de middag weer te regenen. De rest van de middag en avond vinden dan ook vooral plaats in de gite met wat rust, puzzelen, koken, de afwasmachine aan de praat krijgen en de start in een nieuw boek van Elizabeth Day met de titel “Het Feest”.

 

Dag 9 Zaterdag

 

Een wat korte nacht en laat op omdat we vandaag in het dorp blijven. Bij het halen van brood en een krant is het beduidend drukker als op door de weekse ochtenden. De ochtend vooral door gekomen met lezen, de afwasmachine leeg halen en opruimen en nog een simpele lunch. Vroeg in de middag naar het museum “d’art sacré” gewandeld wat samen met de vvv in een deel van het klooster is ondergebracht. De collectie bestaat uit kerkelijke kunst afkomstig uit kerken in de regio rondom St Mihiel en we verwachten er niet meteen de wereld van maar willen ook niet de hele dag thuis zitten. Het zal echter een verrassend middagje worden.

 

We kopen een kaartje van € 3,= per persoon bij de vvv, waarna we eerst in de tuin achter het pand en op de begane grond kunstwerken bekijken van lokale kunstenaars uit de omgeving. Het museum zelf beschikt vooral over de nodige monstranzen, kruizen, kelken en hostiehouders, allemaal niet onbekend. Men is ook van mening dat men beschikt over een beeld van Ligier Richer van de heilige Elizabeth. Wij hebben zo onze bedenkingen, het kan niet tippen aan de andere beelden die we tot op heden van de meester hebben gezien en daarbij heeft ze een vreemde dikke buik, wat zeker niet Richer’s handelsmerk was.

 

In een aparte zaal heeft men ook nog een tentoonstelling over het Christendom in Ethiopie. Wel een aardig verhaal met zelfs Nederlandse uitleg over het feit dat zo rond de 4e eeuw het christendom vanuit Palestina in Ethiopie zijn intrede heeft gedaan waarbij het wel vermengd is geraakt met wat andere geloofsculturen in het gebied. Opvallend is dat de christelijke kruizen die men in Ethiopie gebruikte ook prachtig gemaakt zijn maar wel van veel eenvoudiger materiaal. Verbazingwekkend is de enorme collectie neksteunen die ook ten toon gesteld worden en voor ons een kussen zouden zijn. Namelijk geen flauw idee wat ze met de christelijke religie te maken hebben.

 

 

Na een half uurtje staan we weer buiten en denken we eigenlijk klaar te zijn maar even verderop staat ook nog een deur open die toegang geeft tot de Bibliotheque Benedictin, Als we naar binnen lopen blijkt er ook nog een tentoonstelling “Saillant de St Mihiel” te zijn over St Mihiel tijdens de WWI. Na wat heen en weer gepraat met de jongen achter de balie begrijpen we dat we beide zaken voor € 8,= per persoon kunnen bezoeken wat we dan toch ook nog maar doen. Inmiddels hadden we al wel begrepen dat St Mihiel in WWI door de Duitsers bezet is geweest. Dit blijkt te zijn gekomen omdat de Fransen weliswaar de autobrug over de Maas hebben opgeblazen maar dat niet hadden gedaan met een voetgangersbrug zodat de Duitsers zich op de andere oever in konden graven. Voor de Fransen allemaal knap lastig leren we, omdat transport en communicatie tussen Verdun en Commercy allemaal via de Maasvallei ging en dus nu opeens onderbroken werd. Voor de bewoners werd het inkwartiering met uiteindelijk voedselproblemen en men diende zich aan de wil van de Duitsers te onderwerpen wat af werd gedwongen door continu tien wisselend burgers als gijzelaars te gebruiken en in te zetten voor chantage. Uiteindelijk is men dan in 1918 door de Amerikanen bevrijd maar St Mihiel was wel zwaar beschadigd door beschietingen van de Fransen zelf. Ongeveer de helft van het stadje is in puin geschoten en daarnaast was het aantal inwoners van zesduizend terug gelopen naar drieduizend. Het aantal doden zal mee zijn gevallen want daar zien we geen cijfers over. Wel hangen er de nodige Duitse stafkaarten waar loopgraven en bevoorradingspaden rond St Mihiel gelegen waren.

 

 

Na een half uur zijn we hier ook weer doorheen en is het precies drie uur en kunnen we de Bibliotheque bezichtigen die een verdieping hoger ligt. Normaal gesproken krijg je een rondleiding in het voorste deel van de bieb maar de jongeman begrijpt ook wel dat dat in ons geval niet heel handig is dus hij stelt voor dat we een en ander maar eens op ons gemak bekijken en vragen stellen als we die hebben, wat we prima vinden. De verzameling is nog uit de tijd van de monniken dus van voor 1792 en bevat naast religieuze vooral wetenschappelijke boeken met naar we begrijpen diverse zeldzame wiegendrukken. In totaal gaat het om ongeveer vierduizend stuks met tachtig zeer bijzondere exemplaren die deels op internet te bekijken zijn. Als je ter plaatse boeken wil bestuderen kan dat maar dien je wel docent op universitair niveau te zijn denk ik te begrijpen. We kunnen de nodige opengeslagen boeken uit de 16e en 17e eeuw bekijken die allemaal, waarschijnlijk niet toevallig, over vrouwen gaan. Ook zijn er boeken te zien die beschadigd zijn door de Franse bombardementen in WWI. Vooral bijzonder is dat de collectie op een heel behoorlijk niveau de revolutie en WWI heeft overleefd. Er zijn wel boeken verdwenen en men probeert ook wel boeken waarvan men weet dat ze tot de collectie behoord hebben weer in huis te halen maar dat is moeilijk gezien beschikbaarheid en prijs. Het deel van het pand waar het nu in is gehuisvest is volgens de jongen ook zwaar elektronisch beveiligd met name omdat er diverse boeken zijn waar goud en edelstenen in zitten. Een en ander is in 1930 door de weduwe Bernard financieel mogelijk gemaakt zodat dit deel van de abdij herstelt werd en de boeken weer ten toon gesteld konden worden en het staat er nog net zo bij zoals het in 1930 is ingericht.

 

 

Na twee en een half uur weer terug in de gite, kunnen we alleen maar de conclusie trekken dat we een verrassend leuk en relaxed middagje cultuur en geschiedenis van en over St Mihiel hebben gesnoven wat we aan het begin van deze middag echt niet verwacht hadden. Na een goede poetsbeurt in schone kleren om een uur of zeven op ons gemak naar “Les Jumeaux” gewandeld. Als we binnen komen is het nog stil maar al snel loopt de tent helemaal vol met onder andere een groep van veertien Nederlanders en daarnaast zitten er uiteindelijk ook nog drie behoorlijk irritant aanwezige Belgen. Het vakantiegevoel wordt er op de één of andere manier minder van en ik vraag me maar al af wat die Nederlanders hier allemaal aan het doen zijn. Het eten is hier smakelijk en gaat ook vlot, wat wel te maken zal hebben met het feit dat  hier wel meerdere mensen in de bediening rond lopen. Voor mij magret de canard die beduidend smakelijker is als de tamme Nederlandse variant, met erbij weer de frietjes, groene pepersaus en een paar blaadjes sla. Dame heeft een plat de la mer wat bestaat uit zalm, gamba’s en gebakken coquilles met sla erbij en ook zij eet smakelijk. Een en ander wordt vergezeld door een bijzonder flesje wijn van de cote de la Meuse van pinot gris druiven die volgens de bediening fruitig is. Dat klopt inderdaad maar de fles blijkt ook een fors bubbeltje te hebben. Heerlijk wijntje maar bij het eten toch wel een beetje een avontuur wat niet tegenvalt. De nagerechten worden dit keer voor metgezel de tarte tatin en voor mij een “dame verte” wat een “dame blanche” is maar dan met pistache-ijs. Tijdens het uitbuiken met een espresso en een capuccino vraag ik aan de ober of hij één van de twee jonge kinderen is die op een foto staan die aan de muur hangt in de eetzaal. Dat blijkt inderdaad zo te zijn alleen is hij tot mijn verbazing de andere jongen op de foto als dat ik dacht. Dat is zijn broer die in de keuken staat vertelt hij erbij.

 

 

Om negen uur weer op het honk waar het wel fris begint te worden en er enige twijfel begint te ontstaan of we toch de kachel niet eens aan moeten gaan steken, omdat het inmiddels ’s nachts ook naar de vijf graden gaat, wat we uiteindelijk niet doen. De rest van de avond raakt vooral vol met wat discussies die echtelieden nu eenmaal wel eens hebben, wat we om elf uur wel zat zijn zodat we naar bed gaan.

 

Dag 10 Zondag

 

Om twaalf uur licht uit nadat ik “het feest” uit heb gelezen. Dit boek vind ik bepaald geen feest, vanaf bladzijde één voorspelbaar en het barst van de vooroordelen en afrekeningen met mensen die het wat beter hebben op deze wereld. Je zou haast denken dat de schrijfster hier jaloezie en frustraties aan het botvieren is. Nog even kort begonnen aan het boek “Revolusi” van David van Reibroeck waar ik in het verleden al eens het bijzondere boek “Congo” van heb mogen lezen.

 

Na een fijne nachtrust vrij laat aan de gebakken eieren en na de koffie ook een glas gemengde druiven/notensap uit de tuin van de eigenaren die we gehad hebben geprobeerd en die  smaakt verrassend fris. Nogal laat met de boodschappen heb ik de laatste krant en zijn de croissants helaas op. Oplossing brioche met chocola en escargots raisin.

 

Om half één de deur uit met prachtig weer, wat in de zon zelfs warm zal blijken. Vandaag loop ik de oostkant van het dorp uit langs de ruisseau de Marsoupe die ook over ons terrein loopt. Bij het verlaten van het dorp kom ik langs een viskwekerij en verdwijn daarna het bos in waar ik bij domaine Marsoupe weer uit kom. Dit is een enorme gite rural waar geen mens te bekennen is en een fors gat in één van de daken zit. Gezien het grote aantal paarden wat wel rond de gite loopt zou je denken dat het toch echt wel in gebruik is. Vanaf hier een stukje langs de D119 naar de fontaine de Carmes gewandeld waar een picknickplaats is aangelegd. De fontaine blijkt een waterpunt te zijn die is aangelegd door de Duitsers in WWI omdat ze op deze plek een klein treinlijntje hadden aangelegd tussen Hattonchatel en het front voor bevoorrading en daar hadden ze water voor nodig. Het uitlegpaneel wat er bij staat is in het Duits en het lijkt hier meer op een herinneringsplaats voor Duitsers in het Franse land. Bijzonder dat Fransen dit kennelijk geen probleem vinden.

 

Na een stop bij de fontaine voor eten en drinken loop ik terug naar domaine Marsoupe, waar vlakbij het pad van de GR “Val de Meuse” naar het oosten loopt die ik een stuk wil volgens en dan via andere paden op de kaart terug naar St Mihiel wil wandelen. Helaas lukt dat niet omdat een zijpad wat op de kaart staat er niet (meer) is zodat ik onverrichter zake terug moet. Al met al geen briljante wandeling maar wel een uitdagende klim die me ondanks het hart gewoon prima af gaat wat dan wel weer deugd doet. Het lekkere weer en de rust om me heen maken overigens veel goed. De enige drukte die ik mee maak is een groep Chevrolets als ik het dorp uit wandel en een groep motoren als ik dorp weer in wandel. Na drie uur ben ik weer terug in de gite.

 

 

Een tijdje de beentjes gestrekt en om vijf uur besluiten we, omdat het dan nog heerlijk weer is, op het terras over te gaan tot de avondmaaltijd die bestaat uit een fles Sancerre met de nodige kaasjes. Het wijntje past er heel fijn bij en we houden het bescheiden met de hoeveelheid verschillende kaasjes: delice de Bourgogne, Morbier, Fourme d’Ambert en een geitenkaasje aangevuld met nog wat zalm en nootjes. Het smaakt in ieder geval allemaal prima. Na een uurtje is de wijnfles leeg en ruimen we de boel op. Na een douche nog een wandeling naar het sluisje in de Maas gemaakt en op de terugweg maar eens gepind. Vanavond ook voor het eerst vuilnis buiten gezet en nog aan de koffie. De rest van de avond gelezen en vroeg naar bed en ook meteen de ogen gesloten.

 

Dag 11 Maandag

 

Vlot in slaap maar het wordt uiteindelijk een onrustige nacht en relatief vroeg op en aan het ontbijt. Een standaardochtend met een wandeling, wat boodschappen en wat lezen en aan het eind van de ochtend in de auto gestapt naar Vaucouleurs. Vol verwachting klopt ons hart of er op maandag wat te lunchen valt in dit plaatsje en jawel we hebben geluk met een kebabzaak “aux delices grill” waar we dan ook maar meteen naar binnen stappen. Voor mij een bord poulet frites sans sauce en reisgezel gaat voor een broodje kebab met frites avec sauce blanche, wat de naam voor knoflooksaus blijkt te zijn. Allebei een frisje erbij en het zit en smaakt allemaal wel redelijk.

 

Na het eten het stadje, wat klein en ook wel aantrekkelijk is, ingedoken waarbij al snel duidelijk wordt dat het zich op de één of andere manier het fenomeen “Jeanne d’Arc” heeft toe ge-eigend, terwijl die hier niet geboren is en ook niet heeft gewoond. Het enige wat ze, volgens overlevering, met Vaucouleurs te maken heeft gehad is dat ze hier een aantal keer met de geestelijke Robert de Beaumont over haar visioenen betreffende de koning heeft gesproken en ook vanaf hier uiteindelijk via de Porte de France op weg is gegaan naar de koning. Die poort en een stukje van het kasteel staan er nog steeds als je een steil klimmetje het plaatsje in maakt. Er naast staat nog een nagebouwd kasteelkapelletje uit de 20e eeuw in neo-gotische stijl wat dicht is.

 

We zakken het dorp weer in en lopen de eglise st Laurent in die wel open is en nog gebruikt wordt. Ook dit schijnt een herbouwd exemplaar te zijn met glas in lood uit het begin van de 20e eeuw met onder andere Jeanne d’Arc op de brandstapel maar ook taferelen met soldaten uit WWI die vereert worden en de suggestie wekken dat zij in de hemel zullen komen. Bijzonder zijn de fresco’s op het plafond die wel slecht aan het worden zijn. Als we een tijdje op een kerkbank zitten blijkt dat op achterkant van de banken voor ons staat wie waar ooit hoeveel plekken had, nog nooit eerder gezien.

 

 

Het museum ligt tussen de kerk en het stadhuis in en om er in te kunnen moeten we ons bij de vvv melden wat we dus maar doen. De dame van de vvv loopt inderdaad mee na betaling van € 3,= per persoon en sluit de vvv af waarna ze in het museum blijft wachten tot we klaar zijn. We komen terecht in 4 kleine zaaltjes met vooral veel beelden en affiches over Jeanne d’Arc. Eigenlijk allemaal vreemd want alle afbeeldingen zijn gegokt een originele afbeelding van Jeanne d’Arc is er namelijk niet. Ook wordt wel duidelijk dat het waarheidsgehalte van de mythe rond Jeanne, die origineel Jehanne heette, toch wel wat twijfelachtig is. Dat ze een rol in de oorlog met de Engelsen rond 1430 heeft gespeeld en door de Engelsen berecht en ter dood is gebracht is wel duidelijk, maar wat er exact is gebeurd is niet echt bekend. Maar met name rond 1870 lijken en de katholieke kerk en de derde republiek, die op dat moment net een verpletterende nederlaag tegen de Pruissen leed, met haar in een heldenrol aan de haal te zijn gegaan uitmondend in een waar stukje verering en heiligverklaring. Je zou haast denken dat hier een stukje samenhorigheid en nationalisme is geschapen vanuit de politiek en dat de RK kerk er ook belang bij had. Later blijkt Jeanne ook gebruikt is voor diverse reclames en natuurlijk zijn er affiches van films waarin ze het onderwerp was. Een klein half uur rond gekeken en ondanks dat het niet veel is, wel interessant om eens te zien hoe een mythe die wij niet echt goed kenden toch wel openlijk in twijfel wordt getrokken in dit museum.

 

 

Bij terugkomst in St Mihiel blijkt er een begrafenis gaande in de kerk naast onze gite en is het even lastig om het terrein op te komen. De middag in buitengewoon prettig weer in de tuin doorgebracht met een boek en ook eindelijk eens een glasbak gevonden waar we onze lege potten en flessen kwijt kunnen als ik nog een rondje wandel aan het eind van de middag.

 

Vanavond weer het diner in restaurant “Rive Gauche”. Als we er heen lopen wordt er bij een monument een herdenking gehouden en zijn straten afgezet door de gendarmerie. In de krant lezen we later dat het om de herdenking van de Harki’s gaat. Dit zijn Algerijnen die in het Franse leger vochten in Algerije. Landgenoten die elkaar afslachten dus, vreemd om dat te herdenken vinden wij. We zijn vroeg en zitten lang alleen tot opeens de drie Belgen die we zaterdag ook al tegen kwamen op komen dagen. Als ze er achter komen dat we Nederlanders zijn en ze dus verstaan, worden ze opeens een stuk rustiger. Wij trouwens ook, kennelijk hebben we geen zin dat ze onze conversatie kunnen volgen. Vandaag is het vooraf een terrine van konijn met gedroogde eend en augurken. Op zich niks mis mee al vindt tafeldame het nogal droog. Hoofdgerecht is helaas hetzelfde als vorige week volaille fricassee. Wel is het meer en dit keer alleen gekookte aardappels erbij, maar het smaakt wederom niet verkeerd. Madame na weer het saaie ijsje en ik neem een matig stuk appeltaart met een bol vanilleijs en slagroom. Vooraf doen we weer een Porto wit die fijn blijft en ik neem nu eens glas rode wijn bij het hoofdgerecht die wat mij betreft een stuk beter is als de witte wijn.

 

 

Dag 12 Dinsdag

 

Gisteravond vroeg naar bed maar wel lang liggen lezen. Vanmorgen fris en fruitig wakker, wel pas laat op. Vanochtend zijn we vooral druk met boodschappen doen bij de Intermarché, zowel noodzakelijke dingen als vast wat flessen wijn voor thuis.

 

Vroeg in de middag gezien het mooie weer naar het lac de Madine vertrokken waar het ook vandaag stil is en de horeca zelfs gesloten. Wat later in de middag wordt het wel wat drukker maar veel is het niet. Op de camperplaats die ik weer eens bewonder is het wel wat drukker geworden. Helaas wordt het plezier nogal verziekt door rondvliegende lieveheersbeestjes die continu op ons gaan zitten wat lijkt te komen omdat er nauwelijks wind staat. Als we wat meer in de zon wat verder verwijderd van bomen gaan zitten gaat het wel beter. Naast het nodige leeswerk mogen we ons vermaken met een stier die in het water wordt gefilmd, een viertal mannen die voor onze neus erg druk zijn met het leggen van een afscheidingslijn met drijvende ballen in het meer, op een plek waar al het een en ander van dat spul ligt tot onze verbazing en als ik nog eens een wandelingetje maak kom ik zelfs een topless Franse dame tegen. Na vier uur weer vertrokken, enigszins weg getreiterd door de lieveheersbeestjes.

 

 

De rest van de dag nog wat wandelen, lezen, hotelovernachting op de terugweg boeken, pasta als diner klaar maken en de vaatwasmachine weer in gebruik genomen.

 

Dag 13 Woensdag

 

Heerlijk geslapen en het weer wordt ook weer steeds lekkerder merken we als we vrij vroeg brood en een krant halen. Vandaag naar Toul wat drie kwartier rijden blijkt te zijn. We weten vlakbij de kathedraal te parkeren wat ook nog gratis is. De kathedraal is van buiten een mooi exemplaar, van binnen opvallend licht maar ook in slechte staat als je goed kijkt. Fresco’s die aan het vergaan zijn, schilderingen in het hoogkoor met scheuren en netten om loslatend kalk op te vangen in de zijbeuken. Interessante blikvangers zijn een aantal klokken die gerestaureerd worden en in de kerk staan, een reliekhouder met 3 schedels van bisschoppen van Toul uit het verre verleden en een fraai stukje modern glas in lood in het voorportaal. Naast de kathedraal staat het Palais Episcopal wat inmiddels als stadhuis wordt gebruik, er fraai uit ziet en aan de achterzijde een aardig park heeft liggen.

 

 

We vervolgens onze weg naar het Place des Eveches, een rond plein met in het midden een fontein met mooie bloemen en rondom mooie panden met gezellige terrasjes en wat winkels. We zakken neer op het terras van “Baraka-Fe” waar we maar eens beginnen met een frisje in de schaduw en naast ons drie oudere Duitse vrouwen neerzakken waarvan we stellig denken dat het moeder met twee dochters zijn. We zitten een tijdje op het schoolbord te staren wat aan de gevel van het pand hangt om te komen tot een middaghap. De keuze bestaat uit veel salades en veel tartines die warm geserveerd worden. We nemen uiteindelijk allebei de Bruschetta met tonijn, tomaat, kaas en gebakken uitjes die wel bevallen.

 

 

Na drie kwartier uitgegeten en afgerekend waarna we nog wat rond kijken in de straten rond het plein waar ook de eglise St Gengoult staat die dicht is. We dwalen terug naar het musee municipal die we voor de middag ingepland hebben. Het museum zit in een fraai ouder pand alleen hebben we serieus pech, de tweede en de helft van de eerste verdieping zijn niet te bezoeken wegens herstelwerkzaamheden die nog tot 2025 gaan duren. Wel weer bijzonder dat hier helemaal niets over op de website te vinden is. Helaas betreft dit wel het deel met de collectie schilderijen en faience. Voor ons geen Friant en ander fraai spul waar we eigenlijk voor komen wat een forse tegenvaller is. Wat over blijft is niet helemaal waar we voor komen. Een hoop opgravingen uit prehistorie en middeleeuwen waarvan we ons niet voor kunnen stellen dat alles hier gevonden of zelfs origineel is. Wel heel grappig is dat ze bij iedere Romeinse keizer de muntjes die in zijn periode werden gebruikt hebben geplaatst. Nooit bij stil gestaan dat dit zo is, maar echtgenote is in het geheel niet verbaasd en zegt terecht dat dit nog steeds gebeurd als er een nieuwe koning of koningin komt. Nog een zaal met christelijke ornamenten en het een en ander over de gevallenen van Toul in WWI. Na een klim naar de eerste verdieping komen we nog meer oude snuisterijen tegen en een zaal met 17e eeuwse Vlaamse Wandtapijten die er niet erg lekker bij hangen. Dan opeens een verrassend stukje tentoonstelling van boetseerwerk van ene mevrouw Millet uit Toul die al in de 70 is die we allebei misschien wel het leukste onderdeel van de collectie vinden ook al omdat de dame auto-didact blijkt te zijn. Verder her en der nog wat schilderijen, onder andere een zeer matige Boucher en ook wat faience kachels en spullen uit de 17e/18e eeuw. Met een beetje een katterig gevoel het pand weer verlaten.

 

 

Afgezien van deze tegenvaller bevalt Toul ons eigenlijk wel. Geen wereldstad maar wel een stadje met een leuk levendig deel bij het place des Eveches, met ook behoorlijk wat winkels en verder een mooi oud rustiger deel waar je daardoor dus ook prettig op je gemak rond kan kijken. Voor de vakantie kwam ik in een reisblog over Toul het volgende tegen “saaie provinciestad niets te beleven, gauw vertrokken”. Daar kunnen we ons niet bepaald in vinden.

 

Vrij laat terug in St Mihiel waar het wederom de rest van de middag prima buiten zitten is. Voorzichtig begonnen met de koelkast leeg te halen door het fruit vast op te eten en aan het eind van de middag nog een wandelingetje waarna er binnen verder gelezen en nog gedoucht wordt. Vanavond wederom naar het pannenkoekenrestaurant “Pont Aven”. Ook nu weer redelijk vol en dit keer zitten we geheel aan de andere kant van de ruimte vlak bij keuken en bar wat bestellen wel makkelijker maakt. We staan dan ook een stuk vlotter buiten als vorige week. Het concept is inmiddels wel duidelijk voor ons, tafeldame neemt een galette trois fromages die ze wat tegen vindt vallen maar wel prettig vult. Zelf ga ik voor de special van de maand een galette Parisienne met ei, Brie, ham, prei en champignons die me goed smaakt. Een en ander weg gespoeld met een frisje en de desserts nu maar eens even geen pannenkoeken meer maar dame blanche voor madame en een coupe bounty voor mij. Om helemaal af te sluiten nog een espresso en een cappuccino. Ook hier zijn weer twee tafels bezet met Nederlanders. We kunnen werkelijk nergens eten of er zitten Nederlanders. Terug naar huis is het een stuk minder koud als de afgelopen dagen.

 

 

Dag 14 Donderdag

 

Geen topnacht achter de rug. We gaan verder met het leeg maken van de koelkast door de eitjes te koken en als ontbijt op brood te nemen en later maak ik de yoghurt ook nog op. Als ik terug ben van het ochtendrondje reserveer ik telefonisch een tafel bij restaurant “Le Soleil d’Or” wat vlot gaat. Het wordt vandaag mooi weer zodat we besluiten vanmiddag weer naar het water te gaan maar vanochtend willen we nog wel wat doen en dat wordt de Ossuaire de Douaumont.

 

Voor ons een oude bekende, de vorige keer dat we er waren hebben we alleen de buitenkant en de begraafplaats bekeken. We hebben geen flauw idee meer waarom we toen niet binnen zijn geweest maar besluiten die fout maar eens goed te maken. We zijn wat langer onderweg als verwacht wat wel zal komen omdat we een flink stuk door Verdun moeten wat niet erg opschiet. Als we er parkeren is het er niet erg druk, alleen een paar auto’s en een paar Duitse bussen met schoolklassen. Een en ander binnen bezichtigen blijkt € 7,= te kosten wat dan interessant genoeg niet op de website terug te vinden is. We beginnen met een film over dit knekelhuis in het gezelschap van nog zes andere mensen waarvan er uiteraard twee Nederlands zijn.

 

De film maakt duidelijk dat onder het gebouw de botresten van 130.000 onbekende soldaten liggen, die je ook kan zien door kleine raampjes aan de buitenkant van het gebouw. Na de oorlog heeft de bisschop van Verdun zich sterk gemaakt voor een monument om alle mannen, dus ook Duitsers, die hier bij Verdun gevallen zijn te herdenken. Ik krijg wel een beetje jeuk van de film als er gepraat wordt over het verbroederen van gewone manschappen en officieren in de loograven, wat aantoonbaar heel anders is geweest. En vooral als er wordt gesproken over een soort heilige oorlog. Voor de Fransen is Verdun speciaal geworden omdat ieder dorp in het land manschappen heeft moeten leveren dus iedereen kent Verdun maar dat wil nog niet zeggen dat het een heilige oorlog was, de mannen waren simpelweg kanonnenvoer. Je vraagt je af of dit soort onsmakelijke kretologie bedoeld is om het herdenken van zowel Fransen als Duitsers op één en dezelfde plek te rechtvaardigen. Na de film de Ossuaire verder bekeken waar niet gefotografeerd mag worden wat ik toch her en der wel doe. De eeuwige vlammen zijn helaas uit maar we branden zelf wel een kaarsje in een rustig hoekje waarna we de kapel bekijken. Ik beklim de 204 treden van de toren nog, maar het uitzicht valt nogal tegen door zeer vieze ramen en enorme wolken vliegjes die gelukkig vooral buiten op het glas zitten maar ook her en der binnen. Ik ben dan ook weer vrij vlot beneden.

 

Als we de begraafplaats oplopen is het er druk en onrustig wat niet erg bevalt. Vanuit de toren heb ik gezien dat je ook aan de andere kant kan parkeren waar we dan ook naar toe rijden. Hier is het rustig en stil en dat past ons beter. De vorige keer waren we al onder de indruk van het aparte stuk begraafplaats voor islamieten maar we zien nu ook dat er een apart stuk voor Joden is. Wederom een zeer indrukwekkend bezoek.

 

 

Vanaf hier naar het meer is nog wel een aardig stukje rijden zodat we pas om twee uur de stoelen uitklappen op zo ongeveer onze vast plek onder 2 hele grote bomen omdat het in de zon weer te warm aan het worden is. Vandaag geen lieveheersbeestjes, weer niet al te veel mensen en de horeca is wel open maar die laten we vandaag links liggen. Ik lees vooral het boek "Revolusi" uit. Een zeer leesbaar maar ook ontluisterend boek over een stuk Nederlands verleden waar ik schandalig genoeg eigenlijk nauwelijks iets over weet. Misschien maar goed dat het door een Belg geschreven is die een hard oordeel over Nederland durft te vellen wat me niet onterecht lijkt. Ik waag mij verder maar niet aan meningen maar ook hier vind ik wederom dat je kinderen niet verantwoordelijk kan stellen voor daden van de ouders. Nog een wandeling over de camperplaats gemaakt die richting weekend toch weer voller raakt en de luxe plaatsen zijn ook drukker bezet met nu vrijwel uitsluitend Duitsers. Wat me vandaag bij het rondje vooral opvalt, is dat ik toch de indruk heb dat veel mensen zich simpelweg zitten te vervelen naast hun camper en ik kom nog een specht tegen. Rond 4 uur nog een laatste blik op het water deze vakantie.

 

Aan het eind van de middag bij de eigenaren langs gelopen om te vragen of we morgen om elf uur kunnen vertrekken. Dat is allemaal prima controle hoeft niet maar ze willen wel graag de sleutel in ontvangst nemen dus Madame zorgt dat ze er is. Tijdens het gesprek wat volgt blijkt dat de eigenaren zelf vier keer per jaar een week op vakantie naar Bretagne gaan waar kleinkinderen wonen. De rit gaat altijd ’s nachts omdat ze overdag Parijs passeren geen doen vinden.

 

Nog kort even gerust en gedoucht waarna we naar "le Soleil d’Or" wandelen wat behoorlijk groot en ongezellig fel verlicht blijkt te zijn. Men is gespecialiseerd in Burgers, zelfs prijs winnende schijnt het en pizza’s. Wij gaan voor een frisje en een pizza Napolitaine met tonijn, tomatensaus, kappertjes, ansjovis en olijven met pit. En ik neem een pizza Bolo met tomatensaus, kaas, gehakt, uien en champignons. Prima pizza’s en als ze op zijn begint het grote wachten. De pizza’s op tafel krijgen duurde al vijfendertig minuten, vooral omdat er veel afhalers tussendoor komen, maar een dessert bestellen lijkt al helemaal niet te lukken. Als er vervolgens een klein druk dik mannetje naast ons komt zitten met een hoop kabaal en poeha want mijnheer heeft haast en deze ook nog eens vrolijk gaat zitten beeldbellen is de maat vol en vertrekken we. Allemaal nogal exemplarisch voor hoe wij Saint Mihiel hebben ervaren, een beetje behoorlijk eten in dit dorp lukt bijna niet en bewoners zijn over het algemeen niet de meest sympathieke medemens. Samenvattend groezelig, armetierig en goedkoop. Daar tegenover staat dan wel een hele leuke gite en een prima omgeving die goed bevalt en waar genoeg te zien en te doen is.

 

 

Wat gefrustreerd vrij vroeg terug in de gite waar ik nog aan het boek “Musserts schaduw” van John Kuipers begin maar wel vroeg in bed lig.

 

Dag 15 Vrijdag

 

Na een prima nacht rustig wakker worden en om kwart over negen aan het ontbijt. De auto vlot gevuld en daarna nog croissants in het dorp voor onderweg gehaald. Eega doet het laatste afwasje en ruimt de laatste zaken op die in de auto kunnen waarna we de vloer van de hut nog wel even vegen. Madame is mooi op tijd. We praten nog even over de vraag waarom ze een gite hebben wat toch wel een aanslag op je privacy lijkt. Hun verklaring is dat het pand anders alleen maar slechter wordt als bij bewoning. Kan ik niet helemaal mee uit de voeten als je maar een half jaar verhuurd en dus juist niet in de jaargetijden dat niet bewoning inderdaad slecht voor het pand is. Daarnaast blijkt Madame ook niet aaneengesloten te verhuren ze wil tussen de verschillende huurders voldoende tijd hebben om schoon te maken. Ze geeft ook aan het leuk te vinden allerlei mensen uit allerlei landen over de vloer te krijgen en daar contact mee te hebben. Lijkt inderdaad een betere verklaring ook al omdat wij de indruk hebben dat Madame wel wat nieuwsgierig van aard is. Wij worden in ieder geval gezien als fijne discrete gasten wat natuurlijk klopt.

 

Iets voor elven dan toch het terrein afgereden. Eerste stop is met een croissant op een paar parkeervakken in een dorp tussen Etain en Longuyon. Na een uur en vijftig minuten zijn we de binnenlanden uit wat allemaal redelijk vlot gaat ondanks af en toe een landbouwvoertuig of een wat trage vrachtauto, valt in ieder geval niet tegen. Na de tweede stop bij de aire de Lundifontaine net voor de splitsing Brussel/Luik, wordt het richting Luik een stuk rustiger en hebben we af en toe wat gespetter. Ik besluit Luik over te slaan en neem de afslag Theux waarbij het weer opeens heel veel slechter wordt en de oversteek naar de snelweg naar Verviers niet erg op schiet. Op de snelweg enorm veel last van spray maar bij de derde stop op Aire de Tignée is het weer droog en eten we de laatste croissants op. Nederland in staan we dan opeens tien kilometer voor Roosteren stil. Het is vanaf deze kant terug naar Nederland eigenlijk altijd hetzelfde de laatste jaren. Onderweg regen, in Belgie kutwegen en in Nederland file.

 

Iets na vieren lopen we wederom hotel de Roosterhoeve in na nog getankt te hebben. Vandaag krijgen we kamer 42 naast de kamer op de heenweg. Deze heeft wel wat voordelen namelijk groter en een douche waar je ook normaal kan douchen. Ook heeft het een nadeel het ligt net boven een stukje van het restaurant en ook nog eens op een plek waar veel mensen buiten gaan staan roken. Vrij kort nadat we aan zijn gekomen wordt het droog en maak ik eerst eens een flinke wandeling om de benen en rug te strekken. Als ik terug kom, komt er net een enorme groep Belgen binnen die gelost worden met een bus. Later samen een glaasje gedronken in het restaurant wat voor Madame twee Swinckels wordt en voor mij een rood glas Corbieres waar het verder doodstil is. Nog een tijd op de kamer gelezen en gedoucht.

 

 

Om 7 uur weer aan tafel in de serre waar het dit keer een stuk rustiger is en we wel prima verstaanbaar kunnen converseren. Wel zitten we er vrij lang wat wel te maken zal hebben met de enorme groep Belgen die in een aparte zaal zitten te eten maar uiteraard ook bediend moeten worden. We beginnen met een frisje en voor reisgezel komt er weer ossenstaartsoep op tafel terwijl ik nu de Carpaccio neem waarbij ik Parmezaan en pesto zo veel mogelijk laat liggen. Ook vanavond worden we weer door onze kleine wervelwind bediend die dit keer voor mij een Merlot bij het hoofdgerecht voorstelt als ik Entrecote in rode wijnsaus bestel. Beide zijn bijzonder lekker en compenseren in ieder geval aardig voor de deceptie van gisteravond. Als bijgerechten frites, aardappelkroketjes en wat groente. Voor de dame is er de salade “oevervisser” die er wat vreemd uitziet maar wel lekker blijkt te zijn. Na gaat echtgenote voor een Irish Coffee en zelf neem ik een Sabayon met vruchten waar ook wel wat alcohol aan toe is gevoegd en er prima in gaat.

 

 

Nog een uur of twee en een half liggen lezen in het boek van Kuiper. Voor mij maar een matig boek, geen erg sterke plot en het heeft een paar onwaarschijnlijke wendingen nodig om er te komen. Ook wat toevoegingen aan het verhaald die mij alleen maar afleiden. Het boek heeft de gouden strop 2023 mogen ontvangen wat ik niet zo goed begrijp. Mij grijpt het in ieder geval niet bij de strot zoals de jury stelt, mij irriteert het achteraf zelfs vooral omdat ik niet goed begrijp wat de schrijver precies beoogd met dit boek. is dit een poging tot een “zou gebeurd kunnen zijn” verhaal al la Arthur Japin? Of is dit een afrekening met de NSB? Of mis ik iets?

 

Dag 16 Zaterdag

 

Geen supernacht en niet heel vroeg wakker tegen acht uur. We besluiten toch maar meteen te gaan eten want de vorige keer wisten op die manier de grote groep Belgen te ontlopen, nu helaas niet. Ze komen zo ongeveer tegelijk met ons de ontbijtzaal binnen lopen. Wij hebben het voordeel te weten hoe het werkt en nemen weer een strategische plaats zodat we snel wat kunnen pakken als het even wat rustiger is. Wel een vermakelijke groep, veelal gestresste wat onhandige mensen van middelbare tot oudere leeftijd en men lijkt zich hier niet erg op het gemak te voelen. Een deel lijkt gewoon verdwaald en de dame van de receptie die alles in goede banen moet lijden heeft het er maar druk mee. Na drie kwartier klaar met het ontbijt wat neer komt op dezelfde zaken naar binnen werken als op de heenreis en het smaakt wederom prima. Nog een rondje gemaakt door het dorp na het eten en we moeten dit keer bijna € 260,= afrekenen. Bij het uitchecken verteld de dame van de receptie, als we er naar vragen, dat de grote groepen verschillende Belgische wandelverenigingen zijn die hier vrijwel ieder weekend neerstrijken om te gaan wandelen met een Belgische gids die hier in de omgeving woont. Dit is de laatste groep van het jaar. Om kwart over negen weer op weg waarbij het al behoorlijk druk is en bij Eindhoven staan we zelfs stil. Een korte stop bij de Lucht en om strak elf uur zit de vakantie er weer op

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb